De intrede van Christus in Brussel (James Ensor)
De Naamloze Achter Ons, is verheugd dat de Vlaamse Vlamingenhater Dimitri Verhulst eindelijk het Naamloze licht Achter Hem ziet en zegt: “Surrealisme is passé als excuus voor onze mislukkingen.” (De Standaard, 23 september 2011)
N*A*O* vraagt zich af of de auteur in zijn nieuwste boek “De intrede van Christus in Brussel” zijn belgicistische mislukkingen dan verdedigt door middel van meer hedendaagse kunstuitingen? (1)
-1- Kruisweg zonder kloten
Het lijkt er op dat Verhulst stilaan begint te dementeren en dat zijn argumentatie pro België serieus begint te regresseren. Hij valt immers terug op nog oudere kunstvormen, meer bepaald op het symbolisme van James Ensor – een overigens door de Naamloze Achter Hem zeer gewaardeerd schilder.
’t Is niet omdat Ensor als een der eersten geraakt werd door de moderne zoektocht naar het “licht”, dat Verhulst - in tijden waarin het waarheidsbegrip geheel zinloos geworden is en het perspectivisme(2) alom heerst - plots het studentikoos simplisme van Caroline “nen toffe ministerpost wil ik wel” Gennez moet aanhangen om ook populist te worden en het Belgisch “wij-gevoel” weer te vinden.
In “Kruisweg zonder kloten” schrijft Frank Hellemans: “Zo banaal deze moraal klinkt, zo flets is Verhulsts calvarietocht zonder ziel. De lofzang op de kermis van Brussel en haar botsauto’s klinkt flauw en futloos. Het dwepen met de Brusselse, Franstalige plaatsnamen en de occasionele sneren naar de zelfgenoegzaamheid van ‘de noorderlingen’ of hun barbaarse leeuwenvlag komen nergens origineel of echt provocerend over.” (Knack, 21 september 2011)
Het Vlaamse wij-gevoel is natuurlijk weer niet goed genoeg. Net zoals Gennez – die tenminste eerlijk zegt dat ze op zoek is naar een federale ministerpost – moet het minstens het Belgisch wij-gevoel zijn, of nog groter. Verhulst: “Hoe groter de gemene deler, hoe liever ik het zie.” (De Standaard, 23 september 2011)
Hellemans heeft gelijk; zoals alle belgicisten is Verhulst een snobistische baviaan: “Ja, de aap probeert nog zijn kunstjes en haalt vergezochte woorden en ouderwets klinkend taalgebruik van stal,” en hij besluit: “Van deze kruisweg zonder kloten – om het in Verhulsts pseudobaldadige kunsttaaltje te zeggen – wordt niemand beter.” (Knack, 21 september 2011)
Laat ons daarom het voorbij gestreefde Belgische surrealisme ook niet meer verdedigen.
Het is toch niet meer in staat om het onbewuste liberalisme achter het Belgisch socialisme bewust te maken, noch de Franstalige minachting achter de officiële solidariteit, de Brusselse platvloersheid achter de burgerlijke façade, de stompzinnige inefficiëntie achter de beleden complexiteit, de morele debiliteit achter het nageaapte multiculturalisme, de smerige oorlog achter de academische pacificatie en de gore machtspolitiek achter de historische democratie.
Het belgicistisch surrealisme is verworden tot een belgo-symbolisme rond de enige resterende cliché van de “belgitude”.
Evengoed is het geen bewustmakend surrealisme meer, maar een corrupte belgitude die de paternalistische, pathetische, leugenachtige en onnauwkeurige uitspraken van de acht onderhandelende partijpolitici over hun bereikte akkoorden ten berde geven.
Carl Devos: “Want nu kennen we enkele grote verhaallijnen, van tevreden politici die vermoeid bij het ochtendkrieken na een slopende nacht zeggen wat ze willen en kunnen zeggen en benadrukken wat ze willen benadrukken, die ons geen overzicht willen en kunnen geven van alle bijzonderheden en kleine zinnetjes. (..) Dit akkoord is er verrassend snel gekomen. Zo snel dat het even wennen is. Dit zijn we niet meer gewoon. En het maakt ons argwanend. (..) Het klinkt alsof er een oude Belgische deal is gemaakt (..) Het is dus heel interessant om na te gaan hoe Franstaligen in Franstalig België dit akkoord verdedigen tegenover hun publieke opinie.” (deredactie.be, 24 september 2011)
Belgicisten apen nu zelfs Vlaams-nationalisten na en stellen hun akkoorden voor als een Vlaamse overwinning omdat de electoraal minuscule FDF, die overigens tot de laatste snik mee onderhandelden, niet akkoord gaan.
Ze mankeren zélf de surrealistische geest, die hen omgekeerd allemaal bij de zegevierende francofonie zou indelen, omdat de electoraal veel grotere N-VA, die eigenlijk van in het begin uit de onderhandelingen moest verdwijnen, evenmin akkoord gaat.
Dat nieuwkomer Wouter Van Besien van Groen! zich nu al uitput in de “newspeak” van de “politique politicienne” belooft niet veel goeds. Zijn gespartel over het geld voor Brussel is hemeltergend.(3) De enige kracht van deze coalitie lijkt de angst om niet uiteen te vallen…
Vooral de vier Vlaamse onderhandelende partijen, die vermoedelijk mee de regenboogregering Di Rupo I zullen vormen – want het wordt eigenlijk onmogelijk om de groenen er nog uit te bonjouren(4) - vertolken hetgeen Alexis de Tocqueville, fel verdediger én hard criticaster van de democratie, als volgt omschreef: “Une nation fatiguée de longs débats consent volontiers qu’on la dupe pourvu qu’on la repose.”
Hun regeringsonderhandelingen zijn vrij vertaald: “Een kruisweg zonder kloten.”
-2- Alle macht aan ‘Les Snuls’
Terwijl over het laatst bereikte akkoord over de Bijzondere Financieringswet nog verre van alles geweten is, en een en ander wellicht zelfs voor de onderhandelaars niet, kan men over de twee andere akkoorden, over Brussel en over BHV al wat meer zeggen, ofschoon die teksten angstvallig achter gehouden worden.
Professor Staatsrecht aan de Universiteit Namen, Hendrik Vuye: “Driewerf hoera, voortaan is Brussel de modeldeelstaat. De interne staatshervorming van Brussel is een feit. Nu zijn er homogene bevoegdheden: alleen de gemeenten zijn bevoegd voor het schoonmaken van de straten. Personeel en materiaal worden overgeheveld van het Brusselse Gewest naar de gemeenten. Mogelijk zal deze verhuis zorgen voor een beperkte verkeershinder, maar het sop is de kool waard. We zullen dit merken: ‘Bruxelles, ville de la propreté.’ Er komt één mobiliteitsplan voor Brussel. En parkeerzones zullen over de gemeentegrenzen heen lopen, terwijl er nu in dezelfde straat soms verschillende tarieven gelden. Fantastisch, andere wereldsteden zullen dit voorbeeld volgen. En zeggen dat niemand tot nu toe hieraan had gedacht. Het aantal openbare vastgoedmaatschappijen wordt gehalveerd. In plaats van 33 worden dat er voortaan slechts 16,5. De gouverneur wordt afgeschaft. Eindelijk, want er is geen provincie meer sedert 1993 en, zonder dat blijkbaar iemand het heeft gemerkt, is de post vacant sinds de laatste gouverneur Véronique Paulus de Châtelet eind 2008 met pensioen is gegaan.
Dit alles had de werkgroep onder leiding van hervormer Philippe Moureaux (PS) klaar op twee dagen! Twee dagen! Kostprijs: 460 miljoen euro. In de tijd van Steve Stevaert was dit ongetwijfeld gratis geweest, maar toen was het hoogconjunctuur. Nu is het crisis en dus het ideale moment om te besparen door hiervoor jaarlijks 460 miljoen euro op te hoesten, moeten de Vlaamse onderhandelaars hebben gedacht.
En ze zijn tevreden, de Vlaamse onderhandelaars. Hun eis ‘geen cent voor Brussel zonder vereenvoudiging’ is ingewilligd.” (De Morgen, 22 september 2011)
Op Faecesboek slooft Groen!-voorzitter Van Besien zich uit om de kritiek van N-VA op het “historisch” akkoord over de financieringswet te pareren. Brussel krijgt maar 461 miljoen, waarvan maar de helft blanco is: “Zo blanco is die cheque dus niet.” Hij verwijst bovendien naar de hervormingen in Brussel: “die misschien niet spectaculair zijn, maar wel belangrijk.”
Vervolgens haalt hij zijn eigen verdediging onderuit door te zeggen dat Bart De Wever vroeger hetzelfde voorstelde en een blanco cheque van 300 miljoen (allez, dat is 70 miljoen meer dan de helft van 461) voorzag, plus 50 miljoen extra mits hervormingen.
(In feite geeft hij hiermee ook toe dat het laatste jaar enkel politieke spelletjes werden gespeeld met de bedoeling om N-VA “eraf te rijden”.)
Een werkgroep onder leiding van de burgemeester van Molenbeek, de socialistische specialist in de krabbenmandpolitiek… Brussels minister Brigitte Grouwels mompelend dat het akkoord geen copernicaanse omwenteling is, maar “verantwoordt dat Brussel een extra financiering krijgt”… een in allerijl door de ACOD gedekte staking van 540 brandstichtende vuilnismannen van het Brussels gewest tegen hun overheveling naar de gemeenten… en Brussels minister-president Charles Picqué die lachend de bank binnenloopt… een farce?
Rik Van Cauwelaert: “Eigenlijk is het Brusselakkoord een schijnakkoord. Het vormt zelfs geen aanzet voor een oplossing van de Brusselse problemen. Kern van dit akkoord is dat iedereen zijn job behoudt – meestal al de inzet van Belgische compromissen. Met andere woorden in Brussel blijven ‘Les Snuls’, zoals een Brusselse PS’er ze ooit noemde, aan de macht.” (knack.be, 22 september 2011)
Wat is er aan de hand?
In het begin van de zomer ontkende Wouter Beke dat CD&V N-VA ooit opnieuw zou laten vallen (zoals in 2008) (De Standaard, 8 juli 2011), maar twee weken later zat hij bij Di Rupo aan tafel… zonder N-VA. Zogezegd onder zijn eigen voorwaarden, bijvoorbeeld de evacuatie uit de onderhandelingen van de verzwakking van de Brusselse taalwetgeving.
Maar terwijl nu het schijnakkoord over Brussel een feit is, gaat de werkgroep onder leiding van Moureaux toch verder… onder meer over het taalgebruik in Brussel.
“Le président du CD&V, qui semblait soumis à de fortes pressions à l’intérieur de son parti.” (La Libre Belgique, 15 september 2011)
Maar sinds N-VA definitief van de onderhandelingstafel geweerd kon worden, heeft iedereen een waanzinnige schrik voor verkiezingen. Het zijn dus de onderhandelingen van de angsthazen.
Het is heel logisch dat wanneer de vrees voor verkiezingen iemand parten speelt, hij zich in een zeer zwakke onderhandelingspositie bevindt.
En het spreekt voor zichzelf dat dit vooral in het voordeel speelt van het Franstalig Front, dat uiteindelijk nog steeds geen vragende partij is.
-3- Boete voor fout stemgedrag
Luc van Doorslaer merkt terecht op: “Een akkoord dat gedragen zou worden door zowat de hele Franstalige en slechts de helft van de Vlaamse volksvertegenwoordiging, kan geen duurzaam Belgisch akkoord zijn.” (De Standaard, 8 september 2011)
Het is helemaal niet zeker dat de 400 dagen durende demoralisering van de Vlaamse publieke opinie en het “eraf rijden” van N-VA zal volstaan om de Vlaamse kiezer zomaar het door het Franstalig Front uitgetekende “compromis” te laten slikken.
En toch moest het blijkbaar gebeuren…
* Dat de zes faciliteitengemeenten niet meer tot Vlaanderen behoren omdat hun inwoners op Brusselse lijsten mogen blijven stemmen – hetgeen in de grondwet zal ingeschreven worden, om de ongrondwettigheid van zo’n dubbel stemrecht te neutraliseren. Omdat in deze gemeenten het aantal stemmen voor Brusselse lijsten zeer hoog zal liggen, zullen de Franstalige partijen zich er natuurlijk op concentreren. In “De Ochtend” verklaarde Louis Michel inderdaad dat het BHV-akkoord “een eerste stap richting uitbreiding Brussel” is. (Radio 1, 20 september 2011)
* Dat ook de Vlaamse voogdij over de faciliteitengemeenten opgeheven wordt omdat betwistingen over benoemingen en taalgebruik (waaronder de Vlaamse “omzendbrief Peeters”) niet langer aan de Vlaamse, maar aan de tweetalige kamer van de Raad van State toevertrouwd worden, zodat men met een betwisting gewoon moet wachten tot de voorzitter een Franstalige is. Men kan natuurlijk hopen dat de taalaanhorigheid van de magistraten er niets toe doet, maar de acceptatie van dit voorstel alleen al bewijst dat er geen Belgische rechtszekerheid meer bestaat, maar enkel Vlaamse en Franstalige…
Hoogleraar Grondwettelijk recht Hugues Dumont: “c’est une jurisprudence militante des chambres unilingues flamandes du Conseil d’Etat.” (Le Soir, 16 september 2011) Brussels minister-president Charles Picquée zei op de radio dat de omzendbrieven “geneutraliseerd” zijn. (RTBf, 15 september 2011)
* Dat er een ernstige politieke breuk tussen Brussel en Vlaanderen ontstaat omdat de apparentering tussen de kieskringen Brussel en Vlaams-Brabant geweigerd werd, zodat er geen Vlaamse verkozenen in Brussel meer zullen zijn. In Brussel stemmen voor een Vlaming wordt zinloos, tenzij hij door de particratie gecoöpteerd wordt. (In de zes faciliteitengemeenten stemmen voor Franstaligen in Brussel loont wel. In de Kamer dalen de Vlaamse zetels van 88 naar 86. Ziet u het verschil in onderhandelingsfilosofie: Franstaligen willen (financieel) niet verarmen, terwijl Vlamingen er niets mee inzitten om (politiek) te verarmen.)
Di Rupo wilt van Brussel een eentalig Franse stad maken en stelt daarom voor er de taalwetten (die er trouwens niet toegepast worden) zoveel mogelijk af te schaffen. Hij is – in het kader van de constitutieve autonomie van het Brussels gewest - ook voorstander van tweetalige kieslijsten om in Brussel zo snel mogelijk Nederlandstalige kandidaten te kunnen aanbieden, die goed – dus niet Vlaamsgezind - bevonden werden door Franstalige partijbesturen.
In “De zevende dag” dacht een grinnikkende Wouter Van Besien dat hij de slimste was. Men kan niet alles willen, zei hij, en tegelijk vragen om BHV te splitsen én ook nog om rechtstreeks verkozen Vlaamse Brusselaars. (VRT, 18 september 2011) Maar hij maakt de fout om de Vlaamse minderheid in Brussel over dezelfde kam te scheren als de Franstalige minderheid in Halle-Vilvoorde of in Vlaams-Brabant. Hallo, Brussel is een tweetalige stad, terwijl Vlaanderen Vlaams is! (De bescherming van de Vlaamse minderheid in het tweetalige Brussel werd al gecompenseerd door de bescherming van de Franstalige minderheid in het tweetalig België.)
(Van Besien behoort inderdaad jammer genoeg tot dezelfde jonge generatie als Gennez, De Croo en Beke, die dezelfde fout maken. Het zijn vier onervaren niet-Brusselaars die niet kunnen tippen aan ervaren Brusselse onderhandelaars als Onkelinx en Milquet.)
* Dat het gerechtelijk arrondissement BHV niet gesplitst wordt, aangezien de splitsing in een parket voor Brussel en een voor Halle-Vilvoorde meteen ongedaan gemaakt zal worden door het laatste tweetalig te maken en zo Franstalige magistraten te benoemen in Vlaanderen. Ook voor de rechtbank maakt dezelfde redenering meer en meer opgeld. Een en ander zou natuurlijk ook in de Grondwet gebetonneerd worden.
Hendrik Vuye: “Di Rupo wijzigt wezenlijke elementen van de taalwet in gerechtszaken van 1935 en niemand bemerkt het. Voor de burger (van B-H-V) die dit wenst, wordt Frans de gerechtstaal, net alsof men niet in Vlaanderen woont.” (De Morgen, 9 juli 2011)
* Dat de Brusselse Metropolitane Gemeenschap opgericht wordt, die voorlopig enkel een overleg- en adviesplatform zou zijn, maar waarover Charles Michel schrijft: “Brussel wordt uitgebreid door de oprichting van een Metropolitane Gemeenschap die alle gemeenten van het grote Brabant omvat. Brussel zal eindelijk kunnen uitdeinen over het geheel van zijn natuurlijk geografisch gebied.” (MR-website)
* Dat – om het nog eens over de nieuwe financieringswet te hebben – het dotatiesysteem van het “zakgeldfederalisme” slechts afgebouwd wordt voor de gewesten en niet voor de gemeenschappen, die dubbel zoveel “zakgeld” krijgen; dat door die reductie van het gewestelijk “zakgeld” van vier vijfde tot twee derde (van één derde dus!) de fiscale autonomie dus nog steeds niet eens de helft (opnieuw: van één derde!) van de gegenereerde inkomsten behelst, met andere woorden minimaal blijft; dat het ingebouwde solidariteitsmechanisme de verworven responsabilisering geheel teniet doet, niet alleen omdat het pas over twintig jaar afgebouwd wordt, maar ook (in vergelijking met buurlanden) zéér hoog blijft en één regio (Vlaanderen) met twee of anderhalve andere solidair moet zijn; dat binnen het kader van de financieringswet natuurlijk nooit buiten het kader gekeken wordt, zodat de veel grotere transfers van de interpersoonlijke solidariteit (die evenmin aan bod komen in het kader van de bevoegdheidsoverdrachten) en ten gevolge van de interestlasten op de federale overheidsschuld buiten schot blijven.(5)
* Dat bovendien in het kader van de door Europa geëiste besparingen Di Rupo toch de aanbevelingen van de eindelijk uit de Belgische politiek verdreven Franky “boy” Vandenbroucke zal opvolgen – namelijk “Echt durven is Europa overstijgen”(6) (De Standaard, 9 juni 2011) – en dus eerder Vlaanderen zal belasten dan Wallonië zal doen besparen: Wallonië mag immers niet verarmen (hetgeen zelfs in de Grondwet moet komen), terwijl Vlaanderen niet alleen al driedubbel solidair is, maar de voorbije twee jaren zelf ook al bijna 10% bespaarde.
* Dat we tenslotte een labiel regenboogkabinet krijgen, bestaande uit de vier geroutineerde partijen van het Franstalig Front zonder noemenswaardige oppositie in Wallonië, aangevuld met de vier kneusjes van CD&V, Open VLD, S.P.a en Groen!, die amper de helft van Vlaanderen vertegenwoordigen en dus een sterke Vlaamse oppositie van N-VA en Vlaams Belang tegen hebben, en dat aangevoerd wordt door een kindervriend die permanent de Nederlandse taal verkracht.
Dat dit allemaal toch moest gebeuren veroorzaakt bij de Naamloze Achter Ons de onweerstaanbare gedachte dat Vlaanderen zéér streng gestraft moest worden… omdat het verkeerd gestemd heeft?!
Of zou hiervoor een meer rationele verklaring te vinden zijn?
En die is er inderdaad!
Waarom, denkt u, krijgt het nieuwe en volkomen kunstmatige kieskanton dat de zes geografisch niet aan elkaar grenzende faciliteitengemeenten samenvoegt eigenlijk de naam van de meest zuidelijke gemeente “Sint-Genesius-Rode”?
Omdat Sint-Genesius-Rode de geografische corridor tussen Wallonië en Brussel kan vormen, kan het gelijknamige kieskanton een electorale corridor worden.
N*A*O* citeert opnieuw uit het interview met professor Dumont: “Les six communes à facilités deviennent, sur le plan électoral, un canton hors norme et constitutionnalisé, ce qui me semble de la plus haute importance. Ce canton électoral sera rattaché à la fois à la conscription électorale de Bruxelles et à celle du Brabant flamand.
“Le Soir”: C’est une forme de corridor démocratique au fond…
Dumont: Oui, sûrement, d’autant que dans ces six communes il y a Rhode-Saint-Genèse qui forme une continuité territoriale entre Bruxelles et la Wallonie. Et l’on ne peut pas négliger l’hypothèse, que je ne souhaite pas, d’une négociation future sur la partition de l’Etat belge. Ce caractère exceptionnel de ce canton électoral serait un des arguments que l’on pourra invoquer contre la transformation brutale de la frontière linguistique en une frontière internationale. C’est un point essentiel.” (Le Soir, 16 september 2011)
De door de Naamloze Achter Hem zeer gewaardeerde Jean-Pierre Rondas had dus gelijk: “De echte bedoeling is een gunstige uitgangspositie te verwerven voor het geval van een uiteindelijke splitsing van de staat. In zo’n geval gaat het nieuw op te richten kanton Rode volkenrechtelijk mee met Brussel in de Wallo-Brux constructie.” (De Standaard, 16 september 2011)
-4- Payback time
Communautair akkoord : it’s payback time
door Bart Maddens
Na de recente akkoorden over Brussel en de financieringswet beginnen de puzzelstukjes van de nieuwe staatshervorming op hun plaats te vallen. En het plaatje dat tevoorschijn komt oogt niet bepaald fraai. Van het BHV-akkoord kon nog worden gezegd dat de Vlamingen er goedkoop van af gekomen zijn, zeker in vergelijking met vroegere voorstellen. Maar nu is het duidelijk payback time : voor hun (overigens zeer relatieve) overwinning inzake de kieskring BHV betalen de Vlamingen vandaag – letterlijk – cash : de responsabilisering van Wallonië wordt met tien à twintig jaar uitgesteld, de ‘juste retour’ voor de financiering van de gemeenschappen wordt teruggeschroefd en Brussel krijgt 461 miljoen per jaar (geïndexeerd) extra.
Brussel
Die 461 miljoen is zonder meer een fabelachtig bedrag. In mei 2005, toen Verhofstadt ei zo na een akkoord sloot over de splitsing van BHV, was er ook al sprake van een herfinanciering van Brussel. Toen ging het slechts om 64 miljoen per jaar. In het (nooit uitgevoerde) communautaire akkoord van februari 2008 kreeg Brussel 65 miljoen extra. Dit was telkens maar een fractie van wat de Brusselaars vandaag hebben binnengerijfd. Maar zelfs die relatief beperkte herfinanciering werd toen als overdreven beschouwd in Vlaanderen. Sindsdien zijn de Brusselaars steeds exorbitantere bedragen gaan eisen, tot zelfs 720 miljoen Euro. Op die manier is er een soort gewenningseffect ontstaan en zijn sommige naïeve Vlamingen al gelukkig dat nu ‘maar’ 461 miljoen moeten ophoesten.
Een objectieve behoeftestudie over die extra middelen is er nooit gebeurd. De Franstaligen hebben die boot altijd kunnen afhouden uit vrees voor een vervelende waarheid. Want als je de Franstalige logica doortrekt en Brussel beschouwt als een volwaardig derde gewest, dan blijkt dat dit gewest nu al voor zo maar liefst 550 miljoen wordt overgefinancierd ! Let op, zeggen de Franstaligen dan, vergeet niet dat Brussel toch wel iets heel speciaals is : het moet allerlei hoofdstedelijke functies vervullen en kampt met bijzondere grootstedelijke problemen. En hier hebben ze natuurlijk een punt. Alleen, als Brussel iets speciaals is, en daarom méér geld moet krijgen, dan moet de stad ook anders worden bestuurd dan de twee andere gewesten. Het is ofwel het één of het ander : ofwel is Brussel een derde gewest, en dan moet het die 550 miljoen teruggeven. Ofwel krijgt Brussel extra middelen als gemeenschappelijke hoofdstad, en dan moet het ook als hoofdstad gemeenschappelijk worden bestuurd.
Hefboom kwijt
En hier botsen we op de kern van de zaak. De extra financiering voor Brussel was het enige breekijzer dat de Vlamingen hadden om écht cobestuur af te dwingen in Brussel. Die cruciale hefboom zijn we vandaag kwijt. Het akkoord over de ‘interne staatshervorming’ is, zoals bekend, niet meer dan een lachwekkend schaamlapje. Ook het feit dat een deel van het bedrag wordt toegewezen is bijzaak. Het gaat er om dat de Vlaamse geldschieters moeten kunnen meebeslissen over het beleid dat met die middelen wordt gevoerd. Dit is wat in 1999 werd geëist in de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Maar die mogen nu wel definitief worden gearchiveerd.
Juist daarom is wat we vandaag meemaken zonder meer dramatisch voor Vlaanderen. Dit wordt de slechtste staatshervorming sinds die van 1970. Niet zozeer omwille van die honderden miljoenen. Wel omdat de staatsstructuur nu onherroepelijk op het spoor wordt gezet in de richting van een federalisme met drie sterke gewesten. Het Brussels Gewest krijgt constitutieve autonomie. Het krijgt gemeenschapsbevoegdheden zoals toerisme, beroepsopleiding en onderwijs. De kinderbijslagen worden dan toch niet overgeheveld naar de twee gemeenschappen in Brussel, maar wel naar het gewest. Dit is een onvergefelijke capitulatie van CD&V. De Vlamingen hebben steeds minder te zeggen in Brussel, maar moeten er steeds meer voor betalen. De strijd die de Vlamingen al sinds de jaren zestig voeren, tegen een federalisme met drie, is finaal beslecht in het voordeel van de Franstaligen.
Circel is rond
En zo is de communautaire cirkel rond. In 1970 werd het principe van de gewestvorming ingeschreven in de Grondwet. De Vlaamse politici susten meteen : niet bang zijn, de gewesten worden louter adviserende of uitvoerende instanties. Van een federalisme met drie is geen sprake !
Maar na veertig jaar geduw en getrek van de Franstaligen is het daar uiteindelijk wel op uitgedraaid. En amper is het zover, of de geschiedenis van 1970 kan herbeginnen : er wordt alweer een nieuwe instelling gecreëerd en institutioneel gebetonneerd : de Communauté Métropolitaine. En de Vlaamse politici sussen meteen : niet bang zijn, dat is enkel maar een overlegorgaan. Van een uitbreiding van Brussel is geen sprake !
Maar morgen begint het geduw en getrek van de Franstaligen om de Communauté Métropolitaine meer macht te geven. De institutionele kiemen voor groot-Brussel zijn gelegd en kunnen langzaam beginnen te groeien. Tot op het punt dat het Brussels gewest zal samenvallen met de vroegere provincie Brabant, in pakweg 2051. En dan zal een of andere flamingant – als dat specimen nog bestaat – kunnen schrijven : dit is de slechtste staatshervorming sinds die van 2011.
Aldus sprak N*A*O*:
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXXXII)’,
Baelen, 25 september 2011
(1) In http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/10/naos-f-art-theory-iii-razzle-dazzle.html (hoofdstuk 3) stelt N*A*O* dat het surrealisme, dat de verdienste heeft onze onbewuste geest bevrijd te hebben, én de erop volgende objectkunst, die ons lichamelijk genot toonde (de blik bij Duchamp, de stem bij Naumann, de drol bij Delvoye), de plaats ruimden voor de echt democratische symptoomkunst, die elke burger toestaat zijn eigen ding te doen als een “inconceivably private joke”. Jan De Cocks niet tegen te houden werk is daar een voorbeeld van.
(2) Perspectivisme, dat juist in Ensors werk duidelijk vorm krijgt!(3) Zie: http://www.facebook.com/notes/groen/n-va-voorzitter-bart-de-wever-slaat-de-bal-volledig-mis-vlaanderen-verarmt-niet/10150817010645046 .
(4) Lees Bart Brinckmans “Samen uit, samen thuis”. (De Standaard, 24 september 2011)
(5) Zie ook: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/07/naos-questions-aux-belgicistes-xxxix.html .
(6) Zie: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=5F3B6FJ6 .