N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, …
… speelde vandaag bas bij de “Fifies”. Hij OEFENDE de baslijn van “Adriana”, het liedje van de gitarist voor zijn eerste kleinkind, met de pedofiele tekst :
Sweet Adriana
Wanna get near to you
Don't know what is happening
You keep smiling at me
Angels and birds
Undressing you
That peachy skin
My eternal clue
- evenals die van Steely Dan’s “Rikki don’t lose that number” en die van The Beatles’ “Revolution”, waarbij de Naamloze nog steeds hoopt dat de zanger “You can count me IN” zal zingen, in plaats van “You can count me OUT”…
-5-
De tegenwoordig dominante opvatting van vrije tijd, met zijn steeds meer opgefokte vormen van rust en recreatie, die dikwijls shoppen en vormen van poductie-als-comsumptie inhoudt, is zelfdestructief.
Vrije tijd is erger dan luieren. Hij lijdt aan de reeds vermelde ‘dialectische assimilatie’, omdat hij geconstrueerd wordt als tegendeel, dus als restant van de werktijd.
Eigenlijk véél erger, omdat het vermomd werk is.
De luiaard – die geen echte nietsdoener is – weet tenminste dat hij werk vermijdt.
Terwijl de vrije tijdsadept werkt zonder het zelf te weten ! Vrije tijd is gewoon werk met andere middelen, zowel op persoonlijk, als op systeem vlak ; dit wil zeggen : zowel op het vlak van de particuliere, als van de algemene economieën.
Op particulier niveau werkt de vrije tijdsadept omdat hij even onvrij is ten aanzien van de vrije tijdsverplichtingen, als ten aanzien van die van het werk. Dezelfde wanhoop, gatlikkerij en alomvattende onophoudelijke onzekerheid is duidelijk observeerbaar.
De luiaard is nors en verveeld, maar de vrije tijdsadept is manisch en razend.
Ze zijn allebei harteloos, maar de vrije tijdsaanhanger is overtuigd van de waan dat hij gelukkig is, of tenminste geluk nastreeft in één van zijn cultureel aanvaarde vormen.
Op algemeen niveau is het ook een mislukking, omdat deelname aan de vrije tijd altijd een economisch engagement is. Vrije tijd is gestructureerd en gedisciplineerd door de knooppunten en de kanalen van de kapitaaleconomie, waarvan de productie- en consumptiecycli altijd in de richting gaan van hetgeen misleidend “groei” genoemd wordt. Maar wat we “groei” noemen is in werkelijkheid winstproductie.
Volgens Georges Bataille genereren alle economieën winst en verschillen ze enkel in de wijze waarop winst afgereageerd of gelost wordt.
Kapitaaleconomieën zijn als haaien : ze moeten blijven vooruitgaan om in leven te kunnen blijven. “Vooruitgang” in de zin van marktexpansie en productdiversificatie.
Hiervoor moeten natuurlijk beschikbare individuen rondlopen, die de markt vormen en de producten kopen.
Het is dankzij de vrije tijd dat er een gegarandeerde aanvoer van consumenten is, die kunnen gaan shoppen, schoenen passen, films zien, muziek beluisteren, enz.
Aldus lanterfantte N*A*O*,
‘Otium est pulvinar diaboli (V)’,
ISS, 22 december 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten