N*A*O*’s zoektocht naar de molmens (1)
(Hoe N*A*O* psycholoog werd)
Om vat te krijgen op de klachten van de hoogtepatiënten
moeten wij schachten in hun lichamelijke existentie graven.
Peter Sloterdijk (De Toverboom)
Sinds Deel Eén van N*A*O*’s “Autobiografie van iedereen” weten we dat de Naamloze Achter Ons eertijds zijn nest verliet en de wereld tegemoet trad via de Mollei in een Vlaamse gemeente.
Vaak ging hij dan linksaf om voorbij het huis en de zwarte blik van het matadormeisje een weide door te steken, waar hij dan achteraan in een populier klom.
Op die hoogte stond hij dichter bij de vogels, wier zang en bewegingen hij aan zijn mantiek onderwierp.
Toen stond al vast dat de Naamloze psycholoog zou worden en meer bepaald popanalyst.
Men is geneigd te geloven dat N*A*O*’s popanalyse geboren werd in een populier en als een “hoogtepsychologie”, doch wanneer men er zich opnieuw rekenschap van geeft dat dit alles zich afspeelde aan de Mollei, groeit wellicht het inzicht dat het Naamloze hoogtegevoel juist N*A*O*’s zoektocht naar de ondergrondse molmens en naar de toegangswegen tot het molleische onbewuste aandreef en aanleiding gaf tot een”dieptepsychologie”.