2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

zondag 10 oktober 2010

N*A*O* 50: Te oud voor rock'n'roll, te jong om te sterven


N*A*O*, de naamloze achter ons, heeft gezegd :

Na een zomer van seks en drugs, is er nood aan rock ‘n’ roll.
Vanavond wil ik een begin maken met het ordenen van mijn rockgedachten om het drieluik te vervolledigen, dat begon met de seks- en drugsadviezen in “Tender is the night” en “Hasjiesj in Marseille”.


In het leven van de mensen zijn er momenten die moeilijk gevat kunnen worden door de geschiedschrijving.
De rockers uit de jaren zestig en zeventig maakten de moord op John Kennedy mee, de landing op de maan, de boksmatch Ali - Frazier, of het aftreden van Nixon in 1974.

Het is niet zeker welke plaats in de geschiedenis deze momenten zullen krijgen, maar ze creëerden in elk geval een sfeer van dramatische vitaliteit, van dringendheid, van gedeelde ervaring en gezamenlijke bestemming, die de “sixties” typeerde.

De rockmuziek was een noodzakelijk ingrediënt van dit “sixties” gevoel. Rock bracht zowel verschillende muziekstijlen samen, als miljoenen mensenlevens. De “Beatles” zongen “COME  TOGETHER”.

In Spielbergs SF klassieker “Close encounters of the third kind” is er de scene waarin men via muziek probeert te communiceren met de aliens. Men zendt één noot uit en de aliens antwoorden met een andere noot. Dan er ontstaan akkoorden die snel evolueren naar een duizelingwekkende opeenvolging van akkoorden.
Op dezelfde manier bevestigden de noten en de akkoorden, de “riffs” en de woorden, de beat en de melodieën van de rock het fundamentele karakter van de muziek.

Zoals rock zélf een synthese is van rhytm & blues, vroege rock ‘n’ roll, country en folk, speelde hij dus een belangrijke rol in de vorming van het eenheidsgevoel van de “sixties” generatie.

Het eenheidsgevoel van de jaren zestig had misschien minder te maken met het zich afkeren van de ouderen, dan wel met het zijn zelf: het jong zijn, het vrij zijn, het zichzelf zijn, het zijn wie je zelf wil zijn.

In “MY GENERATION” van “The Who” richt Peter Townshend zich tot al wie ouder dan dertig is: “Why don’t you just f-f-f…” (Hij zegt net geen “fuck off”.) “Why don’t you just f-f-fade away? Don’t try to d-d-dig what we all say.”

De “sixties” verheerlijkten in elk geval een leven van onmiddellijk genot.
“The Who” zingt ook: “I hope I die before I get old.”

En daarom is mijn vraag of de rock op tijd gestorven is?

Aan de “Fifies” te zien, lijkt dat niet het geval.

Maar voor ik de ouderdom en de dood van de rock bespreek, wil ik het eerst nog even over de rock zelf hebben.

Rockmuziek geeft een onmiddellijk en direct genot, en vooral het volume ervan maakt het nagenoeg onmogelijk om van de muziek los te komen.
In rock gebeurt alles nu!

Rock kreeg in feite de status van een (atheïstische) religie.
In “American Pie” stelt Don McLean dan ook theologische vragen als: “Do you believe in rock ‘n’ roll?” en “Can Music save your mortal soul?”

“American Pie” is trouwens maar een van de vele rocknummers die over rock zelf gaan.
In al die zelfpromotie is de boodschap steeds dat men de rockmuziek niet moet analyseren, maar wel moet ondergaan.
De magie zit IN de muziek.
Men moet rock ervaren met zijn lichaam, niet met zijn geest.
Daarom is Marshall McLuhans cult uitspraak “the medium is the message” uit 1964 perfect toepasbaar op de rockmuziek.

In tegenstelling tot de andere kunstvormen die slechts ideeën kopiëren, is volgens de filosoof met de poedel Schopenhauer muziek nooit een kopie van iets, maar bevrijdt zij onze wil van de eisen van de omgeving, zodat we eindelijk onszelf kunnen “zijn”.

Het antwoord op de vraag “do you believe in magic?” is dus: “Dance to the Music!”

In “LISTEN TO THE MUSIC” preken de “Doobie Brothers”: “What people need is a way to make them smile,” want “some are heavy” en “some are sad”.

De miserie is dat de eeuwige jeugd toch verloren ging.

Neil Young zegt: “Old man, look at my life. I’m a lot like you were. (..) Give me things that don’t get lost.”

De bloemenkinderen werden dus ouder en zoals “Supertramp” het voorstelt: “sensible and logical”.

Het is moeilijk om exact te bepalen wanneer de rock overleden is.
Sommigen beweren dat het al in 1959 gebeurde met de dood van Buddy Holly. Anderen menen dat het in 1969 gebeurde, pas vier maanden na Woodstock, tijdens het gewelddadige Altamont concert, waar Hell’s Angels een Stones fan neerstaken.
Nog anderen stellen dat het in 1970 gebeurde: het jaar dat Jimi Hendrix en Janis Joplin stierven. Of in 1971 met de dood van Jim Morrison. Of opnieuw in 1970 met de split van de “Beatles”.

Ik zelf denk dat de rock stierf midden jaren tachtig, toen de impact van de Reaganomics duidelijk werd en Janis Joplins motto “get it while you can” een heel nieuwe betekenis kreeg. In plaats van een aansporing om van het leven te genieten, werd het begrepen als een oproep om zoveel mogelijk poen te pakken en te consumeren.

Sindsdien is het zien rondspringen van een Mick Jagger op een podium niet alleen anachronistisch, maar ronduit pijnlijk.
Sindsdien zegt men: “Maar je had hem moeten zien wanneer hij jong was!”

Sindsdien – waarschuwde Jethro Tull al in 1972 – leven rockers in het verleden.

Ondertussen werden niet alleen rockmuziek én rockmuzikanten verkocht, ze werden ook zélf verkopers.
Tegenwoordig schrijven ze “jingles” om producten te herkennen. Bestaan er eigenlijk nog producten die géén rock gebruiken om de verkoop ervan te stimuleren? Onlangs figureerde Bob Dylan zelfs in een verkoopspot voor Cadillac.

In 1967 veranderde Marshall MacLuhan zijn uitspraak al in: “The medium is the massage”…
Zoiets overkwam natuurlijk ook de klassieke muziek. Denk maar aan de in de publiciteit veel gebruikte laatste maten van Tchaikovsky’s “1812 Ouverture”, of de openingsmaten van Richard Strauss’ “Also sprach Zarathustra”.
Maar het verschil is dat men zich moeilijk kan voorstellen dat een norse Beethoven hiermee zou ingestemd hebben

De rock is dus dood, maar het probleem is – zoals met alle religies – dat men er verslaafd aan raakt, zodat men niet meer zonder kan. Een beetje zoals Karl Marx godsdienst als opium voor het volk omschreef.

“The Eagles” zeggen hetzelfde: eenmaal men geboekt heeft in “HOTEL CALIFORNIA”, “you can check out anytime you like, but you can never leave.”
Er is de roem. Er is de aanbidding. De levensstijl. De drugs en de groupies. Het geld. De muziek ook natuurlijk.
Geen wonder dat men daar moeilijk afscheid kan van nemen en “angry young man” wil blijven.

Het samenhorigheidsgevoel van de jaren zestig wordt wel eens de “illusie van gemeenschap” genoemd.
De consumptie-ideologie is waarschijnlijk de oorzaak van de ondergang van dit gevoel.

Nu bestaan er meerdere klassieke rocksongs over de cynische sociale of politieke activist, die zich terugtrekt in zijn privé-wereld.

In “ANGRY YOUNG MAN” zingt Billy Joel: “He refuses to bend, he refuses to crawl,” maar ook: “He’s always at home with his back to the wall.”

Rockmuziek is niet alleen dood omdat zij in plaats van een illusie van eenheid te creëren individuele consumptie aanmoedigt, maar ook omdat ze zelf niet meer tot een synthese komt van de niet meer te tellen muziekgenres: rock ‘n’ roll, klassieke rock, punk rock, cyberpunk, heavy metal, new wave, rave, rap, dance/rap, gangsta rap, bass, hip hop, psychedelic hip hop, rockabilly, progressive, alternative, free style, techno, house, grunge, reggae, dance-hall reggae, ragamuffin reggae, en waarschijnlijk nog veel meer. (In de psychiatrie zouden ze zeggen: “N.A.O.” of “Niet Anders Omschreven”…)


Hoe genant ik de Electrabel-affiche ook vond, ik heb haar onmiddellijk gerecupereerd.
Want zelfs al was rock niet meer dan een vehikel, dan nog was het een vehikel dat ons van daar naar hier bracht en van toen naar nu.

Ik geef toe dat iedere generatie zijn moeilijke tijden kent, maar niet elke generatie wordt geconfronteerd met de volledige erosie en destructie van al zijn culturele overtuigingen en idealen, hetgeen de vijftigers en zestigers moeten verduren.

Daarom ben ik “TO OLD TO ROCK ‘N’ ROLL,” maar “TO YOUNG TO DIE”.


Aldus sprak N*A*O*,
De schoonste muziek blijft voor de meeste mensen
toch maar de klank van hun eigen stem’,
Merksem , 5 oktober 2010 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten