2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

donderdag 21 april 2011

N*A*O*'s Questions aux belgicistes (XXXVI): VERANDERING?


N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, vraagt zich af wat er de laatste tijd allemaal veranderd is.

-1-            Zou Vlaanderen veranderd zijn?

Zou Vlaanderen veranderd zijn, of is de Vlaamse vlag nog steeds een “witte onderbroek met een streepje bruin,” zoals Johan Sanctorum meent (zie volgend hoofdstuk)?

 De Franstalige pers is – in tegenstelling tot de blinde Vlaamse collaboratiepers - toch zeer verwonderd over een aantal evoluties in Vlaanderen.
“La Libre Belgique” bijvoorbeeld maakte naar aanleiding van de laatste opiniepeiling een optelsom van de Vlaamse stemmen voor de “V-partijen” (N-VA, VB en LDD) en kwam op vijftig procent uit.
Dit betekent nog niet dat Vlaanderen onafhankelijk wil worden, maar wel dat de Belgische constructie in Vlaanderen eigenlijk niet meer verdedigbaar is, hetgeen toch gevolgen zou moeten hebben voor de politieke besluitvorming…

De wever Bart stelt daarom terecht dat “de uitputtingsslag die nu al negen maanden wordt gevoerd gewoon niet werkt.” (De Standaard, 19 maart 2011)
Het Franstalig Front redeneerde verkeerdelijk dat de Vlaamse kiezer N-VA beu zou worden, als men de regeringsonderhandelingen maar lang genoeg kon rekken. (De Tijd, 18 februari 2011) De gemiddelde N-VA-kiezer stelde echter: “Als De Wever compromissen had gesloten om toch maar in de regering te zitten, dan had ik er vandaag veel minder respect voor.” (De Morgen, 25 maart 2011)

Het Franstalig Front zelf begint dat eindelijk te begrijpen en begon een charmeoffensief ten aanzien van zowel de Vlaamse pers, de wever zelf, als van de Vlaamse ondernemers.(1)

De traditionele Vlaamse partijen hebben het ook door en beginnen daarom compleet radeloos te spartelen. Omdat zij collaboreerden in de vergissing van het Franstalig Front, komen nieuwe verkiezingen, die hen alleen maar stemmen kunnen kosten, schrikbarend dicht bij. Zij hopen tevergeefs dat N-VA zichzelf alsnog zou verloochenen.
En het Franstalige charmeoffensief volstaat duidelijk evenmin.
Paul Geudens: “De Vlamingen hebben zich op 13 juni 2010 zeer duidelijk uitgesproken voor verandering. Tachtig procent onder hen stemde voor een diepgaande staatshervorming.” (Gazet van Antwerpen, 28 januari 2011)
Charme volstaat niet en leugens, zoals die van Joëlle Milquet, die zegt dat de Franstaligen al veel toegevingen gedaan hebben (Le Soir, 2 april 2011), zeker niet.

Na acht jaar Verafstoodt was Leterme duidelijk een nieuw soort politicus, namelijk de eeuwige “verliezer”, maar na zijn termijn, en meer bepaald na zijn vierde jaar - waarin hij jammer genoeg zijn medewerking verleende aan de door het Franstalig Front en het Honingshuis geënsceneerde herrijzenis uit zijn dood (na de karaktermoord waarvan hij het slachtoffer was) kiest een groot deel van de Vlamingen voor weer een andersoortig politicus, namelijk voor de wever Bart, die deze keer zijn uitgangspunt “geen regering zonder staatshervorming” niet opgeeft in ruil voor het eerste ministerschap.

Luc van der Kelen: “Het jarenlange non, het on est demandeur de rien, het weglachen van CD&V en haar leider, het tegenhouden van iedere verandering, dat allemaal samen heeft bij honderdduizenden in Vlaanderen een gevoel van opgekropte frustratie doen ontstaan, dat er sinds 13 juni 2010 uitgutst.” (Het Laatste Nieuws, 30 maart 2011)

Zelfs de inschakeling van de naïeve en gemakkelijk tot een collaborerende “Frietrevolutie”  te verleiden Vlaamse jeugd en intellectuelen, hebben niet gebaat, zodat het er meer en meer op lijkt dat Vlaanderen wel degelijk veranderd is en dat het België, zoals dat aaneenhangt van de compromissen en de sjoemelarij, moet verdwijnen.

Naast de wever Bart treedt daarom ook die andere, woedende halfgod Vic Van Aelst(2) op de voorgrond: “Ik krijg koude rillingen als ik het woord België nog maar uitspreek. Dit land is de optelsom van 180 jaar onrechtmatigheden. Ik zal juichen bij onze onafhankelijkheid. Ik weiger mijn mening nog te verbergen.” (Het Laatste Nieuws, 2 april 2011)
De Naamloze Achter Ons, die België niet langer als rechtstaat beschouwt maar als het prototype van het nieuwe antifascistische fascisme, staat natuurlijk ook achter Vic!

Zelfs den Baard, toch de illustratie van de weliswaar verbaal krachtige, maar praktisch in het geheel geen moeite doende socialist, stelt vast: “Er is geen andere keuze dan meer autonomie: de regio’s zijn zowel in politieke oriëntatie als in concreet beleid uit elkaar gegroeid.” (Elsevier, 2 april 2011)
Niet iedereen gelooft echter dat de bovenstaande vlag de nieuwe vlag van de Vlaamse Republiek kan zijn, met name broeder Johan Sanctorum denkt dat dit nog steeds de witte onderbroek met een streepje bruin is…(3)

Politoloog Carl Devos stelt terecht dat N-VA niet meer terug kan en op het eind van deze maand de onderhandelingen zal verlaten. Het gevolg zal zijn dat hetzij nieuwe verkiezingen georganiseerd zullen worden, hetzij de traditionele Vlaamse partijen – die nu hysterisch de verantwoordelijkheid van de wever eisen – zélf hun verantwoordelijkheid zullen nemen, hetgeen toch vanzelfsprekend zou moeten zijn. Dat laatste durven “kan alleen voor wie erin gelooft,” aldus Devos. (De Standaard, 18 april 2011) (4)
We zullen binnenkort dus weten of Vlaanderen in Vlaanderen, dan wel in België gelooft.

-2-            Van een “révolution des caleçons” tot een “cordon de velours” (3)
door Johan Sanctorum

“Hij kan het niet”,- aldus Louis Tobback, refererend naar voorzitter Bart De Wever, want “de N-VA wil niet”. Het is vreemd dat deze uitspraken voorpaginanieuws worden, want hier stampt Tobback toch wel een grote open deur in. Ook ondergetekende heeft het al maanden geleden geponeerd: : de N-VA is een gespleten partij waarvan de radicale aanhang (deels uit het VB gemigreerd) druk blijft zetten op de onderhandelaars. De basis is radicaler dan de top: vervelend voor een partij die gesommeerd wordt om “haar verantwoordelijkheid te nemen”. Dat er een gematigde “Zuidflank” zou zijn, aangevoerd door de nieuwe flamingant Siegfried Bracke, is een verzonnen spin-verhaal van de partij zelf, om haar verdeeldheid te camoufleren. De N-VA moet daarom een soort interne compromissenpolitiek bedrijven, die ze extern beweert af te zweren.
Anderzijds is het natuurlijk politiek veelzeggend dat een oude krokodil als Louis Tobback uitgerekend vandaag de beleefdheidsvormen achterwege laat jegens De Wever en C°. Het is zonder meer het startsein van een publieke diffamatiecampagne die onvermijdelijk moet eindigen in een totale politieke diskwalificatie van de N-VA. De impliciete redenering is dan dat men “het signaal van de kiezer begrepen heeft”. Als signaalgever had de partij een betekenis, maar nu is het aan de andere, “ernstige” partijen om de boodschap te recupereren, in het belang van het land, zijn economie, enz.
Deze klokkenluiderslogica is tegelijk een eerbetoon en een dumpingsproces. De weinig diplomatieke taal van Tobback is dan ook vooral trendsettend bedoeld, als een caesuur in de publieke opinievorming: het is mooi geweest, maar nu moeten we dringend back to business, voor de slinkende kredietwaardigheid van de Belgische staat ons veel geld gaat kosten. De geruisloze overgang van een regering-in-lopende-zaken naar een echt zakenkabinet loopt daarmee perfect synchroon.
Ik zou daarom durven spreken van een cordon de velours dat in de maak is,- een fluwelen cordon dat de N-VA zachtjes de geschiedenis indrijft, hét biotoop van Bart De Wever, waar hij dan zichzelf kan bestuderen. De hybride persoonlijkheid van Bart De Wever (intellectueel briljant maar sociaal gehandicapt) kan nu helemaal uitgespeeld worden als een stigma dat de N-VA in haar geheel treft: een partij met een sterke boodschap maar een duistere verborgen agenda, die zelfs voor de leden niet helder is, getuige daarvan de recente warrige communicatie. De a-typische De Wever hoort in de politiek eigenlijk niet thuis, zo zal het volgende statement luiden. Men wil hem terugloodsen naar een splendid isolation van denker, academicus, historicus.
Het is ondertussen opvallend dat de politieke commentatoren de partij nog enig respijt gunnen: ze kennen hun geschiedenis niet. Starend naar piekende peilingen, zien ze niet dat het eigenlijk al afgelopen is en dat het Stalingrad (om De Wevers eigen beeldspraak i.v.m. het Vlaams Belang te gebruiken) voor de deur staat. Persoonlijk zou ik eerder van een Waterloo spreken, want er zal zeker ooit nog een monument verrijzen voor de grootste generaal en de slechtste strateeg die de Vlaamse beweging ooit heeft gekend.
Zo bijvoorbeeld Bart Maddens, net niet gebombardeerd tot partij-ideoloog, in “De scalp van Bart De Wever” (DM van 15/4):
“De grote volksopstand tegen Bart De Wever heeft zich nog niet gematerialiseerd. De ‘spontane’ Belgicistische manifestaties zijn een uiterst marginaal fenomeen. De waarheid is dat de pret nog steeds niet op kan bij veel Vlamingen: eindelijk is er een politiek zwaargewicht die ook eens ‘nee’ durft te zeggen tegen de Franstaligen.”
Dat klopt, maar de tijd speelt in het voordeel van francofoon België. Voor hen hoeft er niets, ze wachten gewoon tot het liedje uit is. En er zal ook geen “volksopstand” komen, wel een uitputting, een slijtage van het oorspronkelijke elan, ten voordele van een discours van de nieuwe zakelijkheid. Zoals een verliefde huisvader na een romantische escapade toch terug naar moeder-de-vrouw sloft.
Ook Bart Brinkman gunt De Wever nog enig uitstel (DS van 15/4) , en wijst er fijntjes op dat de partij van Tobback nog niet de helft haalt in de peilingen t.o.v. van de N-VA. Ook dat is waar, maar het is een democratisch-mathematisch argument dat in België sowieso geen hout snijdt. België is een façade-democratie waar een meerderheid geen macht heeft, en waar minderheden zich gedragen als essentialia, pure kwaliteiten waarop de rekenkunde geen vat heeft. De SP-A leeft al jaren boven zijn stand en maakt ook het mooie weer op bijvoorbeeld de VRT, daar zijn legendarisch geworden verhalen over in omloop. Het Vlaams Belang anderzijds behaalde in 2004 een kwart van de Vlaamse stemmen maar werd politiek zorgvuldig buitenspel gehouden dankzij een nooit gezien demoniseringscampagne. Getallen tellen bij ons niet, ze vormen maar de dekmantel van een systeem dat op zeer stabiele machtsverhoudingen berust, dankzij het fameuze compromis belge.

De laatste der sansculotten
Zo zal de N-VA het ultieme etiket krijgen dat ze steeds weer tracht te ontlopen maar tegelijk uitlokt: dat van de politieke irrelevantie. De kern van de zaak is, dat een partij die zich tegen het Belgische systeem keert, in de Wetstraat niets te zoeken heeft. De these dat men de instellingen van binnenuit zal hervormen is een dwaling (ook niet van buitenuit trouwens), omdat elke niet-traditionele, niet-“staatsdragende” partij vroeg of laat wordt afgestoten. Dat zit in de genen van het Belgisch bestel, en daar valt niets aan te veranderen. De Wever wilde/kon niet plooien en zal nu de woestijn ingestuurd worden zoals de aloude zondebok der Israëlieten.
Historici moeten hier toch een déjà-vu gevoel krijgen. Denken we maar aan de Meetingpartij, in Antwerpen ontstaan en groot geworden tussen 1862 en 1872. Deze flamingante en anti-Belgische protestpartij was op een zeker ogenblik echt bedreigend voor het regime, maar de traditionele trias van liberalen, socialisten en katholieken slaagde erin, het hoofd koel te houden en wachtte gewoon tot de storm overwaaide. Uiteindelijk ging de Meetingpartij op in de katholieke partij, ook dat is een interessant historisch precedent…
Ik hoop dat de snuggere strategen van de N-VA toch beseffen dat de isoleringsstrategie van meetaf aan de bedoeling was, en dat het kwestie was voor de verliezers om tijd te winnen en te wachten tot de publieke opinie rijp is voor een grote bocht.
Het fluwelen cordon verwijst het aloude cordon sanitaire rond het Vlaams Blok/Belang meteen naar de geschiedenis. Het voelt fluwelig aan, het baadt in een flou artistique, omdat men lessen heeft getrokken uit de manier hoe het Vlaams Belang een harde schutskring beantwoordde met nog hardere oppositietaal die aansloeg. Ook dat eerste cordon was een complot-strategie van verliezers (na de gemeenteraadsverkiezingen van 1988), die, door een manipulatie van het democratisch systeem en een isolering van de winnaar, hun nederlaag in een overwinning konden omzetten.  De reden waarom De Wever en de zijnen aanvankelijk zoveel krediet en media-aandacht kregen, was overigens een uitloper van die cordonstrategie. Tot men besefte dat men van de regen in de drop was gelopen.
De positie van de N-VA wordt dus stilaan ridicuul: 9 maanden na een klinkende verkiezingsoverwinning aan de kant geschoven worden wegens vervelend, impertinent en contournable. Van zodra de media dit oordeel overnemen, is het afgelopen. En de media zeggen wat het publiek wil horen, zo betoogden we al in het boek “Media en journalistiek in Vlaanderen”.
De ironie van de zaak is nu, dat een pleitbezorger van bovenstaand motto de N-VA zelf in de vernieling aan het rijden is. Toen ex-VRT-journalist Siegfried Bracke zich publiek bekloeg over de controles die de stad Gent uitvoerde aangaande zijn reële woonstatus, en onbedacht het woord “onderbroek” aan deze affaire ophing, wist ik dat dit zich tegen hem zou keren.
Ten eerste omdat de complottheorie zo onwaarachtig klinkt, en ten tweede omdat kiezers sowieso niet houden van tactisch-verhuizende migranten-politici zoals Bracke. En ten derde, het meest hilarische van al: dit gaat om onderbroeken. Neem de Vlaming zijn onderbroek af, en de echte Vlaamse vlag, wit met een streepje bruin, is gevallen. Het cordon de velours sluit zich perfect en geruisloos, met een caleçon  als ultieme stoplap en witte vlag van de overgave. Lachen geblazen rond de Calimero-partij die nu ook letterlijk met de broek op de enkels staat.
Bracke zal waarschijnlijk gedacht hebben dat het stalkingverhaal weer een enorme vloedgolf van sympathie en Vlaamse underdoggevoelens ging opleveren: van de frietrevolutie naar de onderbroekenopstand (la révolution des caleçons,- ik vertaal alvast voor onze vrienden van Le Soir). Maar die tijd lijkt voorbij: de (z)onderbroek of sans-culotte, zoals de pauper werd genoemd die dienst nam in het leger van Napoleon, staat eenzaam, belachelijk en wapenloos het einde van de veldslag af te wachten. Hij wordt niet eens afgemaakt, de vernedering is zo al erg genoeg.
Benieuwd wat een man-van-eer-en-principes zoals Bart De Wever denkt over de lapzwanzerij van zijn luitenant op de zuidflank. Met Siegfried Bracke sneuvelt elke waardigheid en elk intrinsiek kwaliteitsbesef. Hij deed het al eens met de VRT, die meer kijkergericht moest produceren, hij doet het nu met de N-VA. Dat is veel erger dan populisme, het zogenaamde bespelen van het Volksempfinden. Het is zich grandioos verkijken op hoofdzaken en nevenzaken, een totale afwezigheid van goede smaak en een versoaping die onvermijdelijk eindigt in een ondergoeddiscussie. Met de slag is de N-VA een ideologieloze partij geworden. Bart De Wever heeft er nog een conservatieve formatie van het rechtse fatsoen willen van maken, met de onvermijdelijke Theodore Dalrymple als boegbeeld,- maar nu dreigt de totale ideologische implosie, bewerkstelligd door de man die de eer van zijn partij verbond aan de mottenballengeur van zijn kleerkast.
En zo zijn Tobback en Bracke objectieve bondgenoten. Ooit zal de analyse wel gemaakt worden wat de precieze drijfveer van ex-SP.A-er Siegfried Bracke was om zich bij de N-VA aan te sluiten. De herboren CD&V kan nu de conservatieve kleinburgerij terug inpikken, de open-VLD (en wie weet LDD) de middenstanders, en het Vlaams Belang de radicale flaminganten. Het Belgische lijk zal terug uit zijn graf kruipen, zoals het dat al zo dikwijls deed, en de Vlaming trekt zijn vuile onderbroek terug aan. Binnen luttele maanden verwacht niemand nog wat van de N-VA, tenzij gespierde taal op het Vlaams Nationaal Zangfeest. De demon is dan terug in zijn eigen niche gekropen en verzandt tot het zoveelste epifenomeen van de Vlaamse beweging.
We kunnen dan weer met een schone lei beginnen –nu ja, schoon….-, en de Vlaamse republiek uitdenken buiten het giftige Wetstraat-format, maar ook buiten de vale romantiek van de Vlaamse beweging. Moge het ook voor de N-VA een les zijn dat het Belgische cordon-denken veel soepeler en veelzijdiger is dan ze zelf voor mogelijk houdt.

-3-            Zou België veranderd zijn?

Na zijn verkiezingsoverwinning in 2007 zei Didier “tis tok normaal” Reynders dat een verkiezingsnederlaag van de PS op zich al een staatshervorming betekende. Dat is zowat de enige uitspraak van de vorige MR-voorzitter die op N*A*O*’s instemming kan rekenen.

Het feit dat er voortdurend gespeculeerd wordt over coalities zonder de N-VA, terwijl het dumpen van de toch tamelijk fascistoïde PS nooit wordt overwogen(5), wijst er niet op dat België aan het veranderen is.

Anderzijds raakten op 26 maart de heuglijke resultaten bekend van de peiling van “La Libre Belgique”, waaruit bleek de PS van kindervriend Di Rupo bijna vijf procent van zijn stemmen zou verliezen ten opzichte van 2010.
De verdwenen kiezers liepen in elk geval niet over naar het CDH van Milquet, dat ook verlies leed en zijn laagste score sinds 2006 behaalde.
Ook Ecolo en MR maken geen noemenswaardige winst, zodat het duidelijk wordt dat de PS stemmen verliest aan het Front National, dat effectief een kleine vijf procent vooruit gaat…
De resultaten van een onnozele peiling zijn natuurlijk geen argument. Dat de Waalse kiezer zich stilaan ontvoogdt van het fascistoïde paternalisme van de PS en afstand neemt van haar leugenachtig gezwets over de solidariteit en resoluut kiest voor het fascistische origineel, dat het Vlaams Belang al lang aanhangt, is evenmin een essentiële verandering van het toch al achterlijke Belgische politieke landschap.
* * *
Iets betekenisvoller lijkt de Naamloze het initiatief van de Stichting P&V om een dialoog tussen 28 Vlamingen en 28 Walen, die vanwege het beperkt aantal deelnemers natuurlijk niet representatief genoemd mag worden, te laten analyseren door de Vlaamse Mark Elchardus en de Waalse Olivier Servais. Het initiatief lokte minstens een interessante discussie uit.
De onderzoekers geven de wever Barts stelling dat België uit twee verschillende landen bestaat gelijk.
De enige oplossing die de dialogerende Belgen konden bedenken was de veralgemeende tweetaligheid; een oplossing die nergens ter wereld voorkomt. Elchardus: “Mensen die dit voorstellen, willen eigenlijk terug naar een België dat nooit heeft bestaan. Ik ben heel pessimistisch. Veel Franstaligen leggen nu de wil aan de dag om Nederlands te leren, maar ik vrees dat die inspanning twee generaties te laat komt.” (Knack, 16 maart 2011)
En toch, wellicht tegen beter weten in, verdedigen de onderzoekers opnieuw het onmogelijke België: “De uitdaging is om iets op te bouwen wat nog niet bestaat. (..) Of je dat nu leuk vindt of niet: de eigen taal is belangrijk. Wie een gemeenschappelijk project zoekt, moet daar respect voor hebben.”

Het typisch Belgisch irrealisme sluit de discussie weer af. Er is toch geen veen verandering in deze feodale natie, hetgeen bevestigd wordt door uitspraken van twee Vlaamse staatsintellectuelen.

Politoloog Dave Sinardet: “Het feit dat een meertalig land splitst, bewijst dat een meertalige politieke situatie niet werkt. En dat is waar Europa nu net voor staat: meerdere culturen en talen die samenwerken.” (Apache, 25 maart 2011)
Maar Europa werkt toch niet?
Politoloog Hendrik Vos: “Dat is juist. Eurosceptici verwijzen daar vaak naar, maar Europa is nu toch al een hele tijd bezig.” (Apache, 25 maart 2011)
Wat een stom argument: het is bijna een cirkelredenering.

* * *
Het “Center for European Studies”, de denktank van de Europese Volkspartij, waar zowel CD&V als CDH lid van zijn, publiceerde op 17 maart een “Flash” over de Belgische regeringsonderhandelingen, waarin partij gekozen wordt voor het Vlaamse standpunt, namelijk eerst een staatshervorming en dan pas een regering, die anders toch maar zou verzwakken door slopende communautaire gesprekken: http://pr.euractiv.com/press-release/big-question-what-future-belgium-16773 .
Om te weten of België aan het veranderen is, zou men de reactie hierop moeten kennen van CDH.

* * *
Interessant is ook de extra bijlage bij “Le Vif/l’Express” van 18 februari, die de titel draagt: “Flandre-Wallonie, histoire d’un divorce”. Dit tijdschrift is zowat het belangrijkste Franstalige weekblad met 400.000 lezers, waaronder zo’n 80.000 betalende abonnees, en analyseert godbetert objectief de Belgische geschiedenis en onvermijdelijke boedelscheiding.

Het eerste artikel “La Belgique, un mariage arrangé” begint als volgt: “Het meest opvallend is in feite dat deze staat (bij gebrek aan een natie) zo lang kon standhouden, een land dat twee volkeren bundelt die, bij de start, niets gemeen hadden, die twee verschillende talen spreken, niet eens dezelfde economie hebben en helemaal anders stemmen.” De tekst geeft een bondige, maar waarheidsgetrouwe geschiedenis van het land.

Het extra nummer bevat verder meerdere bijdragen die onze scheidingsgeschiedenis grondiger bekijken. Over de oprichting van België handelt “1830 Le français seule langue nationale”, met daarin het citaat van de liberaal Charles Rogier: “De inspanningen van onze regering moeten gericht zijn op de vernietiging van de Vlaamse taal om de fusie voor te bereiden van België met ons grote vaderland Frankrijk.”
Over het eerste trauma van de Franstaligen gaat “1912 La ‘lettre au roi’ de Jules Destrée”. Omdat de Franstaligen in Vlaanderen en Brussel zich bedreigd voelden, kozen zij op de eerste Waalse congressen voor de totale administratieve scheiding van Wallonië en Vlaanderen. Destrée schreef: “Sire, laat mij U de waarheid vertellen, de grote en gruwelijke waarheid: er zijn geen Belgen.” Destrée had eerder verklaard: “Ik bevestig de Waalse ziel en ik ontken de Belgische ziel.”

Is het geen teken van een Belgische verandering, wanneer men dit alles kan lezen in een Franstalig weekblad?
* * *
Een nog hoopgevender aanduiding voor een Belgische verandering vormt het boek dat de Naamloze kocht voor zijn allochtone tante, die wel Frans leerde, maar nooit Nederlands: “Comment peut-on être belge?” van de hand van gewezen journalist, publicist, RTL-commentator en Franstalige Belg Charles Bricman. Het boek werd besteld door de Franse uitgever Flammarion en kreeg positieve commentaren in “Le Monde”, “Libération” en “Marianne”.
“Ik heb geprobeerd de Vlaamse Beweging van binnenuit te begrijpen. Het stoort me als ik Franstaligen hoor zeggen: ‘In de 19e eeuw hebben we de Vlamingen inderdaad onrecht aangedaan, maar dat is verleden tijd.’ Dat is namelijk niet de kern van de zaak. Op dat punt ben ik het eens met de analyse van Bart De Wever. Het echte probleem van België is de democratie. De 19e eeuw heeft twee democratische bewegingen voortgebracht: de socialistische beweging en de Vlaamse Beweging. Het socialisme werd na de Eerste Wereldoorlog opgenomen in het politiek bestel, maar de Vlaamse Beweging wordt nog altijd in de ban gedaan.” (Knack, 6 april 2011)
Bricman blijkt iets realistischer te zijn. Naar aanleiding van de zich nu al tien maanden (of misschien al bijna vier jaar) aanslepende politieke impasse, vraagt hij zich in alle redelijkheid af of België wel bestand is tegen echte democratie.
Tegen Sinardet en Vos in beantwoordt hij de vraag waarom België het ondanks alles toch al ruim 180 jaar volhoudt waarheidsgetrouw: dat komt door onze typische
paternalistische pacificatiedemocratie, waarin besluiten genomen worden bij consensus door de leiders van de representatieve instituten. In een open en ontzuilde samenleving werkt dat natuurlijk niet meer.
Voor Bricman bestaat België als politieke entiteit trouwens niet meer…

… en daarom wil hij die juist creëren: “Daarom moeten we absoluut een federale publieke ruimte creëren, hoe klein ook.” (Knack, 6 april 2011)
Over Belgicistische hardnekkigheid gesproken.(6)

* * *
Als België zou veranderd zijn, dan zijn ook de Vlaamse belgicisten niet meer wat ze waren.
En inderdaad las de Naamloze A*O* recent het opiniestuk van David Van Reybrouck, auteur van “Missie” en “Congo”, die eerder al pleitte voor meer populisme(7): “De partijen lopen leeg, maar de particratie blijft.” (De Morgen, 4 april 2011)
Ook Van Reybrouck ontdekte dat het Belgisch probleem de democratie is: “Cruciale vaststelling: België is nog altijd een particratie, op een moment dat de partijen leeglopen. En: België is nog altijd een representatieve democratie, op een moment dat de representativiteit ernstig in het gedrang komt. Hoe lang kan je dit volhouden?
Het moment is aangebroken om te beseffen dat de democratie meer is dan een zaak van partijen, verkiezingen en parlementen. Een democratie, dat zijn vooral burgers die beslissen zichzelf te besturen op de manier die hen het beste lijkt. Het partijenstelsel was het voornaamste instrument om het politieke leven mogelijk te maken sinds, pakweg, halverwege de negentiende eeuw. Maar nu zijn we op een punt aanbeland dat verkiezingen de democratie niet meer mogelijk maken maar blokkeren. Vier jaar al wordt de democratie in dit land belemmerd door de politique politicienne. Stilaan rijst de vraag of er geen nieuwe democratische vormen nodig zijn. Het bedenken ervan zal creativiteit, intelligentie en verbeelding vergen. Misschien zal België ooit verdampen. Maar één ding is duidelijk: de particratie, die alsmaar minder legitieme macht van de politieke partijen, zal nog vroeger verdampen. Want democratie is te belangrijk om ze te reduceren tot particratie.”(8)

-4-            Zielkundige zever

Jammer genoeg is het niet omdat een Vlaamse belgicist eindelijk het democratisch deficit in België doorheeft, dat hij daarmee al het verband kan leggen tussen dit deficit en het nut ervan voor het Franstalig Front en zijn collaborateurs.
Van Reybrouck stelt het Belgisch democratisch deficit voor als een verouderingsverschijnsel, waar ook de democratieën in onze buurlanden last van hebben.(9)
Het is dan ook logisch dat zijn artikel reacties uitlokt zoals die van Peter Casteels: “Dat (Belgisch) model moet uiteraard steeds ter discussie staan, maar daarbij mag duidelijk zijn dat België geen uitzondering vormt. Dit land kan tot nader orde de vergelijking met andere Westerse democratieën moeiteloos doorstaan. Onze particratie is verre van perfect, maar zolang de “creativiteit, intelligentie en verbeelding” van Van Reybrouck en alle andere Belgen(8) geen werkbaar alternatief opleveren, kunnen we er nog wel even mee verder.” (Apache, 8 april 2011)

Men weigert blijkbaar in te zien dat België meer dan andere landen zijn particratie nodig heeft om de extreem labiele politieke situatie – die het gevolg is van het niet respecteren van het Vlaamse territorium door het Franstalig Front, dus van de Belgische oorlog – de baas te kunnen. Gelijk welke soloactie van het eerste het beste parlementslid kan in ons land veel gemakkelijker dan in de buurlanden de regering doen vallen. Om dat te voorkomen is hier een veel strengere partijtucht nodig. Het werk van politoloog Wilfried Dewachter toont dat overtuigend aan.
De Naamloze Achter Ons vraagt zich af of het hier een inzichtprobleem betreft, dan wel een bewuste weigering?

Om terug te keren naar David Van Reybrouck herinnert hij zich dat CD&V- en VLD-politici dolenthousiast waren over zijn geromantiseerde documentaire “Congo. Een geschiedenis” en dat belgicistisch minister van Staat en bedenker van het ‘cordon sanitaire’ Jos Geysels (Groen!) pleitte voor een buitengewone vertaalsubsidie om het boek in het buitenland te promoten als “een visitekaartje van een open en dynamische maatschappij.”

Maar in het boek wordt de fameuze onafhankelijkheidstoespraak van Patrice Lumumba op 30 juni 1960, waarin de aanwezige honing Boudewijn er onverwacht serieus van langs kreeg, met als gevolg dat Lumumba geliquideerd werd, afgedaan als “zielkundige zever”.
In de ronduit schitterende tekst “David Van Reybrouck tegen Lumumba. Was dat nu wel nodig?” openbaart Joris Note daarom terecht de werkelijke bedoeling van Van Reybrouck: de rehabilitatie van de Coburgs en met hen de Congolese dictators Mobutu en Kabila I en II, en de compromittering van Lumumba door hem te portretteren als een psychopathische fantast. (De Wereld Morgen, 27 maart 2011)(10)

Na de karaktermoord op Leterme, volgt er nu ook één op een onbeleefde neger, om elke vorm van politiek radicalisme als “zielkundige zever” af te kunnen doen.
In één beweging wordt daarmee honing Boudewijn postuum in eer hersteld en de Vlaamse Beweging onteerd.
Dit past in de neo-belgicistische restauratie en doet weer ernstige vragen rijzen bij de mogelijke verandering van dit apenland.
* * *
Ondertussen gaat het radicalisme van het Franstalig Front ongehinderd zijn gang.
Vooral de herdoop van de Waalse Gemeenschap tot “Fédération Wallonie Bruxelles” valt daarbij op.
De idee dateert al van 2007, wanneer de sos Philippe Busquin en zijn liberale vriendin Antoinette Spaak een soort Franstalige Warandedenkgroep oprichtten na de moord op… Yves Leterme.
Na een jaar vrij vruchteloos vergaderd te hebben, werd die “Groupe Wallonie-Bruxelles” in stilte weer opgedoekt.
De Naamloze Achter Ons is niet echt onder de indruk van deze oorlogstaal, die enkel een reactie is op Vlaams minister-president Peeters’ uitspraak dat Brussel nooit een volwaardig derde gewest zal worden. En de suggestie als zou Wallonië ooit solidair zijn met het Brussels establishment, gelooft hij helemaal niet.
Of zoals men kon lezen in “L’Avenir”: “Een kritische en cynische stem ging gisteren zover te veronderstellen dat het gebruik van het woord ‘federatie’ in dit geval overeenstemt met het gebruik ervan in bijvoorbeeld een ‘tennisclubfederatie’.” (5 april 2011)
Hoogleraar Staatsrecht Hendrik Vuye heeft het anderzijds toch over een “staatsgreep”?!
Voor hem betekent de naamsverandering van “Waalse Gemeenschap”, die in de Grondwet ingeschreven staat, in “Fédération Wallonie Bruxelles” al “buiten de lijntjes van het recht kleuren,” waarvan hij vaststelt dat het in onze bananenrepubliek een gewoonte aan het worden is. Alarmbellen en belangenconflicten worden bijvoorbeeld tegen de geest van de wet in als Franstalig vetorecht gebruikt en de verkiezingen van 2010 waren ongrondwettelijk.
Omdat iedereen weet dat zonder het tweetalig Brussels Gewest België even gemakkelijk gesplitst kan worden als het voormalige Tsjechoslowakije, beschouwt Vuye deze ingreep als een onderdeel van het Franstalige Plan B… (De Standaard, 6 april 2011)
Eric Van Rompuy, broer van de Europese butler, deelt trouwens Vuye’s mening. (De Standaard, 5 april 2011)

Ook professor Herman Matthijs neemt de kwestie ernstig: “Zelfs de PS heeft nu een plan B: daarin bestaat het nieuwe België uit Wallonië, Brussel en de zes randgemeenten – als die dat willen. Vlaanderen neemt die initiatieven van de PS veel te weinig serieus. De Vlamingen gaan er altijd maar van uit dat die Franstaligen er toch nooit echt uit zullen trekken. Maar de PS maakt al die oefeningen niet voor de lol.” (Knack, 13 april 2011)

Rattachist Jules Gheude gelooft niet in een Franstalig mini-België, vooral omdat de verdeling van de Belgische staatsschuld de Waals-Brusselse Federatie dan te duur te staan zou komen. “Voor Gheude staat de bocht richting Frankrijk namelijk in de sterren geschreven. Uiteindelijk zal een meerderheid van de Walen dat wel inzien. ‘Je kunt niet tegen de stroom van de geschiedenis in blijven roeien.’ “ (Knack, 16 maart 2011)
* * *
België wordt ook nog steeds verdedigd door de twintig procent genetische Vlaamse collaborateurs, waaronder blijkbaar veel intellectuelen, die zich goed voortplanten, want ook veel studenten. Ofschoon ze intellectueel zijn, is hun kennis van onze tweede landstaal, het Frans, meestal abominabel.
Op ARTE liet men bijvoorbeeld Marijke Pinoy aan het woord: “Si on va se diviser, qu’est-ce qu’on va en faire en Flandre? Je ne sais pas hein! Je suis pas intéressée à faire des choses seulement en Flandre, dans mon, dans mon rue. Je veux dire: je pars de là, pour heu, les couleurs, heu et tout ça.
In het ACW-weekblad “Visie” zegt ze: “Vlaanderen is altijd een smeltkroes geweest van rassen en culturen, van de Fransen over de Hollanders, Spanjaarden en Oostenrijkers. Daar mogen we best trots op zijn.”
Waarom vergeet ze de Duitsers?
Hmm, de Naamloze weet het al... Zo slim zijn Vlaamse belgicisten dus ook weer niet.

Laatst hield Gerard Mortier een pleidooi voor een dialoog tussen politici en artiesten. (De Morgen, 9 april 2011)
Goed, maar waarvan kunnen politici de diepgang afleiden van bijvoorbeeld Marijke Pinoy’s “Tietrevolutie”?
En in de soap “De Ronde” wordt een Vlaams-nationalist verpersoonlijkt door een gek die zijn kind leert schieten, de Franstaligen verrot scheldt en door het lint gaat wanneer de grafische vormgeving van de patisserie niet strookt met zijn idealen.
De platformtekst van het KVS-initiatief “Niet in onze naam” haalt dan weer zowel het nationalisme, als het neoliberalisme onderuit op nauwelijks twee bladzijden.

Of zou het gaan over de diepte van de oppervlakte?(11)
“Denker” Jan Blommaert schrijft bijvoorbeeld een heel boek vol over zijn stelling dat de “linkse kerk” niet bestaat… en dan nog alleen met betrekking tot het migrantenthema.

In navolging van Hendrik van Brederode, die op de belediging van graaf de Berlaymont “Ce ne sont que des gueux”, in 1566 antwoordde met: “Vive le Gueux,” noemt de jongerenbeweging van de S.P.a “Animo” zich voortaan een club van “Slechte Vlamingen”.
Alleen klopt hun uitgangspunt niet, want niemand verweet hen “slechte Vlamingen” te zijn omdat ze het Vlaams-nationalisme niet aanhangen.
De enigen die het begrip “slechte Vlaming” gebruikten zijn juist belgicisten?! Sinardet (De Standaard, 4 april 2011), Turtelboom (De Morgen, 12 maart 2011), Devos (Knack, 9 maart 2011), Pourveur (De Standaard, 5 maart 2011), Delvaux (Knack, 16 februari 2011), Kruismans (De Morgen, 11 februari 2011), Van Reybrouck (De Standaard, 5 februari 2011), Gennez (De Morgen en De Standaard, 24 januari 2011), Van Besien (De Morgen, 22 januari 2011), enzovoort.
Het is bizar, maar wel typisch Belgisch dat mensen zelf een belediging uitvinden en er zich dan verontwaardigd van afzetten.(12)
Onlangs was er nog een rel over de stoere uitspraak van de nogal zeemzoete zanger Milow: “Bart De Wever heeft nog niks verwezenlijkt.”
Siegfried Bracke had daar volgens De Standaard geërgerd op gereageerd, met als gevolg dat alle Vlaamse belgicisten zich weer door N-VA als “slechte Vlaming” uitgescholden waanden. (29 maart 2011)
Wat de artiesten van De Standaard er natuurlijk niet bij vertelden is dat Bracke niet reageerde op Milows dappere artistieke uitspraak, maar op de twitter van VRT-mediawatcher Chris van den Abeele: “#destandaard voorpagina. Quote Milow ‘Bart De Wever heeft nog niets verwezenlijkt’. Ja, daarvoor koop ik een kwaliteitskrant. Relevant zeg.”
U begrijpt natuurlijk dat De Standaard liever de aandacht afleidde.

Hoe zou trouwens de S.P.a reageren als een zangeres zou hekelen dat Daniel Termont en Freya van den Bossche prins Laurent zouden loven, zoals zij recent deden?
Veel veranderd lijkt België kortom niet…

-5-            Is onze tweetaligheid veranderd?

Want dat was de bedoeling van onze woedende Victor: niet om ééntalig te worden, zoals onze door het Franstalig Front geïnfantiliseerde Waalse vrienden (ondanks hun 249 “immersieschooltjes”), maar om tweetalig Nederlands en Engels te worden.

Eigenlijk werd de thymotische Vic al voorafgegaan door de met zijn handen wapperende en veel wind makende Vlaamse Onderwijsminister Pascal Smet, die bij aanvang van het schooljaar de kwestie van het tweedetaalonderwijs in Vlaanderen al op de agenda zette.

Taal is natuurlijk ook politiek en misschien wilde Smetje zich profileren ten opzichte van zijn voorganger uit zijn eigen partij S.P.a Frank Vandenbroucke, die de stommiteit beging om Frans als tweede taal in het Vlaams onderwijs nog meer te verankeren.(13)
De koppige Vandenbroucke had wellicht nog nooit iets gelezen van de zeer charmante en perfect Nederlands sprekende Franstalige prof Van Parijs, een wel zeer onverdachte bron, die al lang waarschuwt voor het Franse “taalimperialisme”.
In de Belgische politieke situatie is de sterkste partner zeker niet degene die de taal van de ander spreekt, maar juist degene die dat niet doet!(14)

De Naamloze kan er ook niets aan doen, maar het is dus wéér de schuld van de sossen, ditmaal dat de Waalse minister van Onderwijs Dupont weigert om Nederlands verplicht te maken in het Franstalig onderwijs. Aangezien Vlamingen Frans spreken hebben Walen het Nederlands niet echt nodig en kan de tweede taalkeuze er vrijwillig blijven. (Le Soir, 18 maart 2009)
Het gevolg is dat in Wallonië 18 procent géén tweede taal kiest (want dat mag ook) en van de rest een ruime meerderheid voor het Engels kiest en niet voor het Nederlands.
(De Standaard gaf vorig jaar – al dan niet bewust – verkeerde cijfers, omdat de gazet de cijfers van Brussel bij Wallonië telt, terwijl in het Brusselse Franstalig onderwijs het Nederlands inderdaad de verplichte tweede taal is.)

Bovendien zijn de vrijwillige Nederlandse lessen in Wallonië en de verplichte in Brussel van een desastreus slecht niveau. Volgens Myriam Leroy komt dat door een gebrek aan belangstelling van de Franstalige leerlingen, die toch niet geloven dat ze het Nederlands ooit zullen nodig hebben. (La Libre Belgique, 18 maart 2009)
Ook al de schuld van Frankie…
Woedende Vic is dus alleen maar wat ongeduldiger dan Smetje, die natuurlijk door de collaborateurs in zijn eigen partij gekneveld wordt.
Die fascistoïde sossen vinden allicht dat de Vlaming in België nu eenmaal “zijn Frans” moet kennen, al is het maar “om de geschiedenis beter te begrijpen” en “om begrip te hebben voor de Franstalige houding.”

Op dit punt wordt de Naamloze al even woedende als de mannelijke Vic. Het zijn godverdomme drogredenen, want anders zouden ze ook in omgekeerde richting gelden!! En voor een Vlaming is een goed begrip van het Engels veel belangrijker dan het goed begrip van het ordinaire Frans!!!!
Engels is toch de “lingua franca” van de eenentwintigste eeuw? Zelfs in het trotse China moeten alle schoolkinderen Engels leren.

Collaboratiekrant De Morgen wilde de draak steken met onze grote Victor en deed dat in “Facebook van de Wetstraat” op dezelfde wijze als een half jaar geleden een psychiater van het Franstalig Front de wever Bart aanpakte: door hem psychisch gestoord te verklaren. (9 april 2011)
Het zielige van de grap in De Morgen is dat haar debiele redactie de oorspronkelijk Vlaamse stad Roubaix vernederlandst tot Robeke, terwijl het godverdju Robaais is.
Bovendien suggereert het roddelblad dat de vernederlandsing van de naam van een ooit Vlaamse stad getikt is, maar van de Franse hoofdstad niet.

De vele knappe Naamloze Vlamingen zijn echter geen taalimperialisten, spreken daarom van Roubaix, en vragen geen uitbreiding van hun Vlaams Gewest, noch van een corridor naar het hellend vlak van Ronquières.
Zij worden echter de loopgraven in gedwongen door de territorium- en taalimperialistische sos Philippe Moureaux en zijn bende.
Maar het ergste is dat zij in de rug beschoten worden door de twintig procent genetisch collaborerende “linkse” en “intellectuele” landgenoten.
Opnieuw, politiek leidt het vasthouden aan het Frans als tweede taal in Vlaanderen tot inschikkelijkheid, en het wordt minstens door onze tegenstrevers van Franstalig Front ook zo begrepen.
Het FDF roept al zijn kiezers op om in Vlaanderen steeds alleen Frans te spreken.
Di Rupo zette tijdens de onderhandelingen niets op papier, zodat alles genoteerd moest worden. “De Nederlandstaligen hebben daarbij een handicap, aangezien Di Rupo alles alleen in het Frans zegt.” (De Morgen, 18 augustus 2010)
Taal is politiek. Franstaligen zullen nooit respect krijgen voor Vlaanderen zolang “een Franstalige in Oostende zonder problemen een beambte van de spoorwegen in het Frans aanspreekt, en een antwoord krijgt in het Frans. Laat een Vlaming dat maar eens in zijn taal proberen in Aarlen.” (Luc Devoldere in Streven, juli 1999)

Laat ons een voorbeeld nemen aan het veeltalige gidsland Zwitserland, waar het Duits de gebruikelijke taal in omgang, politiek en media is : omdat Duits er de taal van de meerderheid is.
We mogen niet rusten tot het Nederlands de Belgische voertaal wordt: omdat het in ons land de taal van meerderheid is!
En anders: splitsen, die rotzooi!
* * *
Er bestaan ook sterke linguïstische argumenten om het Nederlands boven het Frans te prefereren in ons land.

De Leidse filoloog Gerard Bolland hield in de winter van 1911-1912 in verschillende Vlaamse steden de lezing: “Het  Nederlands als taal voor hogere aangelegenheden des geestes.”(15)
Daarin zet de hoogleraar zeer overtuigend uiteen waarom het Nederlands bij uitstek, meer dan het Frans, geschikt is voor wetenschap en wijsbegeerte.
Hij houdt echter van de (zogezegde) Belgische tweetaligheid, want hij bewijst ook dat het voor de waarheid ongeschikte Frans wel veel geschikter is voor de omgang met maîtresses en voor andere onzedelijkheden!
Bolland naast de anarchisten Clara en Erich Wichmann

-6-            Zou Laurents dotatie verlaagd zijn?

Prins Laurent heeft weer brokken gemaakt. Deze keer door met twee “zakenadvokaten”, die gespecialiseerd zijn in het regelen van contracten en commissies, naar Afrika te reizen zonder iets te zeggen tegen papa, noch tegen de herrezen Leterme.

De vermakelijke anekdotes over prins Laurent van de hand van zijn leraar, wijlen Rudy Bogaerts, die deze week logischerwijze in roddelblad Humo verschenen, bevestigen dat het Hof en de Belgische autoriteiten dringend een middel moeten vinden om het derde kind van honing Albert II onschadelijk te maken voor de monarchie en de Belgische constructie.

Ofschoon het Franstalig Front, versterkt door S.P.a en Groen! de kerel altijd zal blijven steunen, heeft Paul Geudens wel gelijk: “een omhooggevallen, arrogant, egoïstisch, inhalig kind dat dringend op zijn plaats gezet moet worden.” (Gazet van Antwerpen, 4 april 2011)

Laurent zelf hoopt op de steun van zijn politieke vrijmetselaarsvrienden, zoals Armand de Decker van MR, door te gewagen van een Vlaams complot, maar hij vergeet dat zelfs de Walen hem niet echt lusten.
Een recente opiniepeiling wees uit dat slechts 32% van de Walen hem zijn dotatie van 320.000 € per jaar gunt; slechts 30% vindt dat hij nuttig werk doet (waarvoor hij dan zeker niet extra betaald moet worden); 82% hoopt dat hij ooit een fatsoenlijke job vindt; 72% wil niet dat hij honing zou worden; en 66% vindt dat zijn dotatie in elk geval gecontroleerd moet worden, waarmee het Franstalig Front nu ook eindelijk akkoord ging. (La Capitale, 14 april 2008)
Zelfs de Franstalige politici zaten er gegeneerd bij wanneer de Kamer de prins bekritiseerde en zelfs ronduit uitlachte. De N-VA-parlementariërs hadden hem er maar in te koppen. Yves Leterme, die bijna per toeval ingelicht werd door de ambassadeur in Kinsjasa vlak voor Laurents afreis en de prins daarom niet meer kon tegenhouden, kon hem ook niet meer verdedigen en dreigt er nu mee zijn dotatie in te trekken.

Laurent en zijn advocaten maakten het trouwens nog erger door allerlei leugens te verspreiden. Het was zogezegd een “milieuvriendelijk” bezoek, ze hadden “gekampeerd” (sic) in boerderijen en hadden Angola zeker niet aangedaan…

Anderzijds doet Laurent al lang zulke “zaken”. Hij zit bijvoorbeeld in allerlei duistere immobiliënbedrijven. In feite doet hij gewoon lobbywerk, nu zogezegd met betrekking tot goedkope energie, waaraan vanzelfsprekend een vergoeding vasthangt.
“Men gebruikt de prins als sleutel om deuren te openen. (..) Het milieu is voor de prins een manier om zaken te doen.” (Le Soir, 1 april 2011)

Maar deze keer lagen zijn door de belastingbetaler gefinancierde(16) aangebrande zaken politiek moeilijk, omdat hij in Congo zowel president Kabila, als de gouverneur van Katanga ontmoette, en in Angola de zoon en de schoonzoon van de president.
Guy Tegenbos: “Laurent heeft genoeg zakelijk instinct om te beseffen dat zijn prins-zijn deuren opent, maar geen greintje politiek besef om het te houden bij gepaste deuren.” (De Standaard, 2 april 2011)

Humo insinueerde ooit dat Laurent kan doen wat hij wil omdat hij over een compromitterend dossier over zijn vader zou beschikken. Daarom zou het Hof hem met een dotatie in een afhankelijkheidspositie willen houden, enkele van zijn exen uitgekocht hebben en zijn villa in Tervuren onderhouden… (2 januari 2007)
* * *
Of zou Laurents dotatie verhoogd zijn?

Berichten uit het noorden: Opslag voor Laurent
door Bert Wagendorp

Wij hebben in Nederland ook een akkefietje met een prins. Prins Bernhard jr. is huisjesmelker in Amsterdam, en hij heeft een conflict met een huurster. Die runt een snackbar in een van Bernhards 97 panden. Bernhard wil er liever een luxe-Italiaan gevestigd zien, want dat levert meer op. Of de snackbar wil ophoepelen.

Woede in de buurt De Pijp, want snackbar Mash is er zeer populair en het koningshuis hoeft in het republikeinse Amsterdam niet op veel affectie te rekenen.

Bernhard is de enige selfmade miljonair van de Oranjes. Gelukkig voor hem, want in Nederland krijgen alleen de koningin, de kroonprins en diens vrouw een toelage - dotatie - van de staat. De rest van de koninklijke familie moet zijn kostje zelf bij elkaar scharrelen of leeft van het familiekapitaal.

Prins Bernhard, neef van koningin, is de nummer elf in de lijn van troonopvolging. Toevallig dezelfde kansloze positie als prins Laurent.

De prins en de snackbar. We moeten het ermee doen. Kroonprins Willem-Alexander zelf zorgt met enige regelmaat voor een vastgoedrelletje. Strandhuis in Mozambique, resort in Argentinië, monumentale boerderij op zijn landgoed bij Den Haag: gedoe. Maar niet dat je zegt: smullen.

Een jaar of wat geleden was er een dochter van prinses Irene die huwde met een sportschoolmaatje en die opeens uit de school begon te klappen over haar familie ('De koningin luistert mij af'). Maar dat is alweer in der minne geschikt en inmiddels is ze gescheiden, veilig hertrouwd en opgeborgen. We hebben nog de belastingperikelen van Christina gehad, de zingende zuster van de majesteit. De echtgenote van Beatrix' tweede zoon, Mabel, zou in haar wilde jaren naar bed zijn geweest met een drugsbaron - dat was het wel zo'n beetje, qua ophef en vertier.

Treurig gescharrel in de marge, waarmee wij een modderfiguur slaan in de internationale boulevardpers. Wij hebben het hoeren, snoeren en rommelen op koninklijk niveau altijd moeten importeren. De Duitse prinsen Bernhard (van Juliana) en Hendrik (van Wilhelmina) zetten de bloemetjes groots en meeslepend buiten, maar dat was nog in de tijd dat zulks niet in de krant kwam.

En de nieuwe generatie Oranjes huwt niet meer met verlopen Duitse royalty's, maar met keurige burgermeisjes. Zelfs Máxima transformeert onherroepelijk tot Hollandse huisvrouw. Een beetje playboyprins die in zijn Lamborghini door de polder scheurt, blonde jetsetsloerie aan zijn zijde, op weg naar een 'bunga bunga'-feestje: ho maar. Elk land krijgt het koningshuis dat het verdient, en wij zijn een tamelijk saai land. Bovendien zit de pers er bij ons ook niet bovenop. Wij gunnen de Oranjes hun privacy en de royaltytijdschriften zijn van een zaaddodende braafheid.

Met jaloezie kijken wij naar de schitterende ontwikkelingen rond prins Laurent, die weinig begrijpt maar gelukkig wel waartoe hij op aarde is en zijn dotatie ontvangt: het volk vermaken en voorzien van kroegverhalen.

Mijn top-3 van Laurentverhalen ziet er als volgt uit: 1. Laurent heeft een verhouding met Wendy Van Wanten; 2. Laurent laat zijn dode hond invriezen; 3. Laurent wil moslim worden en zo de prins van alle Belgische moslims.

De recente ophef veroorzakende reis naar Congo mist nog de benodigde sappige details, en dat geldt ook voor de Libische contacten. Maar misschien komen die nog en zal ik mijn top-3 moeten wijzigen. In elk geval kleeft aan beide affaires de geur van gevaar, onduidelijk geld en foute connecties. Van gesjoemel en gesjacher op niveau ten behoeve van de herbebossing van de bankrekening van de prins.

Het Conradhotel in plaats van snackbar Mash. Je moet het maar treffen met zo'n prins. Oerdom en arrogant, beter krijg je ze niet. Bij ons zijn ze ook arrogant, maar weten ze op Koninginnedag altijd weer voor een heel jaar met koekhappen en steltlopen het imago van bescheiden brave jongens te bevestigen.

Prins Laurent verdient een hogere dotatie - een soapster krijgt ook loonsverhoging als hij het goed doet en de kijkcijfers stijgen.

-7-            Zou links veranderd zijn?

Overal in Europa krijgt de naar paars geëvolueerde en geen enkele moeite meer doende sociaaldemocratie serieuze klappen.

“Linkse” Naamloze vrienden beweren nu dat deze ondergang gestuit werd… in Duitsland, dat voortdurend afgedaan wordt als een asociale schurkenstaat. Logisch toch, dat “links” daar terug de verkiezingen wint?

Inderdaad, in het machtige Baden-Württemberg - waar de mensen wel degelijk beginnen te mopperen over de te hoge transfers naar de armere regio’s, ofschoon die daar vier keer lager zijn dan die van Vlaanderen naar Wallonië én ook nog eens volkomen transparant en zichtbaar op eenieders belastingbrief – werd vorige maand een einde gemaakt aan de heerschappij van Merkels CDU, die er door Stefan Mappus geleid werd.
Betekent dat dat “links” er nu de plak zwaait?

Eerst en vooral blijft CDU er na een verlies van vijf zetels met 39 nog steeds de grootste partij. Maar omdat de sociaaldemocraten en de groenen een samenwerkingsakkoord hebben en samen 47 zetels hebben, zullen zij de regering vormen, onder leiding van de groenen, die met 24 zetels (een winst van 11) de grootste van de twee partijen werden.

De sociaaldemocratische SPD heeft 23 zetels… met andere woorden een verlies van twee zetels!
Akkoord, maar SPD of groen, wat is het verschil? In Vlaanderen beschouwt men Groen! toch als de stedelijke versie van de S.P.a?
In Duitsland is dat echter helemaal anders.

De toekomstige groene minister-president van Baden-Württemberg Winfried Kretschmann is eerst en vooral met zijn 62 jaar veel te oud om iets te kunnen betekenen in het Vlaamse Groen!
Ten tweede is hij een gelovig en pratikerend rooms-katholiek, met een conservatieve politieke levensbeschouwing, die dus bij ons bij Groen! geen enkele kans zou maken.

Kretschmann deelt overigens N*A*O*’s mening dat er niets conservatiever bestaat dan het ijveren voor het behoud van een leefbaar milieu. (Le Monde, 29 maart 2011)

Bovendien zijn de Duitse groenen veel moediger dan Groen! bij ons, dat akkoord ging met het paarse uitstel van de uitstap uit de kernenergie en derhalve ook maar 7% van de kiezers charmeert.

Ja maar, zegt u, hoe zit het dan met het samenwerkingsakkoord tussen de Duitse groenen en de SPD?
Inderdaad, de Duitse groenen stellen zich wel degelijk sociaal op, zodat ze het gemakkelijkst overeen komen met de sociaaldemocraten.
Maar dat betekent geenszins dat  “links” er de plak zwaait.
In Duitsland behoren de groenen tot de conservatieve traditie, die zijn voedingsbodem vindt in het nationaal-socialisme!
U bent wellicht te jong om u te herinneren dat bij de machtsovername van de nazi’s in 1933 vivisectie verboden werd, de jacht aan banden gelegd, de biologische landbouw, volkorenbrood, groenten en fruit en andere streekproducten gepromoot. De eerste nationale parken werden toen ingericht. En die smeerlap van een Hitler vaardigde het eerste rookverbod uit!
De Duitse groene politiek steunt op het pionierswerk van Hitler en zijn ideoloog, de filosoof Martin Heidegger.

Het lijkt er op dat “links” hetzij liberaal wordt, hetzij regelrecht conservatief.

-8-            Zou rechts veranderd zijn?

In plaats van fier te zijn dat er nog eens een Vlaams politicus op de thee uitgenodigd wordt in Downing Street 10, bleek Paul Goossens (die eerder wel gelukkig was met de Europese benoeming van de butler) danig in zijn gat gebeten.
“Het laatste sprietje daensisme is uit het gedachtegoed verdwenen en de partij zit op de stoep bij de Britse conservatief en euroscepticus Cameron,” aldus ambetant Polleke, die – volgens N*A*O* onbewust of in elk geval zonder veel denkwerk te verrichten – verder gaat: “Die koers werd met mooie kiesresultaten en nog betere peilingen geconsacreerd. Dat ging des te makkelijker, omdat links in Vlaanderen, maar ook in zowat alle Europese landen(17), er niet in slaagde om het verlies, zo niet de aftakeling, te keren. Nog een bewijs van het groot conservatief gelijk.” (De Standaard, 2 april 2011)
De rest van het artikel moet u zelf maar nalezen. In plaats van het conservatieve politieke(18) gelijk toe te geven, begint Polleke over de zogezegde “linkse” overwinning in Baden-Württemberg, waar hij dus niets van snapt (zie hoger)…

Polleke is natuurlijk geen echt “Europajournalist”, zoals op zijn visitekaartje prijkt, want hij haat eurosceptici, die in Europa haast de meerderheid uitmaken. Een journalist moet dit feit objectief weergeven, zonder hysterisch en Calimerisch zelfbeklag.

Een echt Europajournalist zou opmerken dat het erg ongewoon is dat een Brits premier een niet-regerend partijvoorzitter van een ander land ontvangt met alle eerbetoon van dien. En dat dit impliceert dat Cameron ervan uitgaat dat de wever Bart geen ééndagsvlieg is en dat de splitsing van België een grote kans maakt.

Men zou toch moeten weten dat Engeland traditioneel veel belang hecht aan de Lage Landen met betrekking tot het machtsevenwicht op het continent.
(Engeland speelde in 1830 een belangrijke rol bij de erkenning van België als bufferstaat tegen Frankrijk.)
Anderzijds hebben we helemaal geen Europajournalist nodig om te begrijpen dat Cameron wil bouwen aan een conservatief Europa…
… van Scandinavië, waar het al prijs is, via Nederland, waar dat ook zo is, en Duitsland, wat Polleke ook beweert, naar het Zuiden…

Zou het kunnen dat Cameron twijfels heeft over Frankrijk, dat wegens het geknoei van de paarse, dus “links-rechtse”, Sarkozy weer dreigt over te hellen naar links?
Is daarom België of Vlaanderen zo belangrijk?

Want hoe zit het eigenlijk in Frankrijk?
Het is duidelijk dat de globalisering een zeer belangrijk thema wordt van de volgende Franse presidentverkiezingen. Laat dat het thema zijn het extreem rechtse Front National, dat tegenwoordig met succes geleid wordt door Marine Le Pen.
Peilingen geven aan dat Marine een goede kans maakt om de stunt van haar vader Jean-Marie, die in 2002 tijdens de eerste verkiezingsronde Jospin eruit knikkerde, te herhalen, deze keer met Sarkozy.
Het is wellicht uitgesloten dat ze daarna ook nog eens de tweede ronde wint, maar het FN zou er wel weer een politieke macht van betekenis door worden.

Omdat traditioneel “links”, dat blijft dromen van een onbestaand sociaal internationalisme, geen antwoord kan verzinnen op het probleem van de mondialisering, de delocalisering en het dramatisch verlies van werkgelegenheid in onze contreien (zoals nijdig Polleke vaststelt maar niet begrijpt), is Marine Le Pen bezig in Frankrijk de arbeiderswijken te veroveren.
“Waar wint het Front National het meest? Daar waar de Parti Socialiste al jarenlang aan de macht is. (..) Le Pen scoort met haar rechtse versie van het antiglobalisme. (..) Het recept van het Front National: terug naar de Franse waarden, minder macht voor de Europese Unie, afschaffing van de euro.” (NRC Handelsblad, 25 maart 2011)

Marine Le Pen slaagt er dus in Sarkozy electoraal te bedreigen voor een traditioneel links publiek, zodat in Frankrijk niet alleen Sarkozy zelf begint te spartelen, maar ook “links” zich verslikte en waarschijnlijk niet meer Ségolène Royal zal inzetten, maar eerder Dominique Strauss-Kahn, zowat de meest “rechtse” socialist die men in huis heeft, die echter als IMF-directeur niet echt de man is om een geloofwaardig alternatief voor te stellen voor Le Pens antiglobaal en anti-Europees programma…
Volgens Marine Le Pen is de links-rechts tegenstelling voorbijgestreefd: “de nieuwe tegenstelling is tussen mondialisten en nationalisten, tussen zij die Frankrijk willen overleveren aan Europa en zij die de waarden van Frankrijk willen herstellen.” Ze roept op tot “een patriottische revolutie, voor bescherming van onze eigen economie en sociale zekerheid.” (NRC Handelsblad, 25 maart 2011)

Is dat “rechts”?
Laten we even de Belgische socioloog Geoffrey Pleyers aan het woord. Hij schreef een nieuw boek over de andersglobalistische beweging: “Je kunt ze het best vergelijken met de arbeidersbeweging.”
Pleyers: “Het neoliberale wereldbeeld is niet langer het enige. Niemand gelooft nog dat het volstaat om de grenzen open te gooien om een land welvarend te maken. Verschillende economen, onder wie Immanuel Wallerstein, hebben ondertussen aangetoond dat geen enkel arm land ooit rijk is geworden door meteen de grenzen open te gooien. Eerst moeten de grenzen dicht, en pas als de locale industrie voldoende concurrentieel is, kunnen ze open. Zo gebeurde het vroeger, bij het begin van de moderne tijd. En zo gebeurt het vandaag nog steeds.” (Knack, 6 april 2011) (19)

Sarkozy’s adviseur Patrick Buisson stelt dat de heersende Franse elite, zowel van links als van rechts, een beleid voert dat te ver staat van de mensen, die rechtlijnigheid en duidelijkheid wensen, door altijd maar te verwijzen naar het ondoorgrondelijke Europa. Hij noemt dat “prolophobie” of afkeer van het volk. (Paris-Match, 1 april 2011)

Is Le Pen “rechts”?
In elk geval is ze niet antisociaal. Ze is veel socialer dan de Franse socialisten en hun internationalistisch gezever.
Jérôme Louis Heldring: “Bismarck was de eerste die sociale wetten introduceerde, en onder Hitler bleef de verzorgingsstaat tot het bittere einde bestaan.” (NRC Handelsblad, 12 november 2009)

Het lijkt er dus omgekeerd op dat “rechts” effectief links wordt.

Waarom denkt u dat in Oostenrijk de leider van extreem rechts Heinz-Christian Strache met een t-shirt van Che Guevara rondloopt?




-9-            Zou Hongarije veranderd zijn?

“Linkse” roddelbladen als de Nederlandse “Volkskrant” en de Vlaamse “De Morgen” durven niet echt hun mening zeggen over Hongarije als voorzitter van de Europese Unie, en daarom creëren ze onderhuids een negatief klimaat.
“De Volkskrant” zegt “verlegen te zitten met Hongarije” (31 december 2010) en “De Morgen” noemt Hongarije een “EU-voorzitter met een aangebrand randje.” (3 januari 2011)
Voor feiten moeten we die gazetten niet kopen.

Beide gazetten zijn natuurlijk nijdig vanwege de Hongaarse perswet van 25 april van vorig jaar, die van de media eist dat hun berichtgeving “politiek neutraal” zou zijn.
Zoiets valt zeer moeilijk te controleren, maar de Naamloze A*O* zou toch zeer blij zijn, moest ooit onze eigen VRT politiek neutraal worden!

Tegenover vrijheid staan altijd en overal plichten, dus ook tegenover persvrijheid. Deze situatie in de pers wordt het best weergegeven als volgt: “Feiten zijn heilig, opinie is vrij.”

Misschien is een perswet niet het geschikte middel om dit principe in de praktijk om te zetten – daar kan en moet over nagedacht worden -, maar men kan er toch wel begrip voor opbrengen dat het bizar is dat een regering die met tweederde meerderheid verkozen werd, tegelijk bestreden werd door negentig procent van de media?
In de beslissende tweede ronde van de parlementsverkiezingen haalde de uittredende socialistische regering nog maar 59 van de 386 zetels, terwijl de oppositie van Viktor Orbans Fidesz er 263 behaalde. Het extreem rechtse Jobbik kreeg 47 zetels en liberaal-groen 16.

De Hongaarse socialisten zijn natuurlijk geen normale sossen: het zijn ex-communisten, die na de val van de muur in Hongarije het hardste kapitalisme invoerden. De sociale wetgeving verdween. Alles werd geprivatiseerd en opgekochte door rijk geworden ex-communisten. Het gevolg was dat Hongarije onder voogdij kwam van het IMF en dat het Hongaarse volk het meest depressieve van Europa werd.

Viktor Orban slaagde er in de Hongaren weer moed te geven… met een sociaal programma, dat weliswaar ook christelijk en nationalistisch is.
En het is dat laatste dat Europa, en kranten als “De Volkskrant” en “De Morgen” niet zint.
Misschien moeten we ook even de Hongaarse geschiedenis opfrissen?
Hongarije, dat nu tien miljoen inwoners telt, was een van de verliezers van de Eerste Wereldoorlog en verloor vijf miljoen Hongaren aan de buurlanden Roemenië, Slowakije, Servië en Oekraïne, dankzij het verdrag van Trianon van 4 juni 1920.
“Trianon” werd geïnspireerd door de Franse vrijmetselaars, die Hongarije als het christelijk bolwerk bij uitstek beschouwden en het derhalve wilden vernietigen.

Het is dus logisch dat het nooit meer goed komt tussen het christelijk en nationalistisch Hongarije en het vrijdenkend Frankrijk.
Europa heeft geen probleem met het tegen de zigeuners gerichte racisme van de socialistische premier Fica van Slowakije, maar wel met de pratikerende katholiek Orban, die de zigeuners juist in bescherming neemt.
Omgekeerd riep Orban 4 juni, de verjaardag van “Trianon”, uit als nationale herdenkingsdag, waarop alle vlaggen halfstok moeten hangen.

Viktor Orban wil ook de Hongaarse diaspora zoveel mogelijk bijstaan. De Slowaakse Hongaren kunnen een Hongaars paspoort krijgen en de Roemeense kunnen onder bepaalde voorwaarden genieten van de Hongaarse sociale wetten. De Hongaarse minderheden en het Hongaarse onderwijs in de buurlanden worden financieel gesteund.

Hongarije is veranderd.
Aldus sprak N*A*O*:
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXXVI)’,
Paaseiland, 21 april 2011

(1) Dat de Franstalige partijvoorzitters ook met de wever praatten was maar voor de schijn. Hij was trouwens niet zeer opgetogen over hun bezoek. Hun bezoek aan VOKA was veelzeggender. Daar hadden ze het vooral over N-VA, zodat VOKA een Franstalige N-VA-fobie meende te mogen ontwaren. Zou het Centrum voor Gelijke Kansen dat niet als racisme kunnen aankaarten bij Justitie?
(2) N*A*O* beschouwt Vic Van Aelst als de woedende kogel die Vlaanderen afvuurt op het Belgisch slagveld, in de lijn van Peter Sloterdijks herwaardering van de “thymotische geest” na de slappe tijden op politiek vlak. Herlees hoofdstuk 3 van: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2010/12/naos-questions-aux-belgicistes-xxxii.html .
(3) N*A*O* waarschuwt zijn trouwe toehoorders voor het “actieve nihilisme” van broeder Sanctorum, die wel degelijk schatplichtig is aan de Franse denker Jean Baudrillard. Baudrillard radicaliseerde de filosofie van de Grote Roerganger Friedrich Nietzsche, die het belang van rede en waarheid, en meer bepaald van de geschiedenis relativeerde. Hij beschouwde ook de stelling van Ferdinand de Saussure dat de relatie tussen betekenaar en betekende willekeurig is als absoluut, hetgeen er onvermijdelijk toe leidt dat Baudrillard zich zelf niet meer als realiteit kon zien, maar enkel als een gevolg van de alles determinerende tekenorde. Het is dan ook logisch dat Sanctorum toegeeft in het geheel niet consequent te willen zijn en niet meer kan doen dan zijn lezers te trachten te verleiden. En tot wat hij ons tracht te verleiden leest men in een van de reacties op zijn artikel: hij probeert de harde lijn binnen N-VA, de zogenaamde “Noordflank”, wakker te schudden…
(4) Vorige week pleitte Louis Tobback voor onderhandelingen zonder N-VA en daarmee legt hij – wellicht zonder de moeite gedaan te hebben om erover na te denken – de bal in het kamp waar hij thuis hoort, dus niet in het N-VA kamp. (Marc Eyskens deed hetzelfde deze week.) N-VA heeft immers het recht om geen akkoord af te sluiten met het feodale Franstalig Front. Wanneer de andere Vlaamse partijen (Open VLD, S.P.a, CD&V en Groen!) een volgens Tobback voor de hand liggend regeerakkoord vormen zonder N-VA, dan is dat met 48 (van de 88) Vlaamse Kamerzetels, hetgeen zelfs volstaat voor een staatshervorming, als PS tenminste ook MR toelaat, wat toch ook zeker geen onbetaalbare prijs is? Als die partijen dat niet vlug doen, wie gijzelt dan het land omwille van partijpolitieke berekeningen en electorale lafheid? Zoals altijd heeft Louis Tobback dus overschot van gelijk!
(6) Bricman stelt daarom voor het slapende artikel 35 van de grondwet, dat stelt dat de bevoegdheden die gemeenschappen en gewesten federaal willen uitoefenen bij wet vastgelegd moeten worden, eindelijk uit te voeren.
(7) Dat in heel Europa de traditionele partijen de themata van de zogenaamd “populistische” politieke partijen veronachtzaamden, moeten ze nu natuurlijk des te harder bekopen. Deze week in Finland…
(8) In het geval dat België moet blijven bestaan promootte N*A*O* - in navolging van Zwitserland - de directe democratie als middel om toch een Belgische identiteit te creëren, omdat daarmee niet de kieskring federaal wordt, maar wel de kiesthema’s: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2009/09/naos-groote-staatshervorming-iii-de.html .
(9) Behalve Zwitserland dan, dat op dit punt tot de modernste staten behoort, en dat dankzij de combinatie van directe democratie en het respect voor de taalterritorialiteit ook de enige meertalige natie is zonder noemenswaardige samenlevingsproblemen…
(10) Ludo de Witte, auteur van “De moord op Lumumba” (1999), bekritiseerde Van Reybroucks “Congo” al eerder: http://www.apache.be/2010/05/david-van-reybrouck-masseert-westerse-bemoeienissen-in-Congo-weg/ .
(11) Om de diepte van de oppervlakte te doorgronden levert N*A*O* zich liever over aan de hasjiesjroes: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/04/hasjiesj-in-marseille-ix.html .
(12) Aangezien de wever Bart voortdurend voor Calimero versleten wordt, zou hij hiervan wel degelijk een geuzennaam kunnen maken…
(13) De eerlijkheid gebiedt te verduidelijken dat de Belgische wet die de tweede taalkeuze in het onderwijs vrij laat en nu nog geldt in Wallonië, vervangen werd door de slechte Vlaamse wet die het Frans als tweede taal verplicht door de eerste autonome Vlaamse regering tussen 1981 en 1985.
(14) Waarom denkt u beval Charles de Gaulle zijn diplomaten anders om in alle omstandigheden Frans te spreken en nooit of te nimmers Engels te gebruiken?
(16) Op gevaar af weer als “populist” gebrandmerkt te worden, dient hier vermeld te worden dat Laurent, samen met zijn zus, zijn broer en zijn tante jaarlijks 3 miljoen € belastingvrij ontvangen als dotatie, waarvoor ze niet eens “bedankt” zeggen. Ze sturen daarnaast ook rekeningen naar het “Hulpfonds koning Boudewijn”, dat dient om familiale noden op “religieus, wetenschappelijk en pedagogisch vlak” te lenigen. Dit jaar stuurden Alberts drie kinderen er de rekeningen ter waarde van 1,3 miljoen € heen van hun luxe skivakanties.
(17) Behalve natuurlijk in het achterlijk gehouden Wallonië.
(18) “Politiek”, want “theoretisch” is voor N*A*O* natuurlijk alleen “progressief” correct. In dit hoofdstuk probeert N*A*O* echter voor de zoveelste keer aan te tonen dat “politiek conservatief” dichter bij het “theoretisch progressieve” staat, dan “politiek links”, dat nauwelijks nog moeite doet, en al zeker niet op theoretisch vlak.
(19) Zelfs de linkse Philippe Van Parijs heeft het tegenwoordig over “patriottisme”. Zie voetnoot 1 in hoofdstuk 1 van: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/02/naos-questions-aux-belgicistes-xxxiv.html .