2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

woensdag 30 december 2009

N*A*O*'s Nietsdoen (XIII)

N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, …

… dacht : “Shit, komt de petrolleverancier ?” Hij kwam…

en ze dronken samen, 7 dagen lang,

wat zullen ze drinken, wat een dorst.

Er is genoeg voor iedereen,

dus drinken ze samen,

sla het vat maar aan,

ja, drinken ze samen, niet alleen.


Zullen ze niet-werken, 7 dagen lang ?

Ze zullen niet-werken voor elkaar.

Er is niet-werk voor iedereen.

Dus wordt het niet-werken, 7 dagen lang,

Niet-werken ze samen, niet alleen.


Voorts bekeek N*A*O* vandaag “Message in a bottle” en ging daarna op zoek naar snaren en een tuner.

Repetitie met de Fifies. Drumster Birdy Goodman legt een strak ritme op. Zij ziet het lineair aflopen van een telkens met een of meer nummers aangevulde playlist als de ruggengraat van de band.

In dezelfde zin beantwoordde vriend Wim Van Rooy vandaag N*A*O*’s gedraai rond het nietsdoen (dat voorlopig niet de garantie biedt tot een uitkomst te komen) met de suggestie van een “ritualistische tijdsindeling”.

Van Rooy en Goodman benadrukken het belang van grenzen. (Lees Van Rooy’s “Grenzen van de multiculturaliteit”.)

Na de repetitie sprak N*A*O* Duits met Adriana, van de gelijknamige song.

Daarna op de terugweg, raadselachtig, in haar auto, toch nog Rhonda gekruist. Allez, wel even gestopt voor de foto.

Uiteindelijk zelfs nog tijd gevonden om wat woede toe te laten.

Daarbij nog een goed glas Dalwhinnie whisky van 17 jaar oud, waarvan het laatste jaar een tweede rijping inhield in een speciaal geselecteerd houten vat.

Dat alles in een bad met de geur van olijven en cypressen.

-13-

Want behalve met het “Raadsel van het Nietsdoen”, heeft N*A*O* ook nog problemen met de “G3” (de “Griezel van de Goedgeplaatste Gadgets”).

In zijn “Theorie van de vrije tijd klasse” toont Thorstein Veblen namelijk aan dat “nutteloze” spullen karakteristiek zijn voor een opmerkelijke vorm van consumptie, zeker wanneer ze de niet-productieve consumptie van tijd, ruimte en goederen met zich meebrengen.

Hij schrijft : “Van de tijd van de Griekse filosofen tot nu werd een bepaalde mate van vrije tijd en afzondering van de industriële processen die beantwoorden aan de onmiddellijke dagelijkse verwachtingen van het menselijk leven, door nadenkende mensen altijd erkend als een eerste vereiste voor een waardig of mooi, of zelfs een onberispelijk menselijk leven. Het leven in vrije tijd is in zichzelf en in zijn gevolgen schoon en verheffend in de ogen van alle geciviliseerde mensen.”

Wat is nu N*A*O*’s “G3” probleem ?

Welnu, zoals Aristoteles hoopte, zou men zich in zijn vrije tijd kunnen wijden aan filosofische reflectie, maar dit wordt toch niet vereist !

Veblen beschrijft hoe de vrije tijd in werkelijkheid ingevuld wordt, namelijk met opzichtige stomme bezigheden, die toch een dun laagje vernis van “schijnbaar nut” of doelgerichtheid behouden : het verzamelen van zeldzame uitgaven of snuisterijen, het bedrijven van een of andere oude sport, overvloedige aandacht voor kleding en manieren.

“De vrije tijd gentleman wordt een kenner van prijzenswaardige eetwaren van verschillende graden van verdienste, van mannelijke dranken en snuisterijen, van juiste apparatuur en architectuur, van wapens, spellen, dansen en drugs. Deze cultivering van het esthetische vermogen vereist tijd en toewijding, en dit soort eisen die de gentleman gesteld worden neigen ertoe zijn leven in vrije tijd te veranderen in een min of meer zware toewijding aan de lastige opgave van het leren om in behoorlijke mate een leven te leiden van schijnbare vrije tijd.”

Aldus lanterfantte N*A*O*,

‘Otium est pulvinar diaboli (XIII)’,

Merksem, 30 december 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten