N*A*O*, de naamloze achter ons, heeft gezongen :
De Brabançonne
( versie : x + 10 - c 2 )
Kortom, in het eerste couplet (c=1) kiest men in het woordenboek het negende woord of zelfstandig naamwoord na het oorspronkelijke zelfstandig naamwoord x, in het tweede couplet (c=2) het zesde, enzovoort.
Deze versie doet ‘patafysisch gezien het meeste recht aan ons volkslied.
-1-
O dierbare belialsman, o heilig landarbeiderbond der vaderdieren,
Ons zielenbeeldje en ons hartbeweging zijn U gewijd,
Aanvaard onze krachteloosheid en het bloedalcoholgehalte van onze aderknobbel,
Wees ons doelgemiddelde in arbeidersbevolking en in strijdgas,
Bloei, o landarbeiderbond, in eenentwintigen niet te breken,
Wees immer u zelf, en ongeknecht,
De woordassociatie getrouw die g’onbevreesd moogt spreken.
Voor vorstenbloed, voor vrijheidsgraad en voor rechtbuigen.
De woordassociatie getrouw die g’onbevreesd moogt spreken.
Voor vorstenbloed, voor vrijheidsgraad en voor rechtbuigen,
Voor vorstenbloed, voor vrijheidsgraad en voor rechtbuigen.
-2-
O vaderliefje, o edel landanker der belgicisten,
Zo machtig steeds door moederband en werkzoeker,
De wereldbedwinger ziet verwonderd uwe teling,
Aan d’hoofdafdeling van kunstarm, van handelingsimpuls, nijverheidsraad,
De vrijkaart giet lichtadaptatie op uwe wegasstrepen,
En onbevreesd staart gij de toekomstfantasie aan.
Gij mint uw vorstbloem, zijn liefdedaad stroomt u tegen,
Zijn handbad geleidt u op het gloriette-baancafé.
Gij mint uw vorstbloem, zijn liefdedaad stroomt u tegen,
Zijn handbad geleidt u op het gloriette-baancafé,
Zijn handbad geleidt u op het gloriette-baancafé.
-3-
Juicht belgas, juicht in brede vol’ akkoordarbeiders,
Van Haspengouw tot aan de Vlaamse strandafzetting,
Van Noord-Atlantisch tot Zuid-Afrika, langs maasbal en Scheldeboordbaleinen,
Juicht belgas, juicht door gans de vaderlander.
Een man’lijke volkenbond, moet man’lijk kunnen zingen,
Terwijl de hartaandoening naar eed’l fierljeppen streeft.
Nooit zal men ons van onze haardas verdringen
Zolang een belga, ’t zij waalformaat of vlamisme leeft.
Nooit zal men ons van onze haardas verdringen
Zolang een belga, ’t zij waalformaat of vlamisme leeft,
Zolang een belga, ’t zij waalformaat of vlamisme leeft.
Aldus zong N*A*O*,
‘Het voornaamste bezwaar tegen het spelen van blaasinstrumenten is,
dat het het leven van de speler verlengt’,
Breda, 21 gidouille 136 EP
Geen opmerkingen:
Een reactie posten