2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

dinsdag 8 juni 2010

N*A*O*'s Battlestar Belgica

Er wordt nooit zoveel gelogen als na een jachtpartij, gedurende een oorlog, en voor een verkiezing.
In België is een oorlog aan de gang. Vandaar…


-1-      HET   FRANSTALIG   FRONT   . . .
Ongeveer alles wat Verafstoodt schreef in zijn fameuze burgermanifesten, verloochende hij om premier te kunnen worden en blijven in de twee paarse regeringen van 19999 tot 2007.

In zijn laatste manifest “De Belgische Ziekte” (1998) schreef hij : “We worden meegesleurd door het zuiden van het land, waar een establishment onder aanvoering van de PS iedere aanpassing van onze maatschappelijke en economische structuren blokkeert.”

Vlak na de verkiezingen van 1999 kwam het Franstalig Front bijeen, dat in juni 1997 tot stand gekomen was tussen initiatiefnemer Philippe Busquin (PS), zijn logebroeder Louis Michel (MR), Charles-Ferdinand Nothomb (PSC) en Isabelle Durant (Ecolo).
Er werd afgesproken dat de Franstaligen Verafstoodts premierschap zouden accepteren onder de voorwaarden van een institutioneel status quo en van een wijziging van de financieringswet waar het Franstalig onderwijs wel zou bij varen.
Het Franstalig Front werd in 1997 opgericht omdat op dat moment Franstalige economen de PS hadden kunnen overtuigen van de tot dan toe algemeen ontkende realiteit van de Vlaamse transfers naar Wallonië, met andere woorden van de levensnoodzaak ervan voor het Waalse gewest.
Het Front wilde drie doelstellingen realiseren.
Ten eerste het afwijzen van elk staatshervormingsvoorstel, omdat dat uiteindelijk tot de splitsing van de voor Wallonië essentiële sociale zekerheid zou leiden.
Ten tweede het versterken van de Belgische staat en het honingshuis.
Ten derde het aansluiten van Brussel bij Wallonië.

Ditzelfde Front zat achter het Franstalig “non” na de verkiezingen van 2007, die gewonnen werden door het kartel CD&V/N-VA dat een “grote staatshervorming” beloofd had.

En het is nu al duidelijk dat ditzelfde “non” ook na 13 juni zal klinken.

In de aan de gang zijnde verkiezingstrijd proberen de Vlaamse partijen elkaar vliegen af te vangen door twijfels te uiten over elkaars interpretatie van of bedoeling met “confederalisme”.

Welnu, voor N*A*O* betekent “confederalisme” gewoon dat ook de belangrijkste Vlaamse partijen een stevig etnisch-taalkundig front zouden vormen, zoals de Franstaligen – die daarvoor moeiteloos hun ideologische en sociaal-economische verschillen overstijgen – al decennia lang doen.
Want in dat geval zou elke Belgische onderhandeling er een zijn tussen twee autonome overlegcomités van regionale partijvoorzitters.

Zolang dit soort “confederalisme” niet tot stand komt, wordt België gedomineerd door de Franstalige “meerderheid”.
“Meerderheid”, niet in kwantitatieve, wel in kwalitatieve zin.

Zonder dit “confederalisme” is met het economisch verval van Vlaanderen, ook de ondergang van het dan onbetaalbare België ingezet.

-2-      . . .   PLUNDERT   BELGIË   . . .

Het Franstalig Front domineert het communautaire debat, omdat het niet in evenwicht gehouden wordt door een Vlaams Front. Het schakelt elke democratische oppositie uit, zodat het niet meer evolueert en behoudsgezind wordt. Het laat geen enkele modernisering toe en maakt België onbestuurbaar.
Paul Geudens : “Elke beslissing waar ook maar het minste communautair geurtje aan vastzit – en dat is in negentig procent van de onderwerpen het geval – kan door de Waals-francofone minderheid naar de prullenmand worden verwezen. (..) Niets schijnt nog te lukken. Niet alleen de communautaire dossiers, maar alles wat op de politieke tafel komt, wordt verteerd door een noord-zuid splijtzwam. Asielbeleid, justitie, de behandeling van jonge criminelen, arbeidsmarktbeleid, de relletjes in Brussel.” (Gazet van Antwerpen, 30 april 2010)
“Er is geen gericht beleid meer mogelijk. Begroting, activering van werklozen, migratie, justitie, noem maar op. (..) Ofwel gaan we nu gezamenlijk voor efficiëntie – hetgeen een aantal grondige hervormingen inhoudt -, ofwel gaan we elk onze eigen weg. Die keuze moet na 13 juni gemaakt worden, zoniet duiken we met z’n allen de dieperik in.” (Gazet van Antwerpen, 12 mei 2010)

Alexander de Croo : “Aan Franstalige kant wordt in elke stap richting modernisering een stap naar scheiding gezien. Zo krijg je moeilijk nog iets in beweging. (De Tijd, 20 april 2010)

Yves Desmet : “Beslissen lukt eenvoudigweg niet meer. Het lijkt wel of de Wetstraat zich met een mengeling van berusting en moedeloosheid bij dat gegeven neerlegt.” (De Morgen, 27 maart 2010)

Het gevolg is dat “vertrouwen in de politieke wereld tot een historisch dieptepunt is gekelderd,” (De Morgen, 27 maart 2010) en dat “het immobilisme van de voorbije jaren de antipolitieke onderstroom in de samenleving nog versterkt.” (De Tijd, 4 mei 2010)

Om de kern van het probleem te schetsen zonder van immoreel flamingantisme beschuldigd te worden, is er een Franse bron : “La parité systématique rend organismes et entreprises publiques ingérables.” (Le Monde, 8 december 2007)
Onze zogenaamde “pacificerende” “grendeldemocratie” staat beide etnisch-linguïstische groepen in het parlement toe gelijk welke beslissing te blokkeren.

Maar wanneer slechts een van de twee groepen een front vormt, worden deze “pacificatie-instrumenten” een permanente dreiging uitgaand van de frontvormers, die – precies omdat ze als enigen een front vormen en nooit tegenstand ontmoeten – zeer conservatief worden.

Zolang Vlaanderen geen tegenfront vormt, om zo het confederalisme gestalte te geven, verzandt het mee in de algemene stilstand.

Omdat Bart De Wever en het N-VA dit democratisch deficit problematiseren, werven ze “een groot deel van de Vlamingen dodelijk gefrustreerd over de algemene stilstand van het land.” (De Standaard, 17 februari 2010)

-3-      . . .   KATHOLIEK VLAANDEREN BEEFT   !

De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de ondergang van België ligt dan misschien bij de Vlamingen, die onderdanig zijn en zich nooit bevrijden van hun katholieke angsten, en wier leiders – hoe “links” ze ook zijn – zich als voorzichtige herders blijven gedragen.
Of het nu deze irrationele angst is, dan wel de combinatie van haat en een gevoel van volkomen machteloosheid, die de Vlamingen zover brengt dat zij heel België meesleuren in de val van hun autodestructief martelaarschap, in beide gevallen worden zij blijkbaar geteisterd door een existentiële zelfhaat.

Terwijl Le Soir en RTBf hatelijke en agressieve anti-Vlaamse taal spuien – voor welke discriminatie het CGKR zich dan weer ten onrechte onbevoegd verklaart(1) - bieden de toch wel erg orthodox religieuze Vlamingen hun andere wang aan : anders “dreigen we een hoogmoedig, conservatief en op zichzelf gericht Vlaanderen te worden.” (De Tijd, 16 mei 2009)

Bijna de volledige Vlaamse “intelligentsia” en cultuurindustrie (net zoals vorige keer, ook nu weer vlak voor de verkiezingen verenigd in “Belgavox”) steunen het Franstalig Front, laat staan dat zij zelf een front zouden vormen.

-4-      HET FRANSTALIG FRONT RUKT OP   . . .

De Franstalige kwalitatieve “meerderheid” maakt gretig gebruik van haar kwantitatieve minderheidspositie om haar drie frontdoelstellingen als pure rechtvaardigheid voor te stellen.
Het toppunt van Belgische surrealisme is het door Le Soir in 2007 voorgestelde en nu door CDH overgenomen idee om een corridor tussen Wallonië en het door de Vlaamse fascisten omsingelde Brussel aan te leggen.
Een weg door het Zoniënwoud, doorheen het ijzeren gordijn van de taalgrens, vergelijkbaar met de geopolitiek overeengekomen verbinding tussen West-Duitsland en West-Berlijn ten tijde van de Koude Oorlog.

De dwangmatig correcte en zichzelf bewust of onbewust hatende Vlamingen doen dit nieuwe voorstel van madam “non” af als lachwekkende hysterische theatraliteit, zoals niet zo lang geleden het RTBf docudrama “Bye Bye Belgium”.
Ze realiseren zich geenszins dat hysterici geen komedie spelen, maar om hun reëel gevoelde onbehagen te dempen de spelregels van vadertje staat moeten aanpassen om in nood in de beschermende armen van het moederland (Frankrijk) te belanden. De Vlamingen realiseren zich niet dat de Franstaligen echt rekening houden met het onafwendbare einde van België.

Le Monde schreef dat het bestaan van de faciliteiten de Brusselse randgemeenten geopolitiek automatisch tot “betwist gebied” maakt bij een eventuele splitsing van België, waar dan referenda gehouden zullen moeten worden om te bepalen bij welke deelstaat ze behoren.

Om het “betwist gebied” zo groot mogelijk te houden, verzet het Franstalig Front zich ook tegen de splitsing van BHV, die de Vlaamse omsingeling van Brussel definitief zou maken, zodat daarmee “het laatste obstakel voor een definitieve splitsing van het land verdwijnt,” volgens de PS.

Het Franstalig Front houdt rekening met de splitsing van België, die het zo lang mogelijk uitstelt, om zoveel mogelijk transfers via de financieringswet en de sociale zekerheid naar Wallonië te kanaliseren.

Men tracht de transfers zelfs nog te vergroten, bijvoorbeeld door middel van de flitspaalpolitiek, maar ook door de regionale bevoegdheden, die het Waals Gewest niet meer kan financieren te herfederaliseren (grootstedenbeleid, kankeronderzoek, kinderopvang, ziekenhuisbouw).

-5-      . . .   VIA   HET   SLAGVELD   TE   BRUSSEL   . . .

Louis Tobback klinkt bitter : “Al de miserie van vandaag komt door de Brusselaars. Ze bejegenen het land met dédain, lachen met Vlaanderen, vragen altijd meer geld, en exporteren intussen hun Brusselse problemen naar het hele land.” (De Morgen, 27 april 2010)

Tobback beweert dat na één dag onderhandelen over BHV, loodgieter Dehaene – nog voor de grote Alexander – opstapte en Di Rupo toeschreeuwde : “Tu l’auras, ton fric.” (De Tijd, 24 april 2010)

Alhoewel BHV op zich weinig met Brussel te maken heeft, gebruiken Di Rupo en Picqué effectief elke gelegenheid om jaarlijks 500 miljoen Euro extra te eisen.

Omdat binnen het Brussels Gewest geen “solidariteit” bestaat tussen rijke gemeenten, als Woluwe, Bosvoorde en Ukkel (met een lage gemeentebelasting), en andere dorpen als Molenbeek, Sint-Joost en Brussel-stad, kan het Brussels Gewest deze laatsten, die grote problemen hebben, niet meer onderhouden.

Ondanks “de stuitende tegenstelling tussen verstikkende armoede en tentoongestelde rijkdom” in Brussel (Geert van Istendael in De Tijd, 30 april 2010), moet Vlaanderen maar solidair zijn voor de PS.

Ondanks de financiering ervan vervult Brussel zijn “hoofdstedelijke functie” niet. (Men vermoedt dat het geld verdween in het circuit van de PS-vzw’s.)

In onze tweetalige hoofdstad worden overal de taalwetten geschonden, ten nadele van de Nederlandstaligen (onder andere in de Brusselse ziekenhuizen).
De Brusselse werkloosheid is de hoogste van België.
In veel scholen wordt geen Nederlands onderwezen, zodat jongeren niet kunnen solliciteren in de Vlaamse rand, waar wel degelijk vacatures zijn.
En dat terwijl het Brussels Franstalig middelbaar onderwijs per zeven leerlingen een leraar heeft, dankzij de benoemingspolitiek van de PS.
Desondanks verlaat 36 % van de Brusselse jongeren de school zonder diploma.

Eigenlijk ontstaat zelfs een dubbele transfer, omdat vanwege de slechte reputatie van het Franstalig onderwijs Franstalige ouders hun kinderen naar Vlaamse scholen sturen.
Niet alleen zijn die kinderen daar zelf niet tevreden mee, omdat ze geen onderwijs krijgen in hun moedertaal ; de aanwezigheid van de vele anderstaligen vermindert ook de kwaliteit van het Vlaams onderwijs, dat door Vlaanderen betaald wordt.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is kortom een vuil en rampzalig offensief dat door de Franstaligen ingezet werd in 1989.
Zelfs medeoprichter Vic Anciaux geeft nu toe dat dit een grote strategische fout was.(2)

De oprichting van het BHG diende om de Franstaligen meer macht (en regeringen) te geven in de Belgische oorlog, om de Belgische staatshervorming te hinderen, om door middel van “le très grand Bruxelles” en “Wallo-Brux” het Vlaams territorium in te palmen, én om weeral de transfers te vergroten. Door verschillende min of meer legale constructies, hevelen de Franstalige partijen taken van de Franse Gemeenschap over naar het BHG, zodat Vlaams geld zelfs via Brussel naar Wallonië stroomt (bijvoorbeeld voor de bouw en het onderhoud van Franstalige schoolgebouwen).

Het BHG diende dus juist niet om twee essentiële functies te vervullen : er voor de Brusselaars zelf zijn en hoofdstad van België zijn.

Het economisch belang van Brussel voor Vlaanderen wordt trouwens fel overdreven. De Brusselse rijkdom wordt gegenereerd door de vele pendelaars, die naar Brussel komen omdat daar diensten gevestigd werden (die ook elders geplaatst kunnen worden).
Bovendien ligt Brussel slechts aan de zijkant van de economisch écht belangrijke megaregio Amsterdam-Antwerpen-Lille, waar zeker in geïnvesteerd zou moeten worden, wil men voorkomen dat Brussel nog eerst van al ten onder gaat.

Meer en meer Vlamingen raken ervan overtuigd dat het BHG hervormd moet worden tot een efficiënte gefusioneerde(3) hoofdSTAD.

Zelfs Tobback heeft nog hoop : “Alle Vlaamse partijen zijn zo onnozel geweest geld in de bodemloze put Brussel te storten. Ik hoop dat ze die fout nu niet opnieuw maken.” (De Tijd, 24 april 2010)

Wanneer Brussel opnieuw een hoofdSTAD wordt, moet ze bestuurd worden door de Brusselaars zelf wat betreft haar stedelijke functies, en wat haar hoofdstedelijke functies betreft door hetzij de federale, hetzij de confederale regeringen.

Brussel mag in elk geval geen autonoom gewest blijven!(4)
Dat is niet in overeenstemming met de Belgische Grondwet. De Belgische staatshervorming gebeurde op basis van taal- of volksgemeenschappen (de Vlaamse, de Duitse en de Waalse). Hierbinnen is Brussel enkel een stad met een bijzonder tweetalig statuut, en geen gewest.

-6-      . . .   EN   DOOR   MIDDEL   VAN   DE   VERNEDERING   VAN   CD&V.

Het Vlaamse kartel CD&V/N-VA won de verkiezingen van 2007, met de belofte van een “grote staatshervorming”. In het kartelakkoord stond dat het kartel “niet zou toetreden tot een federale regering indien er in het regeerakkoord geen duidelijke afspraken worden opgenomen over de realisatie van deze Vlaamse verzuchtingen.”

Vele Vlaamse kiezers geloofden in de eerlijkheid van de Vlaamse minister-president Leterme en beloonden hem met 800.000 voorkeurstemmen.

Ook de Naamloze Achter Ons geloofde erin. N-VA geloofde erin. Leterme geloofde er zelf in, maar niet alle CD&Vers.
Volgens Louis Tobback geloofde het belgicistische ACW er niet in en was het enkel bekommerd om “eindelijk weer eens genoeg ACWers in de bevriende kabinetten te krijgen. Zo plat was het.” (De Morgen, 27 april 2010)
Het vervolg kent men. Leterme begon te onderhandelen en stuitte tegen het Franstalig Front.
Hij probeerde vol te houden en niet in de regering te stappen zonder duidelijke afspraken, maar de vakbond dwong hem het kartel met N-VA op te zeggen om toch in de regering te stappen.
Noch S.P.a, noch Groen! boden hem een wisselmeerderheid aan, zodat CD&V verantwoordelijk werd voor het Belgisch precedent van een regering zonder Vlaamse meerderheid.
Een precedent dat in België nog veel navolging zal kennen !

Binnen CD&V kreeg de conservatieve vleugel van ACW en Van Rompuy, Dehaene en volgelingen de overhand. Men ontketende een lastercampagne tegen hem – een heus complot waarin de voorzitters van de federale Kamer Herman Van Rompuy en van het Hof van Cassatie Ghislain Londers de hoofdrollen speelden - en pleegde uiteindelijk een karaktermoord op de held. CD&V had hem gebruikt om de macht van paars te breken en liet hem nu genadeloos vallen.

Leterme werd vervangen door broedermoordenaar Van Rompuy zelf, die - nadat hij butler werd van het Europese koppel Sarkozy-Merkel - toch weer de plaats ruimde voor de ondertussen gelouterde (lees : gehersenspoelde) Leterme.

Het is niet meer dan logisch dat CD&V op een verkiezingsnederlaag afstevent.
N*A*O* vermoedt dat CD&V zonder de paternalistische Belgische stemplicht, misschien zelfs met de kiesdrempel zou flirten.

De partij probeert wanhopig het onontkoombare en massieve communautaire thema buiten de verkiezingscampagne te houden en heeft het voortdurend over de “verantwoordelijkheid” die de partij opnam.
Men zou bijna geloven dat zij de mondiale bankencrisis veroorzaakte om de aandacht van de kiezer af te leiden.

-7-      DE  GROTE  ALEXANDER  EN  DE  WEVER  BART
ORGANISEREN  HET  VERZET

- N*A*O*’s Tweede stemadvies 2010 –

In de BHV-onderhandelingen over de voorstellen van loodgieter Dehaene, tussen het Franstalig Front en de Vlaamse minderheid in de regering (aangevuld met Groen! en Ecolo), naderde men “een van de zwaarste nederlagen van de Vlaamse Beweging.” (Walter Pauli in De Morgen, 30 april 2010)

Net op tijd verkoos de grote Alexander van Open VLD het zinkend Vlaams schip te verlaten, in de hoop nog te kunnen scoren tijdens de volgende verkiezingen.
Helaas te laat, als men de peilingen mag geloven.

Het gevolg van dit alles is dat de verkiezingen niet alleen geheel communautair zijn, maar ook nog eens ongrondwettig.

Natuurlijk heeft de gelouterde Leterme gelijk en blijven de verkiezingen wettelijk, maar wat betekent dat verschil eigenlijk ?
Het is dat verschil tussen wat ongrondwettig maar wel wettelijk is, dat België tot een bananenrepubliek maakt. Het verschil tussen “wettig” en “wettelijk”.
“Wettig” betekent dat iets legitiem is, dat wil zeggen volgens de geest van de wet, volgens een hogere norm, volgens de Grondwet. En dat zijn deze verkiezingen dus niet.
Deze verkiezingen zijn “wettelijk”, hetgeen betekent dat ze letterlijk overeenstemmen met de wet.
Onze politici zijn geheel onbekwaam om de geest van de wet hoog te houden en vernederden zich tot letterknechten.
Omdat ze niet in staat bleken het Grondwettelijk arrest uit te voeren dat de wijziging van de kieswet voorschreef (de zaak BHV), dwongen ze het parlement een trucje te gebruiken : om de Grondwet te kunnen wijzigen moest het parlement zichzelf ontbinden !(5)

Vanwege de onbekwaamheid van de Belgische politici, of vanwege de te grote complexiteit van het federale België (en zolang België bestaat), roept de Naamloze A*O* op om het volk de mogelijkheid te bieden zijn politici zelf bij te staan door middel van meer directe democratie.(6)

In een zekere zin vormt deze ongrondwettige situatie weer een precedent : de wereld is niet vergaan, zodat dit scenario zich gerust mag herhalen. Wellicht wordt BHV nooit meer gesplitst.

Tenzij Europa België dwingt. Het lijdt geen twijfel dat deze ongrondwettige situatie tot een klacht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zal leiden (tenzij onze eigen rechters zich niet onbevoegd verklaren), dat onlangs Roemenië al berispte omdat daar de verkiezingen steeds wettig verklaard worden door een gemengde commissie van politici en rechters. Het Europees Hof vindt de aanwezigheid van politici in zo’n commissie al een belangenvermenging. In een rechtstaat komt deze opdracht toe aan de opperste rechterlijke macht.

Bij ons zullen de verkiezingen van 13 juni wettig verklaard worden door de politici zelf, die rechter en partij zijn, en elkaars “geloofsbrieven” zullen goedkeuren.
Zoiets gebeurt wel meer : in revolutionaire tijden (stichting van België in 1830 ; enkelvoudig stemrecht in 1919 ; creatie van gemeenschappen en gewesten in 1970) ; maar niemand gelooft nu toch dat we ons in een revolutie bevinden ! (De letterknechten doen er juist alles aan om dat te ontkennen.)

En wat als het Franstalig Front en zijn Vlaamse collaborateurs nu eens afspreken de geloofsbrieven van de V-partijen niet goed te keuren ?
Ook daar zijn precedenten van, waarvan het bekendste de weigering van de geloofsbrief van de Vlaming Van Overstraeten door het Waals parlement is.

Wat betekent de Belgische rechtstaat nog in de ogen van zijn burgers ? Meer en meer mensen accepteren kleine en grote wetsovertredingen, zoals belastingontduiking, zoals “Belgavox”-collaborateur Daan zo gehecht is aan de Belgische “gezellige rommeligheid”.

Het Franstalig Front, versterkt met het Belgisch establishment, het honingshuis en de vakbonden, is druk in de weer met het bedenken van noodscenario’s voor het geval Vlaanderen (weer) “fout” stemt.

Dankzij het precedent van een Vlaamse minderheid in de regering is zelfs een Vlaamse “olijfboomcoalitie” mogelijk, maar anders kan men aan Vlaamse collaborateurkant nog een klassieke tripartiete vormen (eventueel met Groen! aangevuld om een “regering van nationale eenheid” te kunnen vormen).

Om het establishment het zo moeilijk mogelijk te maken, roept N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, op om op 13 juni 2010 wel degelijk zo “fout” mogelijk te stemmen !

Het gewicht van de V-partijen in Vlaanderen zal immers de onderhandelingsmarge tussen het Franstalig Front en de Vlaamse collaborateurs serieus beperken.

Met ongeveer 48 % van de stemmen in Vlaanderen zouden de V-partijen samen al een blokkeringsmeerderheid hebben.

De vraag blijft of de voorspelde winst van N-VA van de andere V-partijen LDD en Vlaams Belang komt, dan wel van de klassieke partijen.
Komt haar winst van de V-partijen, dan moet N-VA natuurlijk een monsterscore van bijna 35 % halen.
In het andere geval volstaat een percentage van ongeveer 25 % voor N-VA om tot een Vlaamse blokkeringsmeerderheid te komen.

Aldus sprak N*A*O*,
‘De slechtste mensen geven dikwijls de beste raad’,
Lessen, 8 juni 2010


(2) In Knack, 13 januari 2010. Lees zijn tekst “Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een vergissing ?” : http://cmp.roularta.be/cmdata/Attachments/site72/kevin/Brussel-Hoofdstad .
(3) Ooit was Brussel één Vlaamse stad. Ze werd in 1793 door de Fransen verdeeld.
(4) Tenzij men zou overgaan tot een STADSTAATshervorming in België en ook autonomie van andere steden zou toestaan…
(5) Dat de Grondwet ook regelmatige verkiezingen voorschrijft is een flauw smoesje. Er was tijd tot 2011 om verkiezingen uit te schrijven.
(6) Eerder al verdedigde N*A*O* meer directe democratie juist als een middel om de Belgische federatie te redden, omdat alleen daarmee een Belgische identiteit gekweekt kan worden : http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/09/naos-groote-staatshervorming-iii-de.html

Geen opmerkingen:

Een reactie posten