S*A*O*, de Socialist Achter Ons, heeft tijdelijk zijn nihilisme opzij gezet en tracht op honinklijke wijze nieuwe bakens uit te zetten voor het socialisme, dat per slot van rekening kan beschouwd worden als de redding van België en daarom ook van het Vlaams-nationalisme.
-1- Albert II redt PS
Het is niet omdat Albert II zijn ware gelaat toont, én zijn politiek engagement, en omdat hij de wever Bart, die nog maar net beweerd had dat de regeringsvormingformule “met zeven” “kompleet uitgewoond” was en dat hij liever niet zou “een kadaver tot leven willen brengen”, “dwong plat op de buik te gaan” (volgens J. Segers in Het Laatste Nieuws, 11 oktober 2010), door hem de opdracht van “honinklijk verduidelijker” te geven, evenals een ongeziene (!) ‘deadline’ van tien dagen, dat onze honing zich zou laten verleiden door types als Elio Di Rupo.
Het is niet omdat de honing Di Rupo effectief volgt in de weigering om de liberale partijvoorzitters te consulteren en zo te riskeren om het Franstalig Front te doen mislukken, dat hij zou vallen voor Di Rupo’s avances.
Het Honinklijk Hof en Franstalig België zijn slechts “objectieve bondgenoten” in het behoud van België, omdat het eigenbelang van een erfelijk staatshoofd functioneel verbonden is met het staatsbelang.
Albert II heeft geen gevoelens voor het Franstalig Front, integendeel, maar stelt zijn functie in dienst van wie België en het status quo wil verdedigen.
Meneerke Louis (Tobback), die zich onlangs nog eens van zijn hypocriete kant liet zien en zichzelf “republikein” noemde, looft, als woordvoerder van de belgicistische SP.a-strekking, daarom ook de honing: “zonder hem zouden we nu met een groot probleem zitten.” (De Morgen, 21 augustus 2010)
Daarom stuurde Albert II Elio wandelen met zijn plan B en de afscheuring van Wallo-Brux onder de naam “België”.
Yves Desmet: “Geloof het of niet, maar de honing blijft ervan overtuigd dat België zal blijven bestaan. Als zelfs ik kant zou kiezen, zou het weleens heel snel gedaan kunnen zijn met België, vreest de vorst. Zijn entourage steunt hem daarin.”
Béatrice Delvaux, hoofdredactrice van Le Soir, herinnert aan de Honingskwestie van na de laatste oorlog: “In Laken zijn ze nog niet vergeten dat het land toen gruwelijk verdeeld was over de terugkeer van Leopold III als honing der Belgen. Het referendum van 1950 toonde aan dat Vlaanderen trouw bleef aan Albert II’s vader en dat Brussel en Wallonië er niets meer van moesten weten. De feiten dateren van ruim een halve eeuw geleden, maar Albert II blijft hoogst achterdochtig staan tegenover de liefdesverklaringen van de socialist Elio Di Rupo.”
Delvaux vestigt er ook de aandacht op dat het honingshuis levensbeschouwelijk dichter bij de christelijke Vlaamse publieke opinie aanleunt dan bij de Franstalige.
Guy Tegenbos, politiek commentator bij De Standaard: “De vorst beseft zeer goed dat je het armlastige Wallonië niet zomaar los kunt snijden van Vlaanderen. Voor de Waalse economie zou dat rampzalig zijn, en Brussel acht ik niet in staat om Wallonië te ondersteunen.”
Daarom stuurt Albert II aan op plan F.
door Filip van Laenen
De regering-Filip I, een familiekabinet
Op dit ogenblik circuleren er in de media enkele verhalen over een hervorming van de monarchie in België. In het bijzonder zou er een wens bestaan om te evolueren naar een meer protocollaire monarchie, om te verhinderen dat prins Filip, wanneer hij honing zal zijn, zich ooit politiek in de nesten zou werken. Die wens wordt bovendien gekoppeld aan een wens van huidig honing Albert II om op relatief korte termijn te kunnen aftreden. Uit doorgaans slecht ingelichte bronnen werd echter vernomen dat er in Laken aan een heel ander plan gewerkt wordt om het land uit de huidige politieke impasse te krijgen: een plan F met de F van Familie en Filip.
Wie zijn eigenlijk de politici dat ze van prins Filip durven te stellen dat hij het niet zou kunnen? Ze leveren immers zelf elke dag het bewijs dat zij het in ieder geval niet kunnen. De politieke toestand van het land is vandaag zelfs zo ernstig, dat de honing de laatste vier maanden niet één keer de kans heeft gezien meer dan een week door te brengen op zijn buitenverblijf. De honing en zijn entourage zijn daarom tot het besluit gekomen dat het stilaan tijd wordt om het over een andere boeg te gooien. Het plan zou inhouden dat prins Filip over enkele weken al aan de macht zou kunnen komen, maar niet, zoals menigeen vermoedt, door het aftreden van honing Albert II.
Concreet zou het plan, in de omgang gewoonlijk omschreven als «plan F», eruit bestaan dat de politici nog tot 15 november, de dag van de dynastie, zouden krijgen om een oplossing voor de politieke impasse te vinden. Is er tegen dan geen oplossing, dan zou honing Albert II van zijn jaarlijkse toespraak gebruik maken om een familiekabinet aan te kondigen, met aan het hoofd ervan prins Filip. Hij zou de post van eerste minister waarnemen, en als straaljagerpiloot en ervaren helikopterbestuurder ook het departement Defensie voor zijn rekening kunnen nemen. Van geschut heeft hij wel niet zoveel verstand, maar Kamervoorzitter André Flahaut zou al toegezegd hebben om hem met raad bij te staan wanneer er nog eens munitie aangekocht moet worden. Prinses Mathilde neemt Sociale Zaken en Volksgezondheid over, en toonde ook grote interesse voor Ontwikkelingssamenwerking. Tot deze morgen was zij nog in het door aids geteisterde Liberia, en een beter bewijs van haar engagement voor deze verantwoordelijkheden is nauwelijks denkbaar.
Het departement van Justitie zou naar prinses Astrid gaan. Als jarenlange voorzitster van het Rode Kruis heeft zij een groot gevoel voor rechtvaardigheid ontwikkeld, en is zij dus de geknipte vrouw voor de baan. Aangezien zij getrouwd is met een buitenlander, zou zij ook Buitenlandse Zaken overnemen. Dat zij naast Frans ook een paar woorden Duits en zelfs wat Engels spreekt versterkt alleen maar haar kandidatuur. Financiën zou overigens naar haar man, prins Lorenz, gaan. Zelfs Didier Reynders was het met de honing eens dat het eindelijk tijd werd voor een competent persoon op die post. De prins heeft zich ook bereid verklaard de portefeuille van Werk en Gelijke Kansen over te nemen. Hij is immers de enige in de familie die ooit nog echt gewerkt heeft, en als buitenlander is hij ervaringsdeskundige wat Gelijke Kansen betreft. Ook Migratie- en Asielbeleid zullen daarom onder zijn bevoegdheid vallen.
Het spreekt voor zich dat prins Laurent minister van Klimaat en Energie wordt. Ook Binnenlandse Zaken is voor hem, want met zijn moto kan hij zich snel en behendig in het binnenland bewegen. Als rebel van de familie is ook de post van kmo, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid een kolfje naar zijn hand. Zijn vrouw prinses Claire zou Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven overnemen – als Inge Vervotte dat kan, dan kan zij dat zeker. Dé verrassing is de post Ondernemen en Vereenvoudigen: prins Amadeo zou hiermee zijn kans krijgen te laten zien wat hij kan, en met zijn jeugdig enthousiasme is hij de geknipte man om te ondernemen, en de dingen te vereenvoudigen.
Zoals reeds geschreven is het de bedoeling dit familiekabinet aan te kondigen tijdens de traditionele toespraak aan de vooravond van de dag van de dynastie. Nadien zou de regering dan in de besloten huiskring de eed kunnen afleggen.
Uiteraard is dit plan F omstreden, en in het bijzonder de wever Bart zou het helemaal niet genegen zijn. Kwatongen beweren dat hij precies omwille van dit plan en de nu al tweede honinklijke deadline zijn nota geschreven heeft, in de hoop het nog te kunnen afwenden. De andere politieke partijen kijken veel positiever tegen het plan aan. De PS bijvoorbeeld had dan wel haar zinnen gezet op de post van eerste minister, maar nog belangrijker is het voor haar dat er een oplossing voor de huidige crisis komt, België voorlopig één blijft, een staatshervorming voor minstens vier jaar in de koelkast wordt gestopt, en ondertussen de geldstromen van Noord naar Zuid intact blijven. Om diezelfde redenen sloten ook Ecolo en CDH zich aan bij het voorstel van koning Albert II, en zelfs MR was te vinden voor het voorstel.
Aan Vlaamse kant was er vooral bij Groen! enthousiasme voor het «plan F» van de koning. Toen partijvoorzitter Wouter van Besien het voorstelde op de partijraad, werd zelfs spontaan de Brabançonne gezongen. Bij de SP.a kwam veel kritiek uit de hoek van Frank Vandenbroucke, en de geruchten willen dat hij zou werken aan een scriptie die de nefaste effecten van een familiekabinet op de Sociale Zekerheid zou uitdiepen. In sommige formules zouden zelfs Griekse symbolen voorkomen! Open VLD zou het familiekabinet steunen omdat via prins Laurent ook de vrijzinnigheid vertegenwoordigd zou zijn in de regering. Bovendien heeft men het aan de top van de Open VLD moeilijk om erfopvolging principieel af te wijzen.
Bij CD&V was men eerder sceptisch omdat men vermoedde dat N-VA tegen zou zijn, en bovendien zelf geen ministers zou kunnen leveren. Een vurig pleidooi uit de hoek van Mark Eyskens zou echter de laatste twijfelaars er toch van overtuigd hebben toe te stemmen. Het besef dat de regering hoe dan ook al een parlementaire meerderheid – om over de populaire meerderheid nog maar te zwijgen! – achter zich zou hebben, speelde daarbij ook een rol.
-2- PS redt N-VA
Juist op het moment dat de Socialist Achter Ons juichte, omdat Di Rupo uitriep: “La Belgique nous appartient!” (La Libre Belgique, 11 oktober 2010) en daarmee Eric van Rompuy gelijk gaf: “België ligt in de coma. De patiënt is klinisch dood” (Het Laatste Nieuws, 6 oktober 2010), vergalde honing Albert II zijn plezier weer door de wever Bart de honinklijke titel van “Clarificateur/Verduidelijker” aan te meten.
Weer dagen van spanning en hartritmestoornissen voor S*A*O*, die effectief bijna in shock ging toen hij op zondag 17 oktober de wever Bart hoorde verklaren dat hij verregaande toegevingen aan het doen was.
Gelukkig, nog geen twee uur later redde Di Rupo Bart door diens voorstel compleet te verwerpen!
Enkel Bart zelf was verdrietig en leek zich niet te realiseren dat zijn toegevingen door het Franstalig Front wel eens als verworven rechten beschouwd hadden kunnen worden, net zoals de zichzelf opheffende twaalf criteria voor de herziening van de Bijzondere (dus nagenoeg onveranderbare, dus nauwelijks democratische) financieringswet.
Natuurlijk is Bart nog onervaren, maar hij kan toch niet meer afkomen met een tweede “tabula rasa”, nadat zijn eerste poging om de onderhandelingen geheel opnieuw te beginnen en zijn fouten uit te vegen al mislukte?
Dus nadat honing Albert II Di Rupo redde door hem diets te maken dat het moest gedaan zijn met in zijn eigen fabels over het succes van het Waalse Marshall-plan en de Waalse economische Renaissance te geloven, redde nu Di Rupo de wever Bart, door zelfs de minste regionale responsabilisering af te wijzen.
-3- SP.A redt België
De PS redt de N-VA door die partij uit de onderhandelingen te manoeuvreren en door samen met de vakbonden te proberen een regering op de been te brengen met een Vlaamse minderheid in ons uiteindelijk nog steeds unitaire landje.
Tegelijk brengt de PS daarmee de verkiezingen in ons land weer een stap dichterbij. Want net zoals Di Rupo niet in staat is Nederlands te leren, is hij hardleers in de politiek.
De mogelijkheid om de liberalen bij de onderhandelingen te betrekken heeft hij bij voorbaat al uitgesloten. Dus blijft in zijn denken enkel de mogelijkheid over om nog eens over te doen, wat na de vorige verkiezingen van 2007 zo goed lukte: een regering met een Vlaamse minderheid.
Alleen vergeet hij dat de politieke constellatie sinds juni laatstleden niet meer dezelfde is als in juni 2007.
Ondertussen wil ongeveer 80 % van de Vlamingen verandering in de vorm van een verregaande staatshervorming, namelijk zo verregaand dat deze staat eindelijk terug kan werken, wat staatsintellectuelen als Kris Deschouwer en Marc Hooghe ook mogen beweren – hetgeen trouwens door een onafhankelijk intellectueel als Carl Devos (1) terecht aan de kaak gesteld wordt -, zodat het establishment hen wel erg bang zal moeten maken voor de gevolgen van de instorting van deze diep intrieste en in het buitenland algehele hilariteit opwekkende bananenrepubliek om te vermijden dat zo’n regering er de oorzaak van zal zijn dat bij de volgende verkiezingen de N-VA de absolute meerderheid zal hebben.
De hardleerse Di Rupo mag daarom zijn handen kussen dat honing Albert er drie uur voor uittrok om hem zoiets moeilijk bij te brengen : een regering zonder N-VA is geen mogelijkheid.
De clou is echter dat Albert II dit zelf ingefluisterd kreeg door de SP.a, die als spion van de PS meteen ook de redder van de PS en daarmee van België werd.
Albert II stuurde met uiteindelijke instemming van Elio den baard het mijnenveld in, die voor de zoveelste keer indringend naar de zich weer verongelijkt voelende Frank Vandenbroucke keek, als wilde hij zeggen: laat mij er u niet aan herinneren, Frank, waarom jij in 1994 drie jaar naar Engeland verdween…
… in diezelfde schandaalperiode werd ook Elio trouwens “chantable”: en dat wéét den baard!
Omdat het Franstalig Front en zijn collabo’s niet met de liberalen willen regeren, en omdat de slimsten erin weten dat het niet zonder N-VA kan, wordt verder onderhandeld met dezelfde zeven.
Anders gaan we naar nooit geziene verkiezingen. Het zou immers de eerste keer zijn dat een regering van lopende zaken tweemaal verkiezingen moet organiseren.
Carl Devos: “Maar als iemand ze wat bij elkaar kan brengen, dan is het Vande Lanotte – een van de zeldzame pompiers die de Wetstraat nog heeft – wel. En als hij het niet kan, dan worden het verkiezingen.”
* * *
Deze “socialistische” vaderlandsliefde voor het extreem liberale en daarom disfunctionele België, bevestigt nog maar eens de miserie waarin het (ver)st(r)ikkende en paars wordende “links”, die S*A*O* aankaartte in zijn vorige Questions (hoofdstuk 1), zich bevindt.
De voormalige mei 68-er en huidig Europa-watcher Paul Goossens las deze speech van S*A*O* achteraf ook, en sukkelde hierdoor alvast in een acute depressie.
Het was nochtans S*A*O*’s bedoeling niet om de hond te slaan, maar juist om tot actie aan te sporen: socialistisch anarchistische actie.
Ontmantel de Belgische liberale staat, die, zoals Drees junior over “nieuw links” zei (2), zwakkeren fokt zoals anderen honden fokken, en versterk de “social binding & social bridging” in beide gemeenschappen apart.
In “De zevende dag” van 24 oktober laatstleden ontstond een debat - dat de liberale Willem-Frederik Schiltz terecht cijferfetisjisme noemde, waarvoor hij overigens onmiddellijk terecht gewezen werd door een nijdige John Crombez die hem meermaals als een jezuïet bezwoer niet te lachen met de absurde Belgische situatie -, over een van de tussen de wever Bart en Elio Di Rupo afgesproken (en volgens S*A*O* zichzelf opheffende) twaalf criteria waaraan de nieuwe financieringswet zou moeten voldoen: geen enkele van de gewesten, noch de federale overheid mag verarmen.
Maar de echte vraag is: wat is “verarmen”?
Het is S*A*O*’s overtuiging dat sinds het einde van de geschiedenis ingeluid werd door liberale postmarxisten als Francis Fukuyama de socialistische partijen, die ten tijde van de Internationalen nog als zuivere revisionisten werden geminacht, hun kritisch referentiepunt kwijt speelden, zodat ze hun ideeën niet meer vernieuwden en ervan overtuigd raakten dat het hun (beperkte) historische opdracht was om verworven rechten te verdedigen.(3) Het is de confrontatie met deze S*A*O*tische waarheid die Paul Goossens depressief en John Crombez nijdig maakt.
Professor André Decoster, die de wevers herfinancieringvoorstel uitrekende, heeft natuurlijk niet helemaal ongelijk wanneer hij stelt dat men beter discussieert met open vizier, hetgeen de onervaren Bart, geconfronteerd met de politieke plicht om de astronomische transfers van noord naar zuid eindelijk bespreekbaar te maken en daarin plots om puur opportunistische redenen opgejaagd door de nijdige sossen, duidelijk ook niet durfde (de wever is ook maar een Belg, zoals u en S*A*O*).
Maar Willem-Frederik Schiltz heeft het ook bij het rechte eind door niet de cijfers, maar de principes te benadrukken.(4)
Wat betekent dus in S*A*O*’s naam “verarmen”?
Het lijkt erop dat de onverzettelijkheid van PS en vakbonden tegen de “verarming” van hun verworven rechten de verarming op langere termijn impliceert. De kinderloze kindervriend Di Rupo werd trouwens al meermaals betrapt op “après nous le déluge” uitspraken.
Voor S*A*O* dient een nieuwe financieringswet juist om België armer te maken aan zwakkeren. Dat is het responsabiliseringaspect (aan de inkomstenzijde), dat misschien effectief gelijk loopt met de VOKA-agenda – hetgeen minder erg lijkt dan het paarse gelijk lopen van de PS en de VBO agenda’s.
Maar daarnaast is er ook het preferentie- en subsidiariteitaspect. Vlamingen en Franstaligen hebben blijkbaar zo’n verschillende beleidvoorkeuren, dat ze, zelfs al zou men federaal de tering naar de nering zetten (ook in de sociale zekerheid), altijd andere uitgaven willen doen. Historisch evolueerde het federale niveau bovendien naar een ondemocratisch grendelsysteem, waarin onder het mom van “consensus” altijd dezelfde minderheid de meerderheid zijn wil opdringt. Daarom is armer worden aan rotte compromissen een goede zaak!
Wilt u dit allemaal eens van een ander horen? Lees dan het schitterende artikel van de schitterende Tinneke Beeckman: “Links mag belgicisme laten varen”.(5)
-4- S*A*O*, de anarchistische bankier
S*A*O*’s vriendinneke Tinneke suggereert dat het beter is de strijd met rechts aan te gaan binnen het autonoom Vlaamse kader, dan die strijd te ontwijken door uit te wijken naar België.
Impliciet stelt ze daarmee twee zaken. Ten eerste dat België zelf “rechts” is. En ten tweede dat de strijd met rechts in Vlaanderen door “links” tot nu ontweken werd.
Deze twee implicaties zijn alleen verzoenbaar in de hypothese dat in de Belgische politiek het conflict uit de weg gegaan werd en de illusie gecreëerd dat we in een ideaal land leven. Deze illusie kon maar bekritiseerd worden op straffe van immoraliteit.
Deze vorm van zelfidealisering noemt François Flahaut in “Malice” scherpzinnig het “puritanisme van het goede gevoel”: “oreren over je eigen goede daden, sympathiseren met de slachtoffers, uitdrukking geven aan je verontwaardiging over de verdorvenheid van anderen.” Dit soort zelfidealisering is blijkbaar in ons utilitaristische en rationalistische tijdperk de laatste mogelijkheid om aan de eigen middelmatigheid te ontsnappen, het kwaad van zich af te werpen en een vorm van heroïsme te herontdekken.
Hierin ligt in elk geval de verklaring voor de steeds groter wordende rol van het moraliseren in onze “postpolitieke” samenleving.
Om de échte strijd met rechts te voeren is het dus nodig om rechts ook ten volle te accepteren in plaats van het bestaan van rechts te verdringen door middel van een vals moreel belgicistisch bewustzijn.
Alleen door rechts een plaats te geven op de democratische Vlaamse politieke scène en het niet moralistisch te demoniseren (zodat het ondergronds moet gaan), kan links het overwinnen.
Maar hoe kan men “links”, dat zijn kritisch referentiepunt verloor, ertoe dwingen de strijd aan te gaan op het enige niveau dat er nog toe doet, namelijk het regionale?
Dankzij herlezing van Fernando Pessoa’s ”De anarchistische bankier” zag S*A*O* op dit punt het licht.
“Als de maatschappij natuurlijk kan zijn, dan kan de anarchistische, of vrije maatschappij bestaan, en moet die ook bestaan, want zij alleen is de geheel en al natuurlijke maatschappij. Als de maatschappij niet natuurlijk kan zijn, als ze (om redenen die nu niet ter zake doen) fictie moet zijn, dan van alle kwaden het minste: laten we haar dan, binnen die onvermijdelijke fictie, zo natuurlijk mogelijk maken, opdat ze, juist daardoor, zo rechtvaardig mogelijk zij. Welke is de meest natuurlijke fictie? Geen enkele is in se natuurlijk, omdat het een fictie is ; de meest natuurlijke, in ons geval, zou zijn die welke het meest natuurlijk lijkt, welke als de meest natuurlijke wordt ervaren. Welke is de fictie die het meest natuurlijk lijkt, en die we als de meest natuurlijke ervaren? Dat is die waaraan we gewend zijn. (Om misverstand te voorkomen: wat natuurlijk is, is wat instinctmatig is ; dat wat, zonder dat het instinct is, in alles op instinct lijkt, is de gewoonte. Roken is niet natuurlijk, is geen behoefte van het instinct ; maar als we ons gewennen aan roken, wordt het natuurlijk voor ons, wordt het ervaren als een behoefte van het instinct.) Welnu, welke is de sociale fictie die een gewoonte van ons uitmaakt? Dat is het huidige systeem, het bourgeois systeem. We krijgen dus, logischerwijs, dat we óf de natuurlijke maatschappij mogelijk achten en dan zijn we voorvechters van het anarchisme ; óf we achten die niet mogelijk en dan zijn we voorvechters van het bourgeois regime. Een tussenweg is er niet. Begrijp je? …”
Dat is de weg: zolang de Vlaamse autonomie onmogelijk blijft, moeten we het burgerlijke België ten volle nastreven, en dit niet laten verwateren tot een soort pseudoanarchie, die Vlaanderen genegen zou zijn.
Dit idee werd prachtig uitgewerkt door de Leuvense politoloog Bart Maddens:
Het is niet de verduidelijker geweest die tijdens de voorbije week voor het meeste duidelijkheid heeft gezorgd, maar wel Elio Di Rupo. Vorige maandag wees hij de deelname van de MR aan de regeringsonderhandelingen categoriek af. Ik bemoei me niet met de coalitie aan Vlaamse kant, aldus Di Rupo, de Vlamingen moeten zich ook niet moeien met onze coalitie. Wij hebben gekozen voor een linkse olijfboom, en daarmee basta.
Dat is inderdaad behoorlijk duidelijk. Want daarmee levert Di Rupo het ultieme bewijs dat België een confederatie is in de feiten: elk land vormt zijn eigen regering zonder dat het andere land zich daarmee mag inlaten. Alleen, waarom is Di Rupo dan niet consequent als het op de staatshervorming aankomt? Waarom weigert hij zo halsstarrig om de instellingen in overeenstemming te brengen met die confederale realiteit?
Het antwoord is simpel. Zonder confederale staatshervorming kan Vlaanderen gegijzeld blijven door een Franstalige minderheid. In Vlaanderen heeft 57,4 procent van de kiezers uitgesproken rechts gestemd, in Wallonië 64,5 procent uitgesproken links. De linkse coalitie van Di Rupo ligt perfect in het verlengde van de Waalse verkiezingsuitslag, maar staat haaks op de Vlaamse. Mijn probleem niet, vindt Di Rupo: dan moet Vlaanderen maar een rechtse coalitie vormen. Maar dat is natuurlijk onzin. Want een federale regering kan moeilijk tegelijkertijd een rechts en een links beleid voeren. Zo een systeem kan maar werken wanneer je het zwaartepunt van de bevoegdheden effectief naar de deelstaten verplaatst: wanneer er zo weinig overblijft op het confederale niveau dat een heterogene Belgische regering niet veel potten meer kan breken.
Vlaamse meerderheid
Precies in dat niemandsland tussen federalisme en confederalisme voelt Di Rupo zich perfect in zijn sas. Het confederale element laat hem toe om de coalitie te vormen die zijn kiezers wensen, het federale element maakt het mogelijk om dat linkse beleid ook op te leggen aan het centrumrechtse Vlaanderen. Bart De Wever mag de Franstaligen op twee knieën danken dat ze dit weekend zijn tekst hebben afgeschoten, want anders zou het precies daarop zijn uitgedraaid: een halfslachtige staatshervorming in ruil voor een links economisch beleid.
Maar dat scenario gaat niet door. Tijd dus voor het plan B, maar dan wel dat andere plan B: niet het voorbereiden van de onafhankelijkheid, maar integendeel het consequent toepassen van het Belgische federalisme. Federalisme houdt in dat een regering niet noodzakelijk een meerderheid hoeft te hebben in de twee taalgroepen. Dat hebben de Franstaligen ons de voorbije twee jaar goed genoeg ingepeperd: de Vlamingen moesten niet morren over het ontbreken van een meerderheid langs Vlaamse kant, want zo werken de federale instellingen nu eenmaal. Vandaag sturen de Franstaligen trouwens opnieuw aan op een noodregering zonder de N-VA en zonder een Vlaamse meerderheid.
Maar waarom zouden we de zaken niet eens omdraaien? Waarom niet een federale regering vormen zonder Franstalige meerderheid? Bijvoorbeeld een regering met N-VA, CD&V, Open-Vld en MR? Zo een coalitie zou 75 van de 150 zetels hebben in de Kamer. Het zou volstaan dat één iemand van de oppositie zich onthoudt (denk aan Jean-Marie Dedecker of Laurent Louis van de PP) en de regering heeft een absolute meerderheid. Zo een coalitie zou, naar Nederlands voorbeeld, een daadkrachtig centrumrechts beleid kunnen voeren. Bart De Wever zou zijn centrumrechtse visie kunnen opleggen aan Wallonië: Di Rupo zou een aardig koekje krijgen van eigen deeg.
Natuurlijk is er één groot nadeel: zo een regering zou onmogelijk een staatshervorming kunnen realiseren. Die rechtse coalitie heeft immers geen bijzondere meerderheid. Bovendien zouden de Vlamingen hun belangrijkste stok achter de deur verliezen: de dreiging dat er zonder staatshervorming ook geen Belgische regering meer komt. Maar als de Franstaligen hun slag thuishalen, en er komt een noodregering, dan zijn de Vlamingen die hefboom even goed kwijt.
Dan valt er toch wel wat te zeggen voor die rechtse en door de Vlamingen gedomineerde regering. Wedden dat de Franstalige linkerzijde zich niet zo gedwee bij die situatie zal neerleggen als de Vlamingen tijdens de voorbije twee jaar? Wedden dat PS, cdH en Ecolo moord en brand zullen schreeuwen? Wedden dat ze binnen de kortste keren komen smeken om een zéér grote staatshervorming? Want de Franstaligen zijn enkel goede Belgen als dat past in hun kraam. In 1961 heeft de 'Vlaamse' eenheidswet van Gaston Eyskens het Waalse regionalisme als een steekvlam omhoog doen schieten. Een rechtse regering De Wever zou vandaag net hetzelfde effect hebben. Misschien toch iets om eens goed over na te denken.
Aldus sprak S*A*O*:
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXIX)’,
Laken, 31 oktober 2010
(1) De socialist (!) Devos heeft het niet alleen over de vergissing van de “linkse” antinationalisten, maar ook over het fameuze PARTIREP-onderzoek: “Wetenschappers die stellen dat mensen andere prioriteiten hebben dan de staatshervorming hebben helemaal gelijk, maar ze weten ook dat we eerst dat probleem moeten oplossen vooraleer de rest goed aan te pakken.” (http://opinie.deredactie.be/2010/10/23/jogan-de-brandweerman) S*A*O*, die het boek van Deschouwer en co weigert te kopen (http://www.partirep.eu/index.php?page=events&id=25#id), herinnert eraan dat ernaar gevraagd Deschouwer eind 2009 toegaf dat zijn perstekst over het PARTIREP-onderzoek eerder voorbarig was en gebaseerd op slechts één “topvermelding” en dat “financiële crisis” als verklaring voor het stemgedrag van de Vlaming een containerbegrip is dat “haast betekenisloos” is, en dat het eigenlijk alleen maar een “snel eerste zicht op een complex verhaal” is. (Herlees hoofdstuk 6 van S*A*O*’s Questions X: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/11/naos-questions-aux-belgicistes-x-nao.html.) S*A*O* schoof trouwens in Questions XIII een ander onderzoek naar voor: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2010/02/naos-questions-aux-belgicistes-xiii.html.
(2) “Mensen die van honden houden fokken honden, en mensen die van zwakkeren houden zorgen dat er zwakke groepen komen. De PvdA fokt zwakkeren zoals anderen honden fokken.”
(3) De nog op te richten Vlaamse Socialistische Partij (VSP) moet voor S*A*O* daarom permanent in discussie treden met de nog op te richten extreem linkse Partij van de Vlaamse Amateur (PvdVA), die in tegenstelling tot de folkloristische belgicistische PvdA+ het marxisme zelf moet vernieuwen. Eén aanzet voor zo’n vernieuwing vindt men in N*A*O*’s Nieuwjaarsbrief van 2009 over de Europese Geest: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/03/naos-nieuwjaarsbrief.html . Een ander uitgangspunt bestaat erin om in tegenstelling tot Marx niet de productiemiddelen te collectiviseren, maar wel de distributiemiddelen.
(4) De wever Bart werd dan wel gered door de PS, die zijn nota bliksemsnel afschoot, hij kan niet vermijden dat Open VLD zich vanuit de oppositie opnieuw in de fiere Vlaamse positie van de Grote Alexander tracht te manoeuvreren, die in het voorjaar de stekker uit de BHV-onderhandelingen trok. Open VLD gaat nu natuurlijk direct heel wat verder door terecht de werkloosheidsverzekering, de vennootschapsbelasting en het Duitse voorbeeld principieel centraal te stellen. Met als politiek gevolg dat N-VA den baard een tweede voorstel deed, naast dat van de wever.
Vorig weekend werd S*A*O* pijnlijk getroffen door een artikel van zijn vriend Philippe Van Parijs, die zich wel liet verleiden door Elio, en die nu ook de fiscale autonomie compleet uitholt en het Belgisch federalisme-met-twee-deelstaten verdoezelt: http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/detail/1173907/2010/10/24/De-nobele-kunst-om-een-goed-compromis-te-sluiten.dhtml.
Omdat S*A*O* ook wel eens graag naïef is, durft hij soms voorstellen doen voor een rationele staatshervorming, die België eventueel nog zou kunnen redden: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/06/naos-groote-staatshervorming-i.html , http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/07/naos-groote-staatshervorming-ii.html en http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/09/naos-groote-staatshervorming-iii-de.html.
Als reactie op Van Parijs kondigt S*A*O* nu al een vierde spreekbeurt in deze reeks aan: wat is een rechtvaardige en werkzame financiering van de Belgische gewesten?
Sinds S*A*O* populist werd (http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=M23051S0&word=bas+heijne), weet hij ook graag wat onze parlementairen verdienen om niks te doen. Elke verkozene heeft een jaarwedde van 90.000 €. Ondervoorzitters krijgen daar 27.000 € bovenop, secretarissen – die echt niets te doen hebben – 17.000 €, en quaestoren 20.000 €. Fractievoorzitters krijgen 25.000 € bij hun wedde en voorzitters van parlementaire commissies 8.500 €. De partijen verdelen die lucratieve postjes naar believen onder hun brave leden. De parlementsvoorzitters Pieters (N-VA) en Flahaut (PS) krijgen 227.000 € per jaar. De leden van het parlement van het failliete Brussels Gewest verdienen 7.500 € per maand ; voorzitster Dupuis (PS) het dubbele. De drie ondervoorzitters krijgen 4.200 € bovenop hun maandelijkse wedde, plus 1.700 € voor bijkomende kosten. Allemaal krijgen ze een forfaitaire kostenvergoeding van 3.500 € per maand. Ook in het Brussels Parlement mag men een tiental “secretarissen” aanduiden om brave partijleden te belonen: die krijgen minimaal 2.300 € extra per maand, evenveel als de fractievoorzitters daar bij krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten