Tot Pasen had Jean-Luc Dehaene om met een oplossing voor het probleemdossier B-H-V op de proppen te komen. Voor politicoloog Bart Maddens hoefde de loodgieter uit Vilvoorde echter niet verder te zoeken. De oplossing lag immers voor zijn neus. 'Keur het Vlaamse wetsvoorstel over de splitsing van de kieskring gewoon goed in het parlement.' (De Morgen, 1 maart 2010)
De beste oplossing is al voorhanden
Bart Maddens
Het is met B-H-V een beetje zoals met die gestolen brief in het verhaal van Edgar Allan Poe: alle politici, Jean-Luc Dehaene op kop, zijn al maanden koortsachtig op zoek naar een 'oplossing'. Maar de oplossing ligt eigenlijk voor hun neus, net zoals de onvindbare brief bij Poe gewoon in het vakje met 'brieven' lag. Die oplossing, dat is het Vlaamse wetsvoorstel dat al is aangenomen in de Kamercommissie. Ik som hier tien goede redenen op om dit voorstel onverwijld goed te keuren in het parlement.
1. De oplossing die de Vlaamse partijen voorstellen is heel redelijk en zit technisch goed in elkaar. Ten gronde gaat het om de vraag hoe je de provincialisering van het kiessysteem en de 5%-drempel op een werkbare manier kunt toepassen in de gesplitste provincie Brabant, rekening houdend met de specifieke positie van Brussel. Het Vlaamse wetsvoorstel voorziet in een systeem van apparentering, waardoor Vlaamse lijsten die in de kieskring Brussel onder de 5%-drempel blijven toch nog zetels kunnen halen. Anderzijds kunnen ook de Franstaligen in Vlaams-Brabant vertegenwoordigd blijven in de Kamer, net zoals dat nu het geval is in het Vlaams parlement.
2. Dit Vlaamse voorstel werd mee uitgewerkt door de huidige voorzitter van de Europese Raad. Als er één politicus is die ervan gruwelt om met communautair dynamiet te spelen, dan is het wel Herman Van Rompuy. Dat zelfs hij het voorstel heeft ondertekend illustreert dan ook perfect wat ik in het vorige punt al schreef: wat voorligt in de Kamer is geen extremistische bombrief, maar een redelijke en logische oplossing voor een verkiezingstechnisch probleem.
3. Het goedkeuren van het Vlaamse wetsvoorstel is de enige manier om rechtszekerheid te creëren rond de volgende federale verkiezingen. Het voorstel komt tegemoet aan de opmerkingen van de Raad van State bij eerdere splitsingsvoorstellen. Het strookt perfect met de Grondwet en met het arrest van het Grondwettelijk Hof. Dat kan niet gezegd worden van mogelijke alternatieven. Juristen verschillen van mening over de vraag of het herinvoeren van de oude kieskringen in overeenstemming zou zijn met het arrest. Ook een loodgieteroplossing zal onvermijdelijk op allerlei juridische bezwaren stuiten en worden aangevochten bij het Grondwettelijk Hof. Met een juridisch betwistbare regeling blijft de mogelijke schorsing of vernietiging als een zwaard van Damocles boven de verkiezingen van 2011 hangen.
4. Ook in een pacificatiedemocratie is het soms nodig om beslissingen te nemen tegen de minderheid. De Vlamingen hebben in het verleden al verschillende pogingen ondernomen om een consensus te bereiken over B-H-V. Maar die pogingen zijn mislukt, en de tijd dringt. In die omstandigheden is het normaal dat de democratische meerderheidsregel gaat spelen. Ook inzake de abortus- en euthanasiekwesties werd er aanvankelijk gepoogd om een consensus te bereiken tussen katholieken en niet-katholieken. Maar toen dit niet lukte, en een aanpassing van de wetgeving zich opdrong, hebben de vrijzinnigen hun visie eenzijdig doorgedrukt. De katholieken vonden dit niet prettig, maar hebben er zich als goede democraten wel bij neergelegd.
5. De Vlaamse partijen hebben al verschillende keren plechtig beloofd dat ze B-H-V zouden splitsen zonder daarvoor een prijs te betalen. Politieke en electorale beloftes moeten natuurlijk altijd met een korreltje zout worden genomen. Dat komt echter omdat de partijen zelden voldoende macht hebben om die beloftes onverkort waar te maken, en zich dan ook noodgedwongen moeten neerleggen bij een compromis. Punt is echter dat de Vlaamse partijen inzake B-H-V voor een keer wél de macht hebben om te doen wat ze hebben beloofd. Als ze zelfs in dat geval de meest plechtige beloften aan hun laars lappen, dan zal hun politieke geloofwaardigheid onvermijdelijk een nieuw dieptepunt bereiken.
6. Het is allesbehalve een uitgemaakte zaak dat de Franstalige partijen het tot een regeringscrisis (en dus een regimecrisis) zullen laten komen omwille van B-H-V. Als gewiekste pokerspelers en briljante strategen dreigen ze daar natuurlijk wel mee, en dat is ook normaal. Minder normaal is dat de Vlamingen daar zo makkelijk intrappen. Op de keper beschouwd staat er in B-H-V geen immens groot belang op het spel voor de Franstaligen. B-H-V splitsen leidt tot een beperkt voordeel voor de Vlamingen (het afremmen maar zeker niet indammen van de verfransing in de Rand) en een beperkt nadeel voor de Franstaligen (het verlies van een paar tienduizend stemmen). Zouden de Franstaligen België omwille daarvan echt op de rand van de afgrond brengen? Dat ze de welvaart van honderdduizenden Walen ondergeschikt maken aan de belangen van een paar tienduizend rijke villabewoners rond Brussel krijgen ze nooit aan hun kiezers uitgelegd.
7. Het is niet juist dat de alarmbelprocedure automatisch de val van de regering met zich meebrengt. Na de lange reeks van belangenconflicten kunnen de Franstaligen nog die alarmbelprocedure starten als ultiem vertragingsmiddel. Als de alarmbel wordt geluid, dan heeft de regering dertig dagen de tijd om een gemotiveerd advies te formuleren. Dat advies zal niets anders zijn dan het standpunt dat de federale regering al sinds jaar en dag verdedigt (onder meer in het Overlegcomité naar aanleiding van de uiteenlopende belangenconflicten): de regering streeft naar een 'onderhandelde' oplossing en verzoekt het parlement om, in afwachting daarvan, het Vlaamse wetsvoorstel niet goed te keuren. Daarna gaat de parlementaire procedure gewoon verder en beslist het parlement soeverein of het dit advies van de uitvoerende macht al dan niet volgt.
8. De regering hoeft evenmin te vallen over de bekrachtiging van de wet. Dat is in ons parlementair systeem niet meer dan een apolitieke formaliteit, waarbij de uitvoerende macht akte neemt van wat het soevereine parlement beslist. Elke andere interpretatie zou betekenen dat we terechtkomen in een soort van presidentieel systeem, waarbij de uitvoerende macht een veto kan stellen tegen de wetgevende macht.
9. Paradoxaal genoeg zijn er vooral vanuit een Belgischgezind perspectief goede redenen om het Vlaamse voorstel snel goed te keuren. De goedkeuring van dit wetsvoorstel zou België niet opblazen maar juist versterken. Dat is, zoals gezegd, de enige manier om de juridische onzekerheid rond de volgende federale verkiezingen weg te nemen. Het zou aantonen dat de Belgische Grondwet en de arresten van het Grondwettelijk Hof méér zijn dan vodjes papier. Maar vooral zou daarmee het bewijs worden geleverd dat België nog steeds kan functioneren als een normale democratie, waarbij de minderheid de beslissingen van de meerderheid aanvaardt, ook al is ze het er niet mee eens.
10. Tenslotte zullen het vooral de Franstaligen zelf zijn die in de coulissen opgelucht adem zullen halen wanneer de Vlamingen de B-H-V-wet eenzijdig goedkeuren. Dit is voor hun de gemakkelijkste manier om verlost te raken van een vervelend maar niet vitaal dossier, zonder electoraal gezichtsverlies te leiden. Ten aanzien van de eigen kiezers kunnen ze de handen in onschuld wassen, want de Vlamingen hebben het gedaan.
Een elfde reden heeft natuurlijk te maken met Dehaene zelf. De man moet een 'onderhandelde' oplossing zien te vinden, maar is langs alle kanten vastgeketend: hij heeft geen bijzondere meerderheid, geen tweederde meerderheid, wordt tegengewerkt door de Vlaamse regering en moet tot overmaat van ramp werken tegen een uiterst scherpe deadline. De kans dat hij zich als een politieke Houdini uit die talrijke boeien zal kunnen bevrijden is klein tot onbestaande. Laten we die arme man snel uit zijn lijden verlossen en de Gordiaanse B-H-V-knoop gewoon doorhakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten