door Bart Maddens
Het kan vreemd klinken na de spectaculaire overwinning van de N-VA, maar toch is België zondag door het oog van de naald gekropen. De drie radicaal-Vlaamse partijen (de zogenaamde V-partijen) strandden immers op een zucht van de absolute meerderheid van de zetels in de Nederlandse taalgroep van Kamer en Senaat. Het gezamenlijke percentage voor die partijen is historisch hoog (45 procent, dit is 9 procent meer dan vorig jaar). Maar de Vlaamsnationalisten hebben pech dat het LDD-aandeel daarin (3,8 procent) niet of nauwelijks kon worden omgezet in zetels. Het resultaat is dat de V-partijen net niet voldoende zetels hebben om een staatshervorming te blokkeren. Zodra het stof van de N-VA-tsunami is gaan liggen zal snel blijken dat dit de machtspositie van Bart De Wever aanzienlijk beperkt.
Vlaams Blok
Het is niet de eerste keer dat een Vlaamsnationale partij een monsterscore haalt. In 2004 moest het Vlaams Blok (met 24 procent) niet zo heel veel onderdoen voor de N-VA vandaag (28,5 procent). Toen is er iets heel vreemds gebeurd, waaruit de N-VA vandaag lessen kan trekken. Het cordon tegen het Vlaams Blok werd na de verkiezingen heel eventjes opgeheven. Formateur Yves Leterme ontving toen 'uit respect voor de kiezer' een delegatie van die partij. Het onderhoud duurde welgeteld anderhalf uur. Dat Leterme nadien een regering met het Vlaams Blok uitsloot verbaasde niemand. Verrassender was de reden die hij daarvoor gaf. Het Vlaams Blok werd niet uitgesloten omwille van zijn xenofobe standpunten of zijn veroordeling voor racisme, maar wel omdat die partij (in de woorden van Leterme) 'ijvert voor de onafhankelijkheid van Vlaanderen en elke vorm van inter-persoonlijke solidariteit tussen Vlamingen en Walen wil afschaffen'. Met andere woorden: de échte reden waarom een kwart van de Vlaamse kiezers buitenspel werd gezet was omdat die een te Vlaamsgezinde stem hadden uitgebracht.
Zou het kunnen dat we vandaag voor een omstandige remake staan van die slechte cinema? Het scenario daarvoor werd voor vorige week alvast haarfijn uit de doeken gedaan door Mark Eyskens (in een interview met Knack). De Wever moet na de verkiezingen zijn verantwoordelijkheid opnemen, aldus Eyskens. 'Maar dan zal snel blijken dat er met hem geen land te bezeilen valt. Vervolgens is het dan aan de andere partijen om een meerderheid te vormen en eindelijk die communautaire hypotheek te lichten, zodat de mensen tegen de volgende verkiezingen geen reden meer hebben om nog voor De Wever te stemmen.'
Kamikaze-onderhandelingen
Een gewiekst politicus als Bart De Wever zal natuurlijk niet met open ogen in die val trappen. In het licht daarvan is zijn eerste zet op het politieke schaakbord de logica zelve: in de plaats van zich meteen in een kamikaze-onderhandeling met de Franstaligen te storten, wil hij eerst een stevig Vlaams front vormen. De voorzet daartoe werd overigens zaterdagavond al gegeven door Marianne Thyssen, tijdens het voorzittersdebat op de VRT. Voor het eerst in de campagne verwees zij naar de vijf resoluties van het Vlaams Parlement. Het ligt inderdaad voor de hand dat de Vlaamse partijen nu teruggrijpen naar die vijf resoluties van 1999. Het feit dat ook de N-VA in die richting denkt, getuigt alvast van enig Belgisch pragmatisme, en kan met wat goede zelfs wil als een 'vertrouwenwekkend' signaal worden geïnterpreteerd. Want in die resoluties is er helemaal geen sprake van confederalisme, laat staan van separatisme.
Maar ook al stellen de resoluties de Belgische federatie niet in vraag, ze sturen wel degelijk aan op de institutionele 'big bang' die nu blijkbaar ook door de Vlaamse kiezers wordt gevraagd. De resoluties zijn ruwweg terug te voeren tot drie cruciale eisen, die voor de Vlamingen breekpunten zouden moeten zijn. Ten eerste pleiten de resoluties voor een verregaande fiscale autonomie via de volledige overdracht van de personenbelasting naar de deelstaten. Ten tweede wordt in de resoluties aangedrongen op een meer ondergeschikt statuut voor het Brussels Gewest. Bijkomende financiering voor Brussel is enkel aanvaardbaar indien de twee gemeenschappen mee kunnen beslissen over de aanwending van deze middelen. En ten slotte is het ook essentieel dat de resoluties de integrale overdracht vragen van het gezondheids- en gezinsbeleid naar de deelstaten, met inbegrip van de gezondheidszorgverzekering en de gezinsbijslagen.
Socialistisch afwijzingsfront
Dat laatste wordt wellicht het meest heikele punt. Het klopt dat SP.A die ene resolutie over de bevoegdheidsoverdracht van (onder meer) de gezondheidszorg niet mee heeft goedgekeurd in 1999. Vandaag lijkt er een socialistisch afwijzingsfront in de maak om elke vorm van splitsing van de sociale zekerheid af te blokken. Maar als men een staatshervorming wil realiseren die qua omvang min of meer in verhouding staat tot de verkiezingsoverwinning van de Vlaamsnationalisten, dan zal men onvermijdelijk moeten raken aan die ene vette brok die nog overblijft op het federale niveau: de sociale zekerheid. Als dat nu tot een taboe wordt verheven dan dreigt de 'grote' staatshervorming niet meer te worden dan wat gemorrel in de marge, met als enige bedoeling om wat communautaire druk van de ketel te halen in afwachting van een nederlaag van de N-VA in 2014.
Als er geen voorafgaand akkoord kan worden bereikt onder een meerderheid van Vlaamse partijen om de forcing te voeren rond de vijf resoluties van het Vlaams Parlement, kan Bart De Wever beter aan de kant blijven staan, in de plaats van zich meteen te pletter te rijden op de muur van het Franstalige 'non'.
Zonder een spijkerhard akkoord tussen de Vlaamse partijen onderling heeft de N-VA immers geen politieke hefboom om een verregaande staatshervorming af te dwingen. Natuurlijk zal er de komende dagen vanuit het Belgische establishment een oorverdovende sirenenzang opklinken richting N-VA.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten