2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

zaterdag 24 april 2010

N*A*O*'s Questions aux belgicistes (XX) : THE DAY AFTER

N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, vraagt zich af of dan toch het uur van de waarheid is aangebroken in België ? Komt de eerste stap van de VERANDERING dan toch van een establishmentpartij, van de vernieuwde Open-VLD ?

-1-            JOENK TOCH !
In “N*A*O* zoekt asiel in een boerka van vlees”(1) deed de Naamloze een summiere popanalyse van de Belgische staat.

Men kan het Franstalig gedrag als “hysterisch” bestempelen. De Franstaligen zijn door moedertje België verwende kinderen, die de spelregels voortdurend veranderen tijdens het spel, maar zich hierdoor anderzijds zeer onzeker zijn beginnen voelen.
De Vlamingen, die hen permanent achterna huppelen en steeds in de verdediging zitten, minachten zichzelf en proberen “dwangmatig” perfect te zijn, omdat ze te streng bejegend werden door vadertje België, maar onderhuids vormde zich een bom van woede.

Het lijkt er nu op dat het nieuwe “joenk” van Open-VLD de Franstalige kinderen in snelheid gepakt heeft. De rollen werden omgekeerd. Het Franstalige “chickengame” werd plots met dodelijke ernst meegespeeld door de Open-VLD, die de Franstalige kar niet meer ontweek, en zich - geheel op hysterische wijze – te pletter reed en de federale regering liet vallen.
De Franstaligen zien zich onverwacht geconfronteerd met de geboorte van een lastig broertje, dat ze tevergeefs weer in de Vlaamse lijdzame rol willen duwen door zich kijvend met de strenge vader te identificeren : “De koning heeft er genoeg van… en wij ook !” (Sud Presse, 23 april 2010)
Als een van de weinige Franstaligen heeft PS-ondervoorzitter Moureau in elk geval de Vlaamse hysterisering door. Hij twijfelt er immers aan dat in Vlaanderen nog “redelijke” partijen zijn. Het is gedaan met de Vlaamse dwangmatige morele perfectie. “Maar we zullen verplicht zijn om met hen het debat aan te gaan.” (Le Vif, 23 april 2010)

Maar vooral de met het establishment collaborerende Vlamingen zijn (heimelijk aangenaam) verrast door het suïcidale lef van het nieuwe “joenk”.
Met tranen in de ogen en met stokkende stem verklaarde Marianne Thyssen (CD&V) aarzelend dat ook zij het Vlaamse BHV-voorstel in het parlement zal agenderen én stemmen. Zoals altijd te laat beweert S.P.a hetzelfde te willen. En Van Besien (Groen!) leek zelfs getraumatiseerd door De Croos gedrag, maar neemt vandaag diens voorwaarden over voor de eventuele voortzetting van de BHV-onderhandelingen.

Haar positie van het perfecte oudste kind is achterhaald en CD&V is daarover ronduit woedend, terwijl zij het nieuwe “joenk” toch bewondert.
Pol Van Den Driessche viel Alexander De Croo niet rechtstreeks aan, maar begon te klikken tegen Linda De Win en meende te weten dat Kwikske achter zijn stoer doen zat.
Mark Eyskens begon gisteravond bij Phara, razend met zijn vingertje zwaaiend, het “joenk” zwaar te beschuldigen. Vergetend dat hij zelf ooit als premier verantwoordelijk was voor speculatie tegen de Belgische frank en dus voor de devaluatie ervan, hield hij hem verantwoordelijk voor speculaties tegen de Belgische kredietwaardigheid en voor Griekse toestanden. Maar tegen het einde van het programma kreeg zijn wijzend vingertje een heel andere betekenis, namelijk : “Jij bent me er eentje ! Jij bent de ware !”
In hetzelfde programma kwam den Baard (Vande Lanotte) van de oude mannen partij S.P.a(2) gewichtig doen, zij het zoals altijd hopeloos te laat. Eerst poneerde hij dat uit zijn analyse van het gedrag en de uitspraken van het nieuwe “joenk” - ook tijdens het programma zelf : dus waar hij bij zat (van snelle analyse gesproken) – dat het maar een spelletje was. Daarna knipoogde hij : “Zeg dat gewoon Alexander, wij doen dat allemaal.”
De politiek nog groene Groen!-voorzitter Van Besien spreekt bewonderend over het “onnavolgbare bochtenwerk” van De Croo : “Eerst stappen ze op van de onderhandelingstafel, daarna zeggen ze de splitsing meteen bij stemming te willen doordrukken, enkele uren later kondigt de partij aan terug te willen keren naar de onderhandelingstafel.” (De Standaard, 23 april 2010)

N*A*O* herinnert aan Freuds vergelijking van obsessionelen met priesters en hysterici met kunstenaars.
Welnu, Vlaanderen is niet langer priester, maar werd artiest !

-2-            VREDE ZIJ MET U !
Zal de VERANDERING zich doorzetten ?
Zal BHV het breekpunt worden voor het langverwachte confederale België (zoals Voeren dat was voor het federale België) ? (Jos Bouveroux in Vandaag, Radio 1, 23 april 2010)(3)

De VERANDERING komt uiteindelijk niet alleen van de Vlaamse liberalen.
CD&V-voorzitter Marianne Thyssen verweet niet voor niets beide liberale partijen onverantwoordelijkheid.
Iedereen weet ondertussen dat Didier Reynders van de Franstalige liberalen niet van plan is ook maar een toegeving te doen.. maar hij stelt tegelijk wel fundamentele vragen.
Vanmorgen zei hij op La Première (RTBF) : “Het is tijd om de vraag te stellen hoe we in de komende jaren samen kunnen leven in België. Men moet die vraag durven stellen. (..) De Vlaamse politici moeten ons zeggen welke structuur ze willen en welke rol de Franstaligen daarin kunnen spelen.”

Het is duidelijk de bedoeling van onze honing en zijn demissionaire regering om de verkiezingen uit te stellen tot na het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.
Een akkoord over BHV lijkt onmogelijk, zodat de Vlaamse partijen wellicht volgende week donderdag eenzijdig de splitsing zullen stemmen, hetgeen door de Franstaligen als een oorlogsverklaring beschouwd zal worden. Zij zullen aan de alarmbel trekken om een maand uitstel te krijgen en daarna vermoedelijk zelf eenzijdig als taalgroep in de Brusselse regering een belangenconflict inroepen om nog meer uitstel te bekomen. Daarna moet een noodwet gemaakt worden om de onvermijdelijke verkiezingen geldig te maken.

Of dit plan nu lukt of niet, of de verkiezingen na of voor het Belgisch voorzitterschap vallen, de hoofdvraag wordt of deze federale regering de laatste Belgische was ?

Eigenlijk is het niet verwonderlijk dat de Belgische constructie zoveel professoren onder haar verdedigers telt : men moet ook professor zijn om de ingewikkeldheid ervan te begrijpen.

Zo kon vandaag Luc Huyse het weer niet laten de Belgische “pacificatiedemocratie” te verdedigen, waarbij hij zelfs zover gaat om te accepteren dat het Vlaams territorium(4) wordt geschonden en de eenzijdige stemming van BHV door de Vlamingen, die in het parlement in de meerderheid zijn, verwerpt. (De Standaard, 23 april 2010)

N*A*O* begrijpt wel het belang van “pacificatie”. Het uitgangspunt van de zogenaamde “pacificatiedemocratie” bestaat erin om niet de simpele meerderheid te laten spelen, maar de meerderheid nog groter te maken en relevante groepen te betrekken. In België zijn dat sinds de jaren zeventig de taalgroepen.

Huyse geeft het een beetje vreemd fictief voorbeeld dat een meerderheid van vrouwen in het parlement tegen de mannen in een vrouwvriendelijke wet zou stemmen. Is daar iets op tegen ? Hij bedoelt waarschijnlijk dat wanneer zoiets veel zou voorkomen het zeer begrijpelijk zou zijn dat de mannen “pacificerende” en hen als groep beschermende beperkingen zouden voorstellen. En waarom ook niet ?

Toch heeft de Naamloze de indruk dat Huyse’s pleidooi louter theoretisch is. Uit de Belgische geschiedenis blijkt dat de minderheid van de Franstalige taalgroep steeds méér nood heeft aan groepsbeschermende regels. De Vlamingen beschouwen dergelijke “grendels” ook niet meer als beschermende middelen, maar meer en meer als aanvalswapens.

Wanneer nagenoeg iedereen het erover eens is dat de Belgische constructie inefficiënt is, is het dan niet logisch dat men het mooie idee van de “pacificatiedemocratie” in vraag stelt ? Beschermende maatregelen zijn nodig binnen een huwelijk… zolang dat huwelijk het doel blijft.

Huysse zelf eindigt zijn artikel met de stelling dat “it takes two to tango” en met zijn bezorgdheid dat de Franstalige minderheid roekeloos omgaat met de beschermingsmiddelen.

De in “pacificatiedemocratie” gespecialiseerde Nederlander Arend Lijphart stelt dat dit model in België steeds minder goed werkt omdat “de politieke elite zich steeds minder is gaan houden aan de fundamentele spelregels : het vertrouwelijk onderhandelen in besloten kring, het verzakelijken of ontideologiseren van politieke problemen (..)” (De Morgen, 9 mei 2009)

Behalve dat bij N*A*O* deze fundamentele spelregels vrij onaangenaam technisch en elitair overkomen, verneemt hij van Lijphart ook dat in België misschien niet voldaan wordt aan een andere voorwaarde voor de werkzaamheid van dit model : misschien is de decentralisatie er al te ver gevorderd… En dat is de vraag naar de al dan niet hernieuwde keuze voor het huwelijk.

Een andere voorstander van het Belgisch consensusmodel, de notoir belgicistische UA-professor Dave Sinardet geeft toe dat het model bij ons perverse effecten veroorzaakt. (Trio, Klara, 17 april 2010)
Tenzij hij zichzelf tegenspreekt (waarvan N*A*O* eigenlijk overtuigd is), doet Sinardet alle moeite om aan te tonen dat Vlamingen en Walen het eigenlijk wel met elkaar vinden, zodat België volgens hem in feite geen “pacificatiedemocratie” nodig heeft.
Marc Platel antwoordt hierop dat het fameuze Belgische consensusmodel inderdaad een politieke truc was om een natie, die inefficiënt werd en uiteenviel als gevolg van preferentieverschillen (niet tengevolge van haat), bijeen te houden.
De Belgische staat moest in de jaren zestig alleen maar hervormd worden als compensatie voor Vlaams geld dat nodig was om de Waalse economische problemen het hoofd te bieden. De meteen ingebouwde grendels dienden om deze ogenschijnlijke staatshervorming veiligheidshalve te neutraliseren. (Trio, Klara, 17 april 2010)

-3-            EN MET ALEXANDER…
Ondertussen is Vlaanderen dus gehysteriseerd en wil het niet langer wachten op een leven in het hiernamaals, houdt het op een agressieve “binnenfretter” te zijn en ontdekt het zijn brandend verlangen, waaraan het voortaan trouw is en waarvoor het  – met scha en schande - uitkomt.

Vlaanderen wil niet alleen niet langer wachten om zijn eigen voorkeuren na te streven, het ontdekt tegelijk dat de jarenlange morele discussie over de al dan niet “zwarte” trekken van zijn verlangen slechts de maskerade was voor het genot van het Franstalig Brussels regime (dat daarbij nog eens betrapt werd tijdens zijn pervers misbruik van Vlaanderens Waalse broertje).

Vlaanderen wordt er zich van bewust dat het geen goede politici heeft.(5) Zijn verkozenen bekwamen nooit materiële voordelen voor Vlaanderen. Zij onderhandelden nooit om Vlaamse verlangens te realiseren, hoogstens om deze te mogen uiten, waarvoor altijd moest betaald worden. Een uitzondering voor een recht ; een tegenbesteding voor een investering.

Nu weer in het geval van BHV : een nieuwe uitzondering voor de afschaffing van een uitzondering. (Van Orshoven in Knack, 14 april 2010)
De “onderhandelde oplossing” of het “compromis” is in dit geval de uitholling van een territoriaal recht.

Want achter de vlag van personenbescherming schuilt wel degelijk een Franstalige territoriale interesse.
De Franstalige politici willen eigenlijk de uitbreiding van het valselijk “tweetalig” genoemde Brusselse gewest(6) als compensatie voor de splitsing van BHV. Hun aandacht gaat vooral naar de zes faciliteitengemeenten, die zelfs indien ze niet bij Brussel aangehecht worden, toch al een ander statuut moeten krijgen, door onder federale in plaats van Vlaamse voogdij geplaatst te worden. Bij niet toevoeging aan Brussel wil men dat de Franstalige gemeenschap bevoegdheden krijgt in de zes gemeenten en dat de “rondzendbrief Peeters”, die de faciliteiten regelt, afgeschaft wordt. In de praktijk zal er geen sprake meer zijn van faciliteiten, maar van volledige tweetaligheid, die natuurlijk op korte termijn Franse eentaligheid wordt.
Voorlopig bevat Dehaene’s voorstel noch gebiedsuitbreiding van Brussel, noch bevoegdheidsuitbreiding van de Franse gemeenschap, noch de intrekking van de rondzendbrieven.
Loodgieter Jean-Luc Dehaene, die vroeger altijd tegen het inschrijvingsrecht was, stelt dat ook nu niet voor. De Franstaligen willen dat, als BHV gesplitst wordt, men zou mogen stemmen in Brussel. Maar ook dat is een inbreuk op het Vlaamse territorialiteitsbeginsel, aangezien de Franstalige Brusselse politici om deze stemmen te winnen zich toch zullen gaan moeien in de Vlaamse randgemeenten ?
Dehaene maakt het hen iets moeilijker : Franstaligen mogen wel eigen lijsten indienen in Vlaams-Brabant (zoals Vlamingen in Waals-Brabant)…

De Franstaligen hebben dus de bedoeling om op korte termijn hun bevoegdheden uit te breiden op Vlaams grondgebied, dat zij later definitief willen inpalmen.

Maar Vlaanderen was alvast even gehysteriseerd en reageerde op Latijnse wijze omdat het betast werd. Het duwde heftig zijn Franstalige incestueuze misbruiker van zich af.
Vlaanderen wil voortaan niet meer betast worden, maar verleid, zoals Alexander.

De extreem ambivalente en gewelddadige houding die Vlaanderen aanneemt tegenover Alexander De Croo is verklaarbaar door het in deze crisis plots bevrijde Vlaams bewustzijn. Brandend als een vulkaan wil men dat prachtig vliegend “joenk” uit de lucht halen… om het te koesteren.

Aldus sprak N*A*O* :
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XX)’,
Wezet, 23 april 2010

(2) De Standaard, 21 april 2010.
(3) Een meer pessimistische visie over de recentste crisis : http://smithsonsplace.blogspot.com/2010/04/over-neushoorns-en-westmalles.html.
Of ook : http://www.doorbraak.org/kort/33487.
(4) Het is natuurlijk zo dat de grondwettelijke taalgrenzen geen landsgrenzen zijn. Het zijn echter wel wettelijke gewestgrenzen, die bij eventuele regionale onafhankelijkheid internationaal als staatsgrenzen erkend kunnen worden. De Franstaligen die zogezegd in tegenstelling tot de Vlamingen niet het territorialiteitsprincipe aanhangen, maar wel het personaliteitsprincipe, hechten wel degelijk veel belang aan territorium. Zij lieten de gewesten altijd primeren boven de gemeenschappen. Zij hechten zeer veel belang aan de territoriale uitbreiding van Brussel.
Eigenlijk is dat niet meer dan normaal. Zonder territorium bestaat geen individuele psyche, noch het “wij” waarmee het individu een noodzakelijke wisselwerking onderhoudt. Men kan dat zien als “interne resonantie” in het proces van psycho-sociale individuatie (Simondon) of als het “plaats-vinden” van die individuatie.
Het is typisch hysterisch om continu de spelregels te veranderen. De Franstaligen hanteren dan ook zowel personaliteits- als territorialiteitsprincipe, naargelang het hen uitkomt.
(5) N*A*O* wil deze gedachte onmiddellijk relativeren. De complexiteit van de Belgische constructie, die dient om SLECHTS twee groepen in evenwicht te houden – in tegenstelling tot Amerika met zijn 50 staten of Zwitserland met zijn 26 kantons -, is inherent instabiel. Deze instabiliteit verklaart de extreme particratie. Een afwijking van de partijlijn veronderstelt veel moed, omdat een volksvertegenwoordiger in België steeds het gevaar loopt verantwoordelijk gesteld te worden voor de val van de labiele regering. Dat overkwam gisteren Alexander De Croo.
(6) In Dehaene’s plan is voorzien om deze “tweetaligheid” van het Brussels gewest nog te versoepelen : gemeenteambtenaren zouden niet meer tweetalig moeten zijn, maar enkel nog de gemeentediensten. Brussel hoofdstad van Vlaanderen ?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten