2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

dinsdag 20 september 2011

N*A*O*'s Questions aux belgicistes (XXXXI)

N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, vraagt zich af – nu de hoerasfeer erover aan het wegebben is - wat de betekenis is van het Belgisch akkoord van 15 september jongstleden over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde?
Is dit Tetitatutes-akkoord een 660.960-Minuten-Politieke-Moed-akkoord, dan wel een Regenworm-akkoord? Is dit 5-Over-12-akkoord geen Verondersteld-akkoord? Of zou het een Italian-Job-akkoord zijn?
Maar in al deze gevallen vraagt hij zich af of het Beke-Laat-akkoord niet altijd tegelijk een N-VA-akkoord is?

-1- Het Tetitatutes-akkoord

De duur van 459 dagen onderhandelen over dit eerste minuscule detail in de regeringsvorming sinds de federale verkiezingen van juni 2010 is typisch voor de Belgicistische bavianen, die de politici van de acht onderhandelende partijen zijn. (1) Het zijn snobistische beesten, die - omdat ze denken de “missing link” te zijn (2) - gespecialiseerd zijn in na-apen, en eens ze doorhebben dat menselijke politiekers wel eens onderhandelen, dat voortaan dan ook tot in het absurde nabootsen.

Het was Vlaamse, en meer bepaald West-Vlaamse, woede die een eind maakte aan dit onderhandelen over niets à la française.
Het was de geilige en eeuwig ontslagnemende Yves die riep: “Tetitatutes! Ik neem ontslag!” Woedend besloot hij ontslag te nemen van het ontslagnemend zijn en naar Parijs te verhuizen, Fortis en Electrabel achterna.
Meteen speelde hij het Franstalig Front uiteen en plaatste hij het voor een “deadline”.

Dat Didier “Tistoknormaal” Reynders Belgisch premier zou worden is namelijk het ergste wat zowel fils-à-maman Di Rupo als fils-à-papa Michel kan overkomen. Elio zette er immers reeds lang zijn zinnen op om onze eerste Nederlandsonkundige premier te worden sinds meerdere decennia en Charles wil niet terug naar af nadat hij “Tistoknormaal” van de MR-troon stootte!
De perverse (want geheel met zijn moeder en met het hoofd van de PS-studiedienst, Anne Poutrain, geïdentificeerde) Di Rupo reageerde op dezelfde wijze als alle homo-moeders doen, namelijk met: “Als je niet braaf bent, zeg ik het tegen je vader!”
En Elio riep voor de zoveelste keer honing-papa Albert terug uit zijn opnieuw tevergeefs aangevangen jetset-verlof aan de Côte d’azur.
Honing-papa Albert deed wat een decadente en afwezige vader op zo’n moment hoort te doen; hij gaf zijn vrouw gelijk en tierde: “S*H*A*M*E*!”
Het “Be*Ha*Ve*!”-akkoord (3) was een feit.
Dat het vooral Michel was die moest inbinden (4) was logisch: als enige franstalige niet-pervert (want – tistoknormaal – met zijn vader geïdentificeerde) erkende hij het vaderlijk gezag nog wel…
Waarom de geilige Yves eigenlijk zijn triomfantelijke wedergeboorte als Belgische Messias aborteert om een tweederangspositie te gaan bekleden in een tweederangsorganisatie, kwam men ondermeer te weten tijdens zijn interview met “Terzake” (5) . (Canvas, 16 september 2011) Met een grimlach herinnerde hij de kijker aan de uitspraak dat hij toch “een deel van het probleem” was geweest, ofschoon hij ondertussen wel degelijk “een deel van de oplossing” werd. Hij zei het niet eenduidig, maar zijn lichaamstaal verried wel degelijk het genot dat hij beleefde aan zijn weerwraak op het Nederlandsonkundige Baviaanfront.

Er gingen nochtans meer en meer stemmen op om in België echt origineel voort te doen zonder federale regering en op die manier het Parlement als wetgevende macht te herwaarderen en de regering als uitvoerende macht weer met haar voeten op de grond te zetten. Voor de auteur van “De bedrijfsnar”, Frank Wouters, mag zo’n regering dan gerust uit onverstaanbare en ondemocratisch aandoende technocraten bestaan. Het echte beleid vindt trouwens plaats op het regionale niveau. (De Morgen, 3 september 2011)
De vraag die men zich hierbij echter wel moet stellen is of het uitblijven van een federale regering – in een vooralsnog federale staat en zeker in monetaire crisistijden - en het stiekem naar voor schuiven van de wedergeboren Belgische Messias, niet moet beschouwd worden als een Franstalige verrottingstactiek?

Professor Luc Huysse kloeg het absurde en niet terzake doende overlegritme van de onderhandelaars verkeerdelijk aan als de verrottingstrategie inherent aan de door N-VA aangehangen “Maddens-doctrine”. (De Standaard, 8 september 2011) Niet alleen begreep hij niet dat in die fameuze Maddens-doctrine het Vlaamse “neen” slechts een antwoord was op de Franstalige roestige vadsigheid (als antwoord op de door Vlaanderen gewenste staatshervorming) (6) , maar vooral had hij niet door dat wanneer de Maddens-doctrine tot stagnatie zou leiden, zij evengoed een Franstalig verzinsel kon geweest zijn en in het nadeel van Vlaanderen, aangezien tijdens dit belachelijke en vadsige immobilisme jaarlijks wel tot 10 miljard euro van Vlaanderen naar Wallonië blijft gesluisd worden. Johan Van Overtveldt: “Vandaag ontvangt Franstalig België jaarlijks ergens tussen 6 en 10 miljard euro uit Vlaanderen. Eender welke wijziging aan de situatie zal inhouden dat die transfers ofwel onmiddellijk worden bijgestuurd, ofwel transparanter worden zodat ze stilaan kunnen worden afgebouwd. Die evolutie willen de Franstaligen met alle mogelijke middelen tegenhouden.” (Trends, 30 juni 2011)

Het is dus best mogelijk dat Leterme’s geilige woede een uiting was van zijn diepe dubbele inzicht dat enerzijds het Vlaamse na-apen van de “succesvolle” Franstalige strategie van het “on n’est demandeur de rien” in andere omstandigheden geen garantie biedt op hetzelfde succes, aangezien anderzijds het Franstalig Front wel degelijk veel geld vraagt!
Yves Leterme had zichzelf voor zijn overspel met de OESO eigenlijk klemgereden, omdat hij de onderhandelende politici al een termijn gesteld had door hen te vragen om uit te maken of hij, dan wel Di Rupo de begroting voor 2012 zou opstellen. Nog voor hij de vraag goed en wel gesteld had, begreep Leterme dat hijzelf als eeuwig ontslagnemende die rotklus zou mogen klaren.
Met het Boze-Honing-akkoord van 15 september dwong hij daarom de acht onderhandelende partijen onder leiding van formateur Di Rupo definitief in een éénrichtingsstraat.
Zelfs oog in oog met een anti-Belgische speculatiegolf of met het Europees semester zijn de onderhandelingen begonnen en kunnen ze alleen nog afspringen, ten nadele zijn van Vlaanderen of wel lukken.
Alleen in het laatste geval kunnen de Vlaamse belgicistische partijen eventueel een beperkt aantal stemmen terugwinnen van de N-VA, de partij die op initiatief van de geilige Yves in 2004 een kartel met CD&V vormde en voor dewelke hij blijkbaar toch nog iets voelt.

In die zin is het beter te spreken over het Nu-Vooruit-Allemaal-akkoord (N-VA-akkoord) in plaats van over het “Tetitatutes”, “BeHaVe”, of “Boze-Honing“-akkoord.

-2- Een 660.960-Minuten-Politieke-Moed-akkoord?
De geilige Yves wordt populisme verweten omwille van zijn uitspraak dat vijf minuten politieke moed volstond om BHV te splitsen.
Dat verwijt draait het Naamloze inziens om het getal vijf. Want men verweet CD&V en N-VA tegelijk een gebrek aan moed omdat ze zogezegd geen afstand durfden nemen van hun kiesbeloften. Men zei met andere woorden dat een politicus wel degelijk moedig moest zijn, maar dat hij daar meer dan vijf minuten mocht over doen.
Welnu men kan toch niet ontkennen dat het weer zeer aapachtig is om Leterme’s “vijf” te vermenigvuldigen met 132.192 om tot een 660.960-Minuten-Politieke-Moed-akkoord te komen?!

Dat noemt de Naamloze A*O* dan ook geen moed meer.
Of bedoelen de belgicistische critici dat men de moed moet hebben om niet meer moedig te zijn?
Carl Devos: “Is de agenda, de ambitie, niet simpelweg “te”? Te groot, te veel?” En naar aanleiding van de politieke reacties op de magistrale toespraken bij de opening van het gerechtelijk jaar, maakt hij zich echt boos: “Politici verstoppen zich achter bevoegdheden en elkaar. Geïnstitutionaliseerde lafheid. Onmacht. Verdeeldheid. Al die bevoegde ministers, maar geen die verantwoordelijkheid wou nemen. Schieten op de pianist, meer kwam er niet. Triestig.” (deredactie.be, 3 september 2011)

In deze sfeer is het niet verwonderlijk dat er kunstenaars opstaan, zoals David van Reybrouck, die zich door hun artistieke succes gesterkt voelen om met hun ideeen nu ook de verzande Belgische politiek weer in gang te krijgen.
Tegenover het politiek geklungel stelt hij de “deliberatieve democratie”: er worden duizend burgers bijeen gezet, die beginnen te praten totdat er oplossingen uit de bus komen. Aangezien “democratie is verworden tot de dictatuur van de verkiezingen,” (7) zijn verkiezingen en verkozen politici niet langer nodig.
Terwijl democratie een bestuursvorm is met inspraak van het volk, dat door niemand vervangen mag worden, gaan links en rechts plots stemmen op om deze inspraak te beperken in naam van de democratie?!
Van Reybrouck zelf zal wel duizend mensen selecteren. (8)
De niet democratisch verkozen honing Albert II had het ook al over democratie in zijn 21 juli-toespraken, waarbij hij duidelijk de Vlamingen harder aanpakte dan de Franstaligen. (9)
Munt-directeur Peter de Caluwe meent dat democratie dient om “het nationalisme en de macht van de publieke opinie te stoppen.” (De Standaard, 27 december 2010)

Het nieuwste 660.960-Minuten-Politieke-Moed-akkoord is voorlopig nog democratisch, maar het stinkt toch al uren in het rond naar de rottende grondvesten van de Belgische “democratie”, die permanent de Vlaamse meerderheid kortwiekt ten voordele van (niet “ter bescherming van”, want daarvoor volstaan onze individuele vrijheden vooralsnog ruimschoots) de Franstalige minderheid door middel van het totalitaire grendelsysteem. (10)
In elke democratie biedt de grondwet bescherming tegen een “tirannieke meerderheid”, maar in België wordt de meerderheidsregel compleet uitgeschakeld door vetoprocedures op alle maatschappelijke terreinen. Terwijl uiteindelijk de meerderheidsregel de beste garantie voor de gelijkheid van de burger blijft.

De Naamloze Achter Ons weet ook wel dat men kan discussiëren over de essentie van de volksvertegenwoordiging als afvaardiging dan wel als belangenbehartiging.
Hij stelt echter vast dat de kloof tussen overheid en burgers in België, en dan vooral in Vlaanderen veel groter is dan in de andere Europese landen. Terwijl op federaal niveau de Vlaamse meerderheid geblokkeerd wordt door de Franstalige minderheid, wordt bijvoorbeeld in élke gemeenteraad van de faciliteitengemeenten in BHV de Vlaamse minderheid door de Franstalige meerderheid weggestemd.

De Belgische inquisitie, het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, dat altijd bestuurd werd door politici van socialistische signatuur, moet plots apolitiek worden: omdat nu ook Vlaams-nationalisten in de raad van bestuur dreigen opgenomen te worden?
Het CGKR is ongeloofwaardig, zegt men nu, terwijl al in 2006 de regering Verafstoodt II het centrum wilde regionaliseren om geloofwaardiger te worden. Het feit dat dit altijd tegengewerkt werd door Franstalige partijen, bewijst dat het CGKR een wapen is tegen Vlaamse onafhankelijkheid.
Zolang de kiezer correct stemde vormde de partijpolitieke samenstelling van het centrum dus geen probleem..
De Naamloze heeft niets tegen een apolitiek bestuurd centrum, zolang er eerst een grondige politieke discussie gevoerd wordt over zijn veel te ruime bevoegdheden.

Is het niet logisch dat N*A*O* een blik werpt op gidsland Nederland, waar de volksvertegenwoordigers wél de politieke moed hebben om naar het volk te luisteren, dat daar wél toegestaan wordt met zijn stem de verkozenen te belonen in de mate dat zij al dan niet hun verkiezingsbeloften hielden?
In oktober zal bij onze noorderburen een publiek debat plaatsvinden over de bevoegdheden van de Kroon. Men is er namelijk niet blij met Beatrix’ actieve tussenkomst bij de laatste regeringsvorming. Hoewel de huidige regeringspartijen al snel in een coalitie geloofden met gedoogsteun van Wilders’ PVV, bleef de honinging – net zoals bij ons Albert II – allerlei pipo’s die tegen deze formule waren tot (in)formateur benoemen, zodat veel tijd verloren ging. Waarom zou de Nederlandse Kamervoorzitter deze honinklijke rol niet overnemen?
Maar in Belgenland stuit zo’n debat natuurlijk op een Franstalig veto.

Geert Wilders maakte van “populisme” een “geuzennaam” en beschouwt de populist als de ware democraat. (NRC-Handelsblad, 12 maart 2011)
Bas Heijne: “Het hedendaagse populisme is een reactie tegen een wereld waarin alles alleen nog maar in rationele of economische termen wordt gezien.” Een reactie ook tegen de globalisering en de eruit volgende migratie. (De Morgen, 30 april 2011)

Het 660.960-Minuten-Politieke-Moed-akkoord getuigt volgens de Naamloze Achter Ons dus helemaal niet van moed, maar omdat het een overeenkomst tussen na-apende bavianen is, stelt hij toch voor het het Nil-Volentibus-Arduum-akkoord (N-VA-akkoord) te noemen, om het belachelijke snobisme ervan dik in de verf te zetten.

-3- Een Regenworm-akkoord?

Als men een regenworm in tweeën splitst, krijgt men een pijnlijk vieze smurrie, maar de twee spartelende delen blijven achteraf wel verder leven als afzonderlijke pieren met elk een afzichtelijk litteken.
Het 5-Over-12-akkoord heeft wel wat weg van zo’n gesplitste regenworm.

Alleen al omdat er geen tekst van dit Living-Apart-Together-akkoord (LAT-akkoord) te krijgen is, is de Naamloze Achter Ons extreem op zijn hoede.
Ook de onderhandelende Nederlandstalige partijen zijn op hun hoede… voor N-VA, want zij ontkennen dat het LAT-akkoord een Pyrrus-akkoord zou zijn en verdedigen het voortdurend door erop te wijzen dat de N-VA het geenszins afschiet. (11)
Bart Somers van Open-VLD smeekt zelfs openlijk: “Ik verwacht applaus van de N-VA.” (De Standaard, 17 september 2011)
Waaruit bestaat het Regenworm-akkoord?

(1) Ten gevolge van de splitsing van BHV in een kieskring Brussel en een kieskring Vlaams-Brabant wordt het praktisch onmogelijk zowel voor Franstaligen in Vlaams-Brabant als voor Vlamingen in Brussel om rechtstreeks verkozen te worden in de federale Kamer. (BHV wordt niet gesplitst voor de Senaat, waarvoor echter niemand nog rechtstreeks verkozen kan worden.)
Om die verandering te compenseren voorziet men (naast de wettelijke, maar praktisch onhaalbare mogelijkheid om overal met eigen lijsten op te komen) de mogelijkheid om Franstalige niet verkozen volksvertegenwoordigers uit Wallonië, Brussel én Vlaams-Brabant te coöpteren, en Vlaamse uit Vlaanderen en Brussel, maar niet uit Waals-Brabant.
Dat Brussel officieel tweetalig is weet iedereen, maar deze regeling ontkent het feit dat Franstaligen in Vlaams-Brabant Vlamingen zijn. Het omgekeerde geldt niet voor Vlamingen.
De vraag rijst of het Grondwettelijk Hof deze nieuwe ongelijkheid tussen Vlamingen en Franstaligen zal aanvaarden? Hier ligt dus minstens de kiem voor verder conflict.

(2) De inwoners van de zes faciliteitengemeenten krijgen een nieuwe faciliteit bij, namelijk dat zij een dubbele kiesbrief krijgen en dus kunnen kiezen tussen hetzij een Vlaams-Brabantse, hetzij een Brusselse lijst. Bovendien wordt deze faciliteit meteen “gebetonneerd” en in de moeilijk te wijzigen Grondwet ingeschreven.
De Naamloze denkt, goed, het zijn faciliteitengemeenten, maar weet anderzijds dat hiermee duidelijk stelling genomen wordt in het oneindige debat over het al dan niet uitdovend zijn van de faciliteiten: het lijkt erop dat de onderhandelaars “de zes” opgeven en misschien mettertijd laten “verbrusselen”.
Filosoof Etienne Vermeersch, een van de bekendste leden van de Gravensteengroep, die in zijn recentste en achtste manifest nog Di Rupo’s BHV-voorstellen afkraakte, verdedigde ooit de overheveling van “de zes” naar Brussel: “Ja, maar dat was een voorstel dat collega Philippe Van Parijs en ik persoonlijk deden én de voorwaarde was dat de grens dan ook volledig zou zijn en dat elk taalexpansionisme van de Franstaligen zou ophouden. Dat voorstel is toen niet aanvaard, niet omdat de Vlamingen tegen waren, maar omdat de Franstaligen hun verfransing niet wilden opgeven. Dus hebben wij ons voorstel opgeborgen.” (De Standaard, 25 augustus 2011)
Echt pacificerend kan men dit voorstel bezwaarlijk noemen.
(3) De Vlaamse regering behoudt haar bevoegdheid over de benoeming van burgemeesters, die hun niet benoeming voortaan kunnen aanvechten voor een tweetalige in plaats van een Vlaamse kamer van de Raad van State. Bij een staking van stemmen kan de (eventueel) Franstalige voorzitter dan beslissen hen toch te benoemen tegen de Vlaamse regering in. Zolang deze Algemene kamer van de Raad van State geen uitspraak deed, beschikt de niet-benoemde doch “aangewezen” burgemeester over volheid van bevoegdheden.
Zowel N-VA als FDF noemen dit een “Russische roulette” en waarschijnlijk is dit een “worst case scenario”, waarvan men echt moet hopen dat het zich nooit voordoet, want dan begint de oorlog opnieuw.

(4) De door de Vlamingen gevraagde splitsing van BHV als voorwaarde voor verdere regeringsonderhandelingen hield ook de splitsing van het gerechtelijk arrondissement in. Ofschoon er afspraken rond gemaakt zouden zijn, werd die splitsing naar latere onderhandelingen verschoven. Wie denkt dat de Franstaligen daarvoor geen bijkomende eisen zullen stellen droomt.

(5) Ook de herfinanciering van Brussel met een jaarlijks bedrag van ongeveer 500 miljoen euro lijkt verworven door het Franstalig Front. Het werd zogezegd wel afhankelijk gemaakt van de resultaten van een werkgroep om de Brusselse instellingen te reorganiseren, maar het schijnt de Naamloze A*O* toe dat de mogelijkheid dat een degelijke reorganisatie tot gevolg kan hebben dat Brussel zelfs geld over heeft daarbij niet eens overwogen wordt.
Nochtans is N*A*O* ervan overtuigd dat Brussel nu al overgefinancierd wordt en dat Brussels geld doorgesluisd wordt naar de Waalse Gemeenschap! (12)

(6) Het Regenworm-akkoord herneemt Elio Di Rupo’s voorstel voor de oprichting van een Brusselse Metropolitane Gemeenschap (BMG).
Dat is in feite een nog onduidelijk concept om de samenwerking tussen Brussel en zijn “hinterland” (een extreem denigrerend woordje van Di Rupo) te bevorderen.
De vraag is of daar nieuwe instellingen voor nodig zijn?
Tijdens zijn chatsessie met de lezers van De Standaard zei politoloog Dave Sinardet daarover: “Dit blijft echter grotendeels een lege doos, want het heeft geen enkele beslissingsbevoegdheid, enkel een adviserende. Bovendien moet hierover eerst een samenwerkingsakkoord komen tussen de drie gewesten, wat niet zo evident zal zijn.” (16 september 2011)
Oef! Maar laten we ook Guy Tegenbos aan het woord: “Een ‘metropolitane gemeenschap’ instellen is een schitterend idee, maar niet als achter de rug al wordt gezegd dat dit maar een omweg is om Brussel uit te breiden.” (De Standaard, 11 augustus 2011)

Laat nu dit volgens Sinardet volkomen onschadelijk idee van een BMG door N*A*O* bijna als de potentieel gevaarlijkste afspraak beschouwd worden!
Alle Brabantse gemeenten kunnen er vrijwillig lid van worden. Wanneer de gemeenten uit Vlaams-Brabant met een Franstalige meerderheid, waaronder “de zes”, toetreden en er voldoende deelnemen uit Waals-Brabant, dan zal de nieuwe constructie alvast door de Franstaligen gedomineerd worden.
Het BMG-idee wordt gesteund door enkele naïeve VOKA-industriëlen en door den Baard, die van een “positieve instelling” gewaagde, die niet bleef steken in “gedachten rond de Brusselse olievlek.” (13)
Maar de BMG ís die olievlek, aangezien op die manier een feitelijke uitbreiding van Brussel tot zelfs buiten het arrondissement BHV ontstaat. Als de BMG ooit een echt beleidsniveau wordt, dan is dat pas echt rampzalig en veel erger dan een niet gesplitst BHV.
Daarom zegt Joëlle Milquet ervan dat het een fundamenteel idee is omdat Brussel erdoor ophoudt een enclave in Vlaanderen te zijn. Zij spreekt zelfs over de “géostratégie” waarbij de BMG als Brusselse deelstaatgrens en zelfs als Waalse staatsgrens kan erkend worden bij een eventuele splitsing van België. (Le Soir, 19 augustus 2011)
Ook de Brusselse minister-president Picqué is een groot voorstander van een dergelijke Brusselse “stedelijke gemeenschap”. Volgens Wouter Beke was Picqué’s BMG-voorstel trouwens het eerste uitgeschreven onderhandelingsvoorstel van Di Rupo na de verkiezingen. (De Morgen, 27 november 2010)
Geert Lambert zegt over BMG: “Het paard van Troje, het perfecte alibi om de Franstalige greep op Vlaams-Brabant te verstevigen.” (Het Laatste Nieuws, 23 augustus 2011)
Hoe naïef kunnen Vlamingen zijn? Men laat zich wijs maken dat de BMG een zuiver economisch samenwerkingsverband is, terwijl het puur politiek is. Voorlopig zou de BMG bevoegd worden voor mobiliteit, tewerkstelling en ruimtelijke ordening, maar ondertussen drongen Franstalige onderhandelaars er toch al op aan om onderwijs en cultuur toe te voegen. De hele zaak zou bovendien vergrendeld worden met een nieuwe Bijzondere Wet…

Is het Regenworm-akkoord een Living-Apart-Together-akkoord, dan wel een Pyrrus-akkoord?
Belgicist Geert Van Istendael denkt het eerste, want hij noemt het “een morsig Belgisch kot, maar praktisch.” (De Standaard, 17 september 2011)

N*A*O* geeft toe dat het nog te vroeg is om van een Pyrrus-akkoord te gewagen. Hij deelt de mening van Carl Devos: “Het is deze week al vaker gezegd, maar dit is een – in vergelijking met wat het had kunnen zijn – vanuit Vlaams en globaal oogpunt vrij verdedigbare deal. Dat betekent dat er dingen in zitten die los van de rest geen goede zaak zijn, maar dat die elementen uiteindelijk niet opwegen tegen het geheel: het zijn grote minpunten die je accepteert omdat het uiteindelijk resultaat positief is. Sommige onderhandelaars probeerden die minpunten te minimaliseren, anderen ontkenden de vinger op de wonde niet. Het meest wijs is gewoon toegeven dat sommige punten gevaarlijk zijn, maar dan inderdaad ook zeggen dat dit akkoord globaal wel verdedigbaar is.” (deredactie.be, 17 september 2011)

Om echter voor ogen te houden dat de oorlog nog niet afgelopen is, stelt N*A*O* voor om dit Regenworm-akkoord voorlopig Nationaal-Vredes-Akkoord (N-VA) te noemen. (14)

-4- Een Verondersteld-akkoord?

De tijd zal dus uitwijzen of het 5-over-12-akkoord een LAT- of een Pyrrus-akkoord is; maar het is in elk geval een vies Regenworm-akkoord.

In de Belgische traditie van “Ceci n’est pas une pipe”, dient men zich echter af te vragen of er wel een akkoord is? Het is niet omdat iedereen in België erin gelooft, dat het daarom de realiteitstoets zal kunnen doorstaan.
In “De zevende dag” verklaarden “les Flamands de service” dat er niets te verbergen viel, maar dat Elio Di Rupo de tekst van het akkoord liever bij zich hield tot het volledige regeerakkoord rond is. Er kan dus nog veel gebeuren. Er kan nog altijd een Franstalig duiveltje opduiken, hetgeen niet ongewoon zou zijn voor onze kindervriend.

Voorlopig spreken we over een Verondersteld-akkoord, dat blijkbaar serieus vasthangt aan bijkomend geld voor Brussel.

Wanneer in het voorjaar van 2010, vlak voor de grote Alexander er de stekker uittrok, honing Albert nog eens beroep deed op het kunst- en vliegwerk van loodgieter Dehaene, verloor deze laatste op een gegeven ogenblik zijn koelbloedigheid ten overstaan van het lekkende en spuitende België van Manneken Pis en wierp zijn voormalige van pedofilie verdachte vice-premier Di Rupo voor de voeten waar het hem allemaal om draaide: “Tu l’auras, ton fric, Elio!!”
“Les Flamands de service” van CD&V, Open VLD, S.P.a, en zelfs van het deze week waarschijnlijk te dumpen Groen!, zijn dus - in tegenstelling tot N-VA – bereid verder te praten met Di Rupo over de modaliteiten waarop hij verder Vlaams geld kan binnenrijven.

Voor Brussel bijvoorbeeld. Maar niemand weet waarvoor dat geld dienen moet. Brussel heeft geld nodig – dat zal wel, wie niet? Maar waarvoor? En waarom?
Rik van Cauwelaert: “Op geen enkel moment kan de PS-voorzitter aantonen waar de Brusselaars al dat geld voor nodig hebben.” (Knack, 17 augustus 2011)
Op die vragen komt geen antwoord, terwijl omgekeerd studies aantonen dat Brussel juist overgefinancierd is. (15) Dat laatste lijkt echter zo onwaarschijnlijk dat men domweg bereid is geld te geven zonder rechtvaardiging.

De rechtvaardiging is natuurlijk dat Brussel, dat niet eens een bestemming heeft voor al het gekregen geld, wel blijft schulden maken. Het tekort van 313 miljoen euro in 2010 zou in 2011 teruggedrongen worden tot 254 miljoen euro, maar dat plan wordt nu opzij gezet. Wie zal de Belgische schuldenberg moeten betalen, denkt u? Vlaanderen toch?

Is Verondersteld-Brussel dan groter dan Londen of Parijs, dat het met één burgemeester doet in plaats van met 19 en dat helemaal geen “regering” (weer dat bavianensnobisme) nodig heeft?
Brussel krijgt nu al meer dan een miljard euro. Desondanks heeft het de hoogste werkloosheid van alle Europese hoofdsteden: ongeveer 24% van de actieve bevolking. Het trekt geen nieuwe economische activiteit aan, die wel naar de Vlaamse “rand” verschuift, zodat die natuurlijk ingepalmd moet worden door middel van de Brusselse Metropolitane Gemeenschap (BMG). 90 % van de werklozen kent geen Nederlands en vindt dus geen werk in de overheidsinstellingen in Brussel, tenzij die de wet ontduiken (wat in die apenstad dan weer geen echt probleem lijkt te vormen, maar soit). 70 % van de beroepsleerlingen in Brussel verlaat de school ook zonder diploma. Zal meer geld deze rotzooi oplossen?

Maar deze vraag wordt natuurlijk alleen door Vlamingen gesteld. Het zijn dus de Vlamingen die deze illusie (dat meer geld de oplossing vormt) willen vernietigen, zodat de Vlamingenhaat er zienderogen toeneemt.
De populistische Di Rupo wil deze Vlamingenhaat institutionaliseren door de taalvereisten voor openbare ambten in Brussel af te schaffen. En hij rekent daarbij op “les Flamands de service”. Di Rupo stelt voor dat niet langer de Brusselse ambtenaren tweetalig zouden zijn, maar enkel nog “le service”.

Zelfs de belgicistische pierenliefhebber Geert Van Istendael waarschuwt hiervoor: “Nee, ik vrees veel meer één klein ding dat, voor zover bekend, niet in dit compromis voorkomt, maar dat wel in de oorspronkelijke nota van Elio Di Rupo stond. Vandaag zijn de openbare diensten en ambtenaren in Brussel tweetalig, althans in principe, in werkelijkheid kan dat wel eens tegenvallen. (..) Een Vlaamse toegeving op dat punt zou een onvergeeflijke blunder zijn.” (De Standaard, 17 september 2011)
Natuurlijk, wat wil je, “Vlaams geld voor een stad die Vlamingen verafschuwt?” (Paul Geudens in Gazet van Antwerpen, 17 september 2010)
Omdat de acht onderhandelende partijen, waaronder de vier “Flamands de service”, niet meer dan een Verondersteld-akkoord afsloten, stelt de Naamloze Achter Ons voor om dit akkoord het Niet-Van-Acht-akkoord (N-VA-akkoord) te noemen: het laat de mannelijke N*A*O* ernstig op zijn honger!

-5- Een Italian-Job-akkoord?

Zanger Raymond Van het Groenewoud, die de formistastische kaskraker “Vlaanderen Boven” schreef, schreef daarvoor “Italianen”. “… Vertrouw geen Italianen! Ze steken er vanalles in (..)”
Zou Elio Di Rupo, die van Italiaanse afkomst is, aan de basis liggen van een Val-Strik-akkoord?
Wanneer de Naamloze Achter Ons onlangs in een online-reactie op een opiniestuk op “Apache” de stelling van Vic Van Aelst herhaalde, dat Elio Di Rupo permanent het Nederlands - de schitterende taal van de geest - verkracht, kreeg hij een stroom van belgicistische haatmails over zich heen. (16)
Nochtans zei Waals politiek ouderdomsdeken Gerard Deprez, die perfect tweetalig is, hetzelfde vlak na de federale verkiezingen van juni 2010: “Ik zou natuurlijk ook graag een Franstalige premier zien, maar als ik het Nederlands van Di Rupo hoor, dan weet ik niet of de Vlaamse publieke opinie daarmee zal kunnen leven. Een eerste minister die slecht de taal van de meerderheid van de bevolking spreekt, ik heb daar zo mijn twijfels over.” (Knack, 16 juni 2010)
Ook “La Libre Belgique” beschouwt Di Rupo’s zielig Nederlands als een “fameux handicap”. (16 augustus 2011)

Deprez had het over de fiere Vlaamse publieke opinie, niet over de nog steeds talrijke “Flamands de service”, de Vlaamse snobistische “huisnegers” (17) , waartoe men eigenlijk ook N-VA-voorzitter Bart De Wever kan rekenen, aangezien hij er niet alleen mee akkoord ging om te onderhandelen in het Frans, maar daar domweg aan toe voegde dat voor zijn part Di Rupo eerste minister mocht worden.

In zekere zin is Bart De Wever er dus verantwoordelijk voor dat België met deze verkrachter als premier opgeschept zit.
Als dadaïst zal N*A*O* daar natuurlijk nooit of te nimmer zijn slaap voor laten. Integendeel, hij verkneukelt zich nu al over de niet aflatende stroom van internationale persberichten die Di Rupo’s inauguratie als eerste minister zal volgen… én over de buitenlandse onderzoeksjournalistiek waartoe zijn verleden zonder twijfel aanleiding zal geven.

De Naamloze A*O* denkt daarbij niet alleen aan Di Rupo’s escapades met minderjarige knapen naar wiens leeftijd hij naar eigen zeggen nooit vroeg, maar ook aan het gesjoemel met zijn socialistische vrienden in Bergen (waarvoor Belgacom-baas Didier Bellens recentelijk in opspraak kwam) en in Brussel, en met zijn pas overleden broer Franco.

Omdat Di Rupo zeker niet de premier van alle Belgen zal zijn, noemt N*A*O* diens Val-Strik-akkoord liever het Niet-Voor-Allen-akkoord (N-VA-akkoord)!

-6- Het Beke-Laat-akkoord!

In “De Standaard” was men getuige van een discussie tussen de professoren Luc Huyse en Bart Maddens over de zogezegde verrottingsstrategie van de N-VA.
Zoals vaak gebeurt kreeg huishistoricus Marc Reynebeau, die nochtans partij trok voor Huyse, het laatste woord. (18)
De Naamloze Achter Ons voelt zich daarom gedwongen om hier Bart Maddens’ reactie op Reynebeau weer te geven.
N*A*O* toonde aan dat het Regenworm-akkoord, of hoe men het ook noemen wil, altijd een N-VA-akkoord blijft.
Als Nu-Vooruit-Allemaal-akkoord dwingt het het Franstalig Front samen met hun Flamands de service af te stappen van hun Vlaams geld verslindende roestige vadsigheid, waarvoor Open-VLD zelfs N-VA-applaus verwacht.
Als Nil-Volentibus-Arduum-akkoord zet het zijn eigen N-VA-na-aperij en dus zijn eigen belachelijk snobisme dik in de verf.
Als Nationaal-Vredes-akkoord toont het aan dat het effectief oorlog is, zoals N-VA altijd stelde, én dat die oorlog verre van voorbij is.
Als Niet-Van-Acht-akkoord houdt het de onbevredigde N-VA-politici alert: wanneer dan wel?
Als Niet-Voor-Allen-akkoord ligt het aan de basis van een succesvolle N-VA-oppositiecampagne.

De kwestie is uiteindelijk of een goed akkoord nog mogelijk is.
Een minder goed akkoord en de ermee samenhangende kwakkelende regering zal de politieke neofiet, die de N-VA is, toelaten een succesvolle oppositie te voeren.
Enkel een goed akkoord – dat echter altijd als het 660.960-Minuten-Zonder-Politieke-Moed-akkoord of het Tetitatutes-akkoord in het geheugen gegrift zal staan - en een sterke regering kunnen stemmen afsnoepen van de N-VA, die anderzijds – zeker nog in 2012, want dan (en niet pas in 2014) zijn er verkiezingen – altijd herinnerd zal worden worden voor haar moed.
Het Italian-Job-akkoord is daarom een Beke-Laat-akkoord!

Wat baten opinies en strategieën?
door Bart Maddens

Waaaw ! Marc Reynebeau vindt mijn opiniestukken belangrijk genoeg om een heel artikel te vullen met citaten eruit (DS van sept. 10). Als dat een mens zijn ijdelheid niet streelt. En ach, als Reynebeau niet altijd snapt wat ik bedoel, tot daar aan toe. Dat zal wel aan mij liggen. Laat me daarom nog eens kort de puntjes op de i zetten.

Het draait allemaal om strategie. Een strategie bevat twee componenten : een doel en een middel om dat doel te bereiken. Wat is het doel ? Sinds maart 1999 ijvert de Vlaamse Beweging voor de realisatie van de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Of die nu ‘federaal’ of ‘confederaal’ zijn doet niet echt ter zake. Feit is dat het in de resoluties gaat om een zeer grondige hertekening van de Belgische staatsstructuur : een institutionele ‘big bang’ (zoals Eric Van Rompuy ooit zei). Feit is even goed dat de resoluties veel gematigder zijn dan wat de N-VA voorstelde in haar verkiezingsprogramma van vorig jaar. Het is juist dat slechts een kleine minderheid van de Vlamingen heeft gestemd voor dit programma of voor een nog radicaler : 44% om precies te zijn (47% voor de Senaat). De vijf resoluties daarentegen werden door een ruime meerderheid in het Vlaams Parlement goedgekeurd en hebben een veel breder draagvlak.

Wat is het meest efficiënte middel om dit doel te realiseren ? Centen, dachten de Vlamingen in 1999. Want het Franstalige onderwijs zat op droog zaad. In 2001 kregen de Franstaligen wel hun centen, maar de Vlamingen mochten fluiten naar hun grote staatshervorming. Met dank aan Guy Verhofstadt en de paars-groene partijen, die op die manier de belangrijkste Vlaamse hefboom verkwanselden. Dan zat er niets anders op dan de volgende regeringsvorming te koppelen aan de staatshervorming, aldus Herman Van Rompuy in 2005. Dat was de Van Rompuy-doctrine. Maar ook die mislukte eind 2007, na het volgehouden ‘non’ van de Franstaligen. De zogenaamde ‘Maddens-doctrine’, die daarna opgeld maakte, was dus eigenlijk maar een derde-keus strategie.

Na de verkiezingen van vorig jaar leken de Franstaligen hun lesje te hebben geleerd. Nu zou de Van Rompuy-doctrine wel werken, dacht men. Alleen, de ontslagnemende regering bleek zich na verloop van tijd meer en meer te gedragen als een volwaardige regering. Op die manier haalde men veel druk van de ketel, en werd de Van Rompuy-strategie ondergraven. De Vlamingen hadden moeten weigeren om die semi-grondwettelijke schemerzone van de langlopende zaken te betreden. In dat geval hadden we nu wellicht én een echte regering én een grote staatshervorming.

Of leggen de Vlaamsgezinden de lat voor een staatshervorming te hoog ? Natuurlijk niet. Wat tot nu toe op tafel lag kwam zelfs nog niet in de buurt van de vijf resoluties. Erger nog, het stond er haaks op in veel opzichten. De resoluties willen de tweeledigheid versterken. Wat we krijgen is een aanzienlijke versterking van Brussel als derde gewest. De resoluties willen een meer transparante structuur. Wat we krijgen is bricolage van het ergste soort. De institutionele vuilnisbelt die België heet, wordt enkel maar verder opgehoogd.

In die omstandigheden is het misschien beter om van de nood een deugd te maken. Het uitblijven van een grondwettelijke federale regering biedt de deelstaatregeringen de mogelijkheid om zelf de touwtjes in handen te nemen. Zonder ook maar iets onwettigs te doen. Het volstaat dat de partijen in de Vlaamse regering onderling afspreken wat ze federaal goedkeuren en wat niet. Daardoor worden de federale ministers vanzelf de stromannen van de deelstaten. Dit idee komt trouwens niet van mij maar wel – ere aan wie ere toekomt - van mijn collega Paul Van Orshoven (en ik wil me hierbij preventief bij hem verontschuldigen voor het geval hij door dit stuk met een ‘Van Orshoven-doctrine’ wordt opgezadeld - ik weet uit ervaring hoe vervelend dat is).

Niet dat al die ‘doctrines’ er veel toe doen. Want wat is de kern van het probleem ? Dat konden we vorige week lezen in De Tijd (van 6 september) : “Vlamingen zijn conflictvermijders”. Het ging over problemen op de werkvloer. Maar het geldt even goed voor de politiek. Franstalige politici durven het spel nu eenmaal veel harder te spelen dan de Vlaamse. Ongrondwettelijke belangenconflicten inroepen om een democratische stemming te blokkeren, dreigen met een institutionele atoombom, de boel laten verrotten om wat tijd te kopen : it’s all part of the game. Maar even goede vrienden natuurlijk. En de Vlaamse politici, die laten maar betijen, voor de lieve vrede.

Wat baat dan het geschrijf over Vlaamse strategieën, als er geen politieke wil bestaat om ze toe te passen ? Maar goed, als de artikels van Marc Reynebeau er mee kunnen worden gevuld, dan is dat toch al iets.


Aldus sprak N*A*O*:
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXXXI)’,
Geraardsbergen, 20 september 2011


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
(1) Heeft u problemen met N*A*O*’s scheldtirades? Lees dan a.u.b. het prachtige opiniestuk van Peter De Roover over de “frustratie bij de havenots”: http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/De-Gedachte/article/detail/1304344/2011/08/14/Haatmail-boodschappen-van-de-havenots.dhtml .
(2) Zoals bijvoorbeeld Béatrice Delvaux van de racistische krant “Le Soir” in haar hoofdartikel op de Vlaamse feestdag: “L’Europe sera belge ou ne sera pas.” (Le Soir, 11 juli 2011)
(3) “Gedraag u!”
(4) De MR verkreeg noch de benoeming van de drie ongehoorzame burgemeesters vόόr 2012, noch de apparentering (van de restzetels in Halle-Vilvoorde), noch de niet-splitsing van BHV in de Senaat (die compleet hervormd wordt).
(5) http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/terzake/2.17521/2.17522/1.1112002 .
(6) Het Franstalig Front was met andere woorden begonnen...
(7) Zie punt 6 van het G1000-manifest: http://www.g1000.org/nl/manifest/ .
(8) Herlees hoofdstuk 6 van http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/07/naos-questions-aux-belgicistes-xxxviii.html .
(9) Nederlands: http://www.knack.be/video/video-toespraak-koning-albert-ii/video-1195066914949.htm?page=1184708035057_943:12 ; Frans: http://www.lalibre.be/actu/belgique/article/674378/discours-du-roi-albert-ii-craint-le-poujadisme.html#embed_pos1 .
(10) Herlees Jean-Pierre Rondas’ “Grendel is een monster in Beowulf” (hoofdstuk 6 in: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/07/naos-questions-aux-belgicistes-xxxix.html ).
(11) Dat N-VA het akkoord niet afschiet komt enerzijds door het feit dat haar voorzitter Bart De Wever tijdens zijn informatieopdracht tot een verregaand compromis bereid was en dus vergelijkbare voorstellen deed, en anderzijds omdat de partij haar kruit droog wil houden om eventueel op de veel belangrijker thema's van de financieringswet, de staatshervorming en het sociaal-economische regeerprogramma, waarover eerstdaags onderhandeld zal worden, te kunnen schieten.
(12) Herlees hoofdstuk 5 in: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2010/06/naos-battlestar-belgica.html .
(13) Lees hoofdstuk 3 in: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/01/naos-questions-aux-belgicistes-xxxiii.html .
(14) De procureur-generaal van het Belgische Hof van Cassatie, Jean-François Leclercq, beweerde bij de opening van het gerechtelijk jaar dat de oorlog pas echt zou beginnen bij de eventuele splitsing van België. De oorlog zou echter niet rond Brussel beginnen, maar in Luik, dat volgens hem een corridor naar de Noordzee zou willen bevechten. N*A*O* maant iedereen aan tot kalmte! Waarschijnlijk is dit niet meer dan bavianenpraat... en natuurlijk weer een politieke benoeming.
(15) Zie hoger: voetnoot 12.
(16) Zie hoger: voetnoot 1.
(17) Die zich beter voelen dan de "veldnegers".
(18) Huyse: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=CE3F1LJL ; Maddens: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=RO3F893A ; Reynebeau: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=3Q3FAI9O&word=marc+reynebeau .