2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

zaterdag 5 juni 2010

Lieve revolutie, liever evolutie


door Koenraad Elst
Vlaamse zelfstandigheid is een revolutionair project. Niet omdat haar voorstanders van zulk revolutionair temperament blijk geven of uit beginsel tegenstander van de geleidelijkheid zijn. Wel omdat zij per definitie een radicaal verschil betekent met de bestaande politieke structuren en met het soort beleid dat daarbinnen onvermijdelijk is.

In Dietse milieus doet het verhaal de ronde dat Lode Claes op visite bij koning Boudewijn de vraag kreeg waarom de Vlamingen, als ze zich in België toch zo achtergesteld voelden, daar als meerderheid zo weinig aan gedaan hadden. Zijn antwoord vergramde koningin Fabiola: “Dat ligt aan hun katholiek geloof. Protestanten zouden veel beter voor hun rechten opkomen.” Waarop Boudewijn het gesprek diplomatiek een andere wending gaf. Of dat een waar verhaal is, weet ik niet, maar de geponeerde stelling verdient onze aandacht. Is de eerloosheid van de Vlamingen het gevolg van hun religieuze aangehorigheid?
Het katholicisme kweekte van oudsher gehoorzaamheid en heeft daarmee bijgedragen tot de onmondigheid die Vlamingen van Hollanders onderscheidt. De protestanten vluchtten destijds naar de vrijheid; zij gaan als ketters wel naar de hel, maar inmiddels hadden ze hun nationale onafhankelijkheid gewonnen. Katholiek is wie zich destijds bij de Spaanse heerschappij neerlegde, liever dan zijn eeuwige zaligheid te verzaken. Blijkbaar is dat erfelijk, want nog steeds zijn de Vlamingen een volkje dat grommelt maar niet rebelleert.
Elders kunnen katholieken wél strijdbaar zijn, de Ieren bijvoorbeeld. Godsdienst kan dus maar een deel van de verklaring zijn. Een ander deel is dat, aldus Karel Dillen, “de Vlaming te volgevreten is” voor elk engagement dat enige opoffering vergt. De activiteiten van flamingantische organisaties bestaan vooral uit schranspartijen waar een vlammende rede als achtergrondgeluid dient bij de koffie met roomijs. “Vlaanderen vreet zich vrij.”
Nu is ouderwetse strijdbaarheid niet strikt nodig om een politiek doel zoals Vlaamse zelfstandigheid te verwezenlijken. Men zou het ook kunnen met slimheid, of met louter geluk, zoals in de fluwelen scheiding van Tsjechoslovakije. Daar was de situatie gunstiger: de Tsjechen hadden Slovakije niet nodig, en sentimentele gehechtheid was geen voldoende bezwaar tegen de redelijke argumenten pro scheiding. De Franstaligen zullen Vlaanderen niet zo gauw de vrijheid gunnen.
Zonder inspanning en zonder gunstige omstandigheden blijft nog de optie slimheid, maar waar in Vlaanderen hoopt men een strategisch meesterbrein te vinden? De communautaire geschiedenis leert dat de Vlamingen met hun gauw gevulde kinderhand niets van politiek begrijpen. Vlaamse onderhandelaars zijn bovendien niet eerlijk genoeg om een nederlaag bij haar naam te noemen, toch een voorwaarde om bij te sturen. Of om het van de positieve kant te bekijken: er is een levensgrote vacature voor een bekwame gids die de Vlaamse natie naar de bevrijding leidt.
Wie wordt de Vlaamse Ho Chi-minh? Komt de ster van het ogenblik, Bart De Wever, in aanmerking? Niet toevallig koos de Vietnamese leider in zijn nom de guerre als voornaam Chi-minh, “stralend van wil” of “helder van intentie”. Hij wist wat hij wou. Zijn strategisch vernuft was gericht op het verschalken van de vijand, niet op het in verwarring brengen van zijn aanhang met onduidelijke en wijzigende doelstellingen.
Nonkel Ho was niet bang voor het woord “revolutie”. Die term zegt niets over methoden, bloedige of zachtzinnige, maar louter over het resultaat: de vervanging van één politieke ordening door een andere, bv. van België door een Vlaamse republiek en een Franse région Wallonie. De Wever bezweert ons echter dat hij géén revolutie wil, alleen wat amendementen bij de bestaande orde. Mogelijk gaat achter die retoriek een schrandere strategie schuil die mijn petje te boven gaat,– en dat van de militanten, die vrezen dat zij de beloofde kieszege met een verlies aan programmatische duidelijkheid zullen betalen. De inhoudloze banaliteit van zijn tot niets verbindende verkiezingsleuze, “Nu durven veranderen”, wijst in die richting.
Blijkbaar zijn Vlaamse politici uit op een hoger doel dan de behartiging van hun nationale belangen. Vroeger was dat hogere doel een plek in de hemel, vandaag is het een schouderklopje van de opiniehegemonen, die etiketten als “redelijk” en “extremist” uitdelen. Voor zo’n hoog goed wil je al wel eens je politieke doelstellingen opofferen. De Wever mag dan niet meer geloven in God (Die hem daarvoor gestraft heeft: in De Slimste Mens scheidde slechts één Spitaels-trefwoord hem van de zege, nl. Dieu), maar hij streeft nog steeds iets hogers na dan Vlaanderens vrijheid. Hij verwoordt de juiste kritieken op België, maar is hij bereid om het geschikte moment voor de bevrijding aan te grijpen?
Voorzitter Mao leerde ons: “Terugtrekken wanneer de vijand sterk is, aanvallen wanneer de vijand zwak is.” Welnu, België is zeer verzwakt: “La Belgique est devenue définitivement ingouvernable”, aldus Waals rattachist Paul-Henry Gendebien (RTBF-debat, 23 mei). Hij ziet het uur gekomen voor de aanhechting van Wallonië bij Frankrijk. Dat zal zich graag over Wallonië ontfermen en zijn deel van de Belgische staatsschuld overnemen, maar slechts eenmalig, want vervolgens zal het financiële discipline opleggen. Om dat schrikbeeld op afstand te houden verkiezen de Waalse machthebbers zolang mogelijk de Vlamingen uit te melken. Gendebien stelt nu dat die formule niet langer vol te houden is: willen of niet, België barst. Tijd dus voor de Vlaamse genadeslag.
Ik vrees echter dat hij de Vlamingen overschat, en dat die wel degelijk bereid zijn om alles te slikken, inbegrepen slecht bestuur en verarming, om toch maar het brandmerk van “extremist” of “separatist” te ontlopen en hun eeuwige zaligheid of althans het zaligmakende keurmerk “gematigde” te verdienen. Gendebien maakt meer kans dan eender welke Vlaming om de vader van de Vlaamse republiek te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten