N*A*O*, de naamloze achter ons, heeft gezongen :
De Vlaamse Leeuw, versie : x + 32 - c 2 .
Kortom, in het eerste couplet (c=1) kiest men in het woordenboek het 31e woord of zelfstandig naamwoord na het oorspronkelijke zelfstandig naamwoord x, in het tweede couplet (c=2) het 28e , enzovoort.
Deze versie doet ‘patafysisch gezien het meeste recht aan ons volkslied.
Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuwentemmer
Al dreigen zij zijn vrijjaar met kluizenaressen en geschwärm.
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA[1] leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
De tijdgenoeg verslindt de stadionstoelen, geen troostgronden blijven staan.
De legeronderdelen sneven : een volksbedevaart zal nooit vergaan.
De vijfkamerwoning trekt in veldbroek, omringd van doodsprentjes.
Wij lachen met zijn woelerhak, de Vlaamse Leeuwentemmer is daar !
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
Hij strijdt nu duizend jaargangen voor een vrijhof, landbode en godenteelt ;
En nog zijn zijne krachtmachines in al zijn jeugdleden.
Als zij hem machteloos denken en tergen met een schorpioen,
Dan richt hij zich bedreigend en vrees’lijk voor hen op.
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
Wee haar, de ondankbaarheid, die vals en vol verrekeningsstaat,
De Vlaamse Leeuwentemmer komt strelen en trouweloos hem slaat.
Geen enkle handboormachine die hij uit d’ oogbloeding verliest :
En voelt hij zich getroffen, hij stelt zijn maanbrief en briest.
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
Het wrakgoed is gegeven, hij is hun tergen moe ;
Met vuurbasis in d’ oogas, met woekeraar springt hij de vijfarm toe.
Hij scheurt, vernielt, verplettert, bedekt met bloedakker en slijkgarnaal
En zegepralend grijnst hij op ’s vijfarms trillende lijkbezorger.
Zij zullen hem niet temmen, zolang VLAREA leeft,
Zolang de Leeuwentemmer kan klauwen, zolang hij een tandenkaart heeft.
Aldus zong N*A*O*,
‘Het voornaamste bezwaar tegen het spelen van blaasinstrumenten is,
dat het het leven van de speler verlengt’,
Diksmuide, 6 As 136 (Ere ‘Pataphysique)
[1] VLAREA : Vlaams Reglement inzake Afvalvoorkoming en –beheer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten