2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

zaterdag 6 maart 2010

De Belgische loodgieterij



Pacificatie rijdt de democratie klem
Dé weg voor Vlaanderen : de wederopbouw van de democratie

Wilfried Dewachter (1)
Is dé stelregel bij de Belgische elite niet: “Pas très rassu­rante, la perspective d' une Belgique sans la Flandre” ? Of zoals die elite dit in het interbellum al verwoordde: “La Belgique est une necessité nationale et internatio­nale” ? Samen met de verdediging van de mensen in de brutale globalisatie in de wereld, de economie op kop, zou de teloorgang, van de democratie in België dé prio­riteit moeten zijn van onze politici. Hiervoor moet de macht van de Belgische elite worden gebroken.


Een van de grote paradoxen van de democratie is dat ze zichzelf democratisch kan vernietigen.” Dat was de stelling van Jean-Luc Dehaene, Belgische minister van Staat, in De Tijd (21 nov. 2009). Waar die vernietiging zich voordoet, wordt ze niet zelden door de machthebbers, de pers en de structuren afgedekt en ontkend. De overname van de Weimar-republiek door het nationaal socialisme (1933-1935), de teloorgang van de Tweede Spaanse Republiek (1931- 1936) of de machtsovername van de Bolsjewieken in okto­ber 1917 in Rusland, het zijn maar drie dramatische voor­beelden van hoe het fout kan lopen.

Dehaene deed zijn uitspraak niét in de context van een staatsgreep of een burgeroorlog, maar in een debat over de rechtstreekse democratie. “Het probleem is dat de demo­cratie altijd heel karikaturaal wordt voorgesteld als een rechtstreekse democratie. Een regime waarin de bevolking alles beslist. Vandaar dat sommigen er referenda als het summum van zien. Maar is dat wel zo ? Referenda draaien altijd uit op emotionele kortetermijnbeslissingen. Ik heb ze de zaken nog nooit vooruit weten helpen.”

Wat de minister van Staat vertelt, strookt helemaal niet met de feiten. Om op zijn territorium (Europa) te blijven: van de 41 referenda die vanaf 1972 in Europa over de Europese integratie hebben beslist via inspraak van het volk, zijn er 30 met "ja" beslecht en slechts 11 met “neen", waaronder twee van Noorwegen. Waren de "ja's" voor toetreding tot de Eu­ropese Unie, de "ja's" voor de euro of voor het Verdrag van Maastricht dan “emotio­nele kortetermijnbeslissingen' ? Heeft “de bevolking” met deze "ja's" Europa dan niet
geholpen ?
Referenda, zelfs in Zwitserland, zijn dus minder bedreigend dan de in­trinsieke kenmerken van de zo­genaamd democratische moloch Europa, “waar de bevolking alles beslist”. Was dat laatste nog maar voor 10% het geval…

Buiten bereik
Wie de tsunami's van Europese regelgeving zelfs maar vanop verre afstand benadert, weet dat de EU buiten bereik van de bur­ger ligt, zelfs buiten bereik van het doorsnee Europarlementslid. Heeft de Europese elite niet net het tegenovergestelde van de democratie verordend door o.m. het Verdrag van Lissabon totaal onleesbaar te maken voor de gewone Europese sterveling. Door vervol­gens alle referenda te verbieden of te ontwijken (o.m. in Frankrijk via een snelle wijziging van de grondwet) ? Alleen Ierland hield inzake democratie tot tweemaal toe zelfs voet bij stuk, tot grote ergernis van de Europese elite, maar tot voordeel van alle kleinere staten die nu een gegarandeerde commissaris krijgen zonder opzij gezet te worden door de Grote Drie.

Niet het minst is de Europese democratie gefnuikt door de rechtstreekse verkiezing van de Europese president onmogelijk te maken, ook al is dat technisch niet eens moeilijk te organiseren.

Slotsom : op weg naar Europese (markt)integratie is het vooral Europa zelf dat zijn eigen democratie dreigt te vernietigen. Alleen meer rechtstreekse democratie, met inbe­grip van referenda en verkiezingen, kan de echte basis zijn voor een waarachtig Europees Europa.

België
Terug naar Dehaene. Hij heeft toch gelijk, maar dan wel niét inzake Europa, maar inzake België. “Een van de grote paradoxen van de (Belgische – red.) politieke ontwikkeling is dat ze zichzelf democratisch aan het vernietigen is.

In 1831 was het België dat van start ging als een voorbeeld van een liberale de­mocratie (ondanks zijn grote zwakte toen met slechts 1% kiesgerechtigden). Vandaag stelt België zich internationaal graag voor als een voorbeeld van een succesvolle “pacificatiedemocratie” (een manier van politiek bedrijven waarvoor Nederland en Oostenrijk het grondpatroon hebben geleverd). Ten onrechte. Het is hier danig fout aan het lopen.

Blokkeringsmechanismen
Uitgerekend een tomeloze institutiona­lisatie van die zogenaamde pacificatie rijdt de democratie klem. En ten gron­de dan ook de pacificatie zelf.

In de Grondwet heeft men in 1970 drie blokkeringsmechanismen ingeschreven : (1) de pariteit in de federale regering, (2) de alarmbel en (3) de zesvoudige meerderheid voor almaar meer "bij­zondere wetten”. Inzake werkelijke machtsverwerving was dat nog niet voldoende, men heeft er nog twee mechanismen aan toegevoegd : (4) Brussel derde gewest en (5) de belangenconflicten.

Een voorbeeld ? In plaats van het kies‑ en gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde in het Belgische federale parlement gewoon meerderheid tegenover minderheid te splitsen, op de manier waarop we­reldwijd alle 'normale' wetten in een parlement worden beslist, schreeuwt de Franstalige politieke klasse brand en verkrachting, en blokkeert zij de beslissing via een of meer­dere van die vijf veto's. Men versiert dit alles met een oneigenlijk gebruik van de term “pacificatiedemocratie".

Deze zogenaamde "pacificatie”-techniek, samen met de brutale particratie én de splitsing van de politieke partijen zorgen ervoor dat binnen het Belgisch federaal niveau de democratie zichzelf vernietigt. Karel De Gucht formuleerde het zo : “België is een permanente diplomatieke conferentie en dat verergert alleen maar.” (DS, 2 feb. 2009).

Met de Belgische democratie loopt het voorts zoals met die van de EU. De EU wordt een sporadische diplomatieke conferentie, en een instituut geleid door een loodzware en democratisch ongenaakbare eurocratie. Een puur elitege­beuren. In België mag je het niet luidop zeggen, maar de internationale politologie stelt dit al lang niet meer in dis­cussie.

Vernietiging
België evolueert in dezelfde richting. Bij de staatshervor­ming van 1970 - die ten onrechte de geschiedenis ingaat als “het einde van de unitaire staat” - heeft de Belgische elite een grote fout gemaakt door de democratie institutioneel zwaar te “vergrendelen". Nederland, dat als "pacificatie­democratie” bekend staat, kent geen enkele machtsvergren­deling. De Belgische grendels maken van "pacificatie" een misbruik, een miskleun en schakelen de democratische in­spraak uit.

Eenzijdig
De splitsing van de drie traditionele partijen heeft ervoor gezorgd dat de Franstalige partijen hun wil zelfs eenzijdig kunnen doordrukken. Even ter herinnering : die splitsing werd in alle drie de gevallen unilateraal door de Waalse, c.q. door de Franstalige partijen doorgevoerd : de PSC ont­stond            n.a.v. de zaak Leuven-Vlaams (1968), de splitsing van de liberalen volgde kort daarop (1968-1972) en de PS splits­te de socialisten op een brutale manier in 1978 (Willy Claes en de andere BSP-voormannen vernamen de splitsing via de radio).

Meteen vielen drie “verzoeningsmechanismen” weg. De tra­ditionele partijen, die tot dan toe intern communautaire en andere conflicten afremden of zelfs beslechtten, zijn sinds­dien geen buffer meer. Integendeel, beschikkend over de vijf hoger genoemde veto's die grondwettelijk en  feitelijk zijn uitgebouwd, konden de Franstaligen eenzijdig hun wil doordrukken. Dat BHV in de staatshervormingen van 1988 en 1992 (Dehaene) niet volledig is gesplitst, zoals de Vla­mingen wilden, maar slechts in zover het dienstig was aan "Brussel derde gewest", is daarvan hét sprekende voorbeeld.

De democratische legitimiteit is in België verschoven van de federale staat naar Vlaanderen en Wallonië. Na de splitsing van de politieke partijen kreeg het land niet één kies­stelsel, maar twee, met eigen partijen, eigen programma's, eigen kieskringen, eigen kiezers, eigen beleidsvragen en belangen. Zo heft de Belgische democratie zichzelf op. Twee democratieën komen nu tegenover elkaar “in een perma­nente diplomatieke conferentie”.

Door die confrontatie wordt de ongecontroleerde particra­tie in het zuiden nog versterkt. De Belgische elite van haar kant opteert voor het immobilisme en het non-beleid. In dat kader werkt Dehaene aan een “oplossing” voor BHV. Wat wordt nu de “prijs” ?


(1) Politoloog (KU Leuven)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten