N*A*O*, de Naamloze Achter Ons, vraagt zich af wanneer het museum dat politiek België is eindelijk eens iets nieuw oplevert?
De Naamloze A*O* gelooft namelijk met Boris Groys dat innovatie niet uit creatieve vrijheid ontstaat, maar onder dwang: de dwang om anders en nieuw te zijn die door het museum opgelegd wordt.
België, dat geen confederatie wil zijn, maar ook geen federatie kan zijn, houdt als politiek museum Europa, dat zich in exact dezelfde situatie bevindt, een spiegel voor.
Zoals in “The picture of Dorian Gray” van Oscar Wilde, zal het museum België de verjonging en vernieuwing van het verouderende Europa bewerkstelligen.
-1-
De butler van Merkely (1), Herman Van Rompuy, werd tijdens het middagnieuws gevraagd naar zijn mening over euro-obligaties.
«Herman Van Rompuy: Ik ben daar zelf, persoonlijk voor gewonnen. Maar alleen op het einde van de rit. Ik geef u een voorbeeld: de jeugdwerkloosheid in Oostenrijk is 8%, de jeugdwerkloosheid in Spanje is er 48. Gaat men die twee economieën laten vertegenwoordigen door één euro-obligatie vandaag? Neen.
VRT: Dat is dan solidariteit, zeggen anderen.
Herman Van Rompuy: Neen, dat is, daar zijn grenzen aan dat soort van solidariteit. Eerst moet men de zaken op orde stellen.» (VRT Radionieuws, 12 december 2011)
Dit is een voorbeeld van een vonk van vernieuwing uit de mond van een museumstuk uit de Belgische politiek. Van Rompuy die tijdens zijn kortstondig eerste ministerschap in 2008-2009 nog de politiek van de “roestige vadsigheid” voorstond, durft nu onder de museale dwang om anders en nieuw te zijn eindelijk stellen dat er grenzen zijn aan het geperverteerde concept van de solidariteit, en dus aan “transferunies” als België en Europa. Eindelijk krijgen revolutionaire ideeën over de noodzaak van het stopzetten van de geldinfusen in het belang van patiënten, zoals de PIIGS-landen in Europa of Wallonië in België, navolging.
Het is daarom nogal logisch dat de negers in België beginnen te dwepen met de uitvinder van deze gedachte: onze Vlaamse wever Bart.
De liberale econoom Paul De Grauwe - die door paarse “linksen” als Paul Goossens op handen gedragen wordt omdat hij een groot voorstander is van euro-obligaties en van het ongelimiteerd bijdrukken van euro’s door de Europese Centrale Bank – begint deze harde, mannelijke, maar vooruitstrevende ideeën omgekeerd zelfs voorzichtig toe te passen op het Belgisch politiek museum en zijn laatste federale regering zelf. Hij zegt dat “deze coalitie binnen de kortste keren ruziënd uit elkaar valt (..) niets positiefs houdt hen samen.” (De Standaard, 28 november 2011)
Want het verslaafd houden van onze pittoreske zuiderburen in “aangeleerde hulpeloosheid” kan men toch bezwaarlijk positief noemen?
Na meer dan een jaar onderhandelen zorgde de door de “roestige vadsigheid” geïnspireerde Elio Di Rupo ervoor dat in zijn regering nog heel wat conflictstof onbesproken bleef. Hoe zal België de crisis en de opdoemende recessie aanpakken? Het ziet er immers naar uit dat de Belgische schuldenberg zal toenemen en dat Europa maatregelen zal eisen.
Di Rupo gaf nog geen antwoord op de vraag waar België de 54 miljard euro vandaan zal halen indien de waarborg voor Dexia opgevraagd zal worden. (2)
Zal de regering eensgezind blijven bij het omzetten van het regeerakkoord in wetten en zelfs in de Grondwet telkens zij daarbij met problemen geconfronteerd wordt? En zal de PS van Di Rupo, die historisch juist gespecialiseerd is in het niet nakomen van eerder gemaakte afspraken, haar nare gewoontes kunnen afzweren?
Zal de MR ook maar één bevoegdheidsoverdracht aan de gewesten goedkeuren, zolang die partij niet in de Waalse regeringen opgenomen werd? (En is dat mogelijk voor de verkiezingen van 2014, dus voor het einde van deze legislatuur?) En de groenen? Keuren zij de staatshervorming goed zonder zekerheid dat de geregionaliseerde milieusubsidies overeind blijven?
En dan zwijgen we nog over het ontbrekende draagvlak in Vlaanderen voor deze regering.
Bart Sturtewagen: “Beseft Di Rupo hoe groot de afstand is tussen zijn aanhang en de Vlaamse mainstream?” (De Standaard, 8 december 2011)
In Vlaanderen staat maar 29% van de bevolking achter Elio’s regering. (Le Soir, 5 december 2011)
Nogal logisch. Het BHV-akkoord koppelt de faciliteitengemeenten definitief los van Vlaanderen, dat daar jaarlijks nog eens 500 miljoen euro aan Brussel voor moet betalen. Het gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde blijft tweetalig en de Franstalige aanwezigheid wordt er nog in versterkt. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat de Financieringswet hervormd zal worden: niet alleen omdat de financiële middelen ontbreken, maar ook omdat zowel de interne steun van MR, als de externe gedoogsteun van de groenen ervoor dreigen weg te vallen.
De besparingen en de belastingen van Di Rupo treffen bovendien vooral de Vlamingen.
Elio vermindert de aftrek voor firmawagens omdat er 54% van in Vlaanderen rondrijden, tegen 32% in Brussel en 15% in Wallonië.
Gezinnen met een belastbaar inkomen van 100.000 euro worden zwaarder belast omdat er zo maar 15.000 in Brussel en 44.000 in Wallonië zijn, tegen 106.000 in Vlaanderen.
Spaarboekjes worden ook zwaarder belast omdat een gemiddeld Vlaams gezin er 10.000 euro op heeft staan, het dubbele van een Waals gezin.
Paul Geudens: “Dat Franstalige partijen eerder aan nieuwe belastingen denken, is logisch. Vlaanderen zorgt voor het merendeel van de federale belastingsinkomsten. Besparingen daarentegen riskeren meer het Zuiden te treffen. Daar werken meer mensen voor de overheid en wordt meer gebruik gemaakt van de sociale zekerheid.” (Gazet van Antwerpen, 14 november 2011)
Of is het Di Rupo’s bedoeling om gewoon verder te treuzelen om de kinderlijke partijvoorzitters te doen toehappen wanneer Europa België dwingt om maatregelen te nemen, zodat hij – zoals te verwachten en te voorzien was – wéér kan doen alsof hij er voor niets tussenzit? (3)
-2- Plan
“Wanneer iedereen dacht dat politicoloog Dave Sinardet uitgepraat was over de politieke crisis en de regeringsonderhandelingen, bleek hij als homo ook nog een woordje te willen meespreken over de seksualiteit van onze nieuwe premier. “Hoe belangrijk ik het ook vind om als homo open te zijn, ik hecht ook veel belang aan de individuele vrijheid van mensen. […] Als Di Rupo om wat voor reden ook niet klaar is om naar buiten te komen, dan heeft hij daar het recht toe. Rolmodel of niet”, taterde hij in De Standaard. Waarvan, uiteraard, akte.” (Peter Casteels op Apache, 12 december 2011)
De Naamloze Achter Sinardet en Casteels dacht dat Di Rupo zich allang geout had, alhoewel dat na de beschuldigingen van pedofilie inderdaad eerder onder dwang gebeurde.
Feit is dat Di Rupo voortdurend aan het bellen is en steeds door minder of meer gibberende vrouwen omgeven wordt.
Anne Poutrain, hoofd van de PS studiedienst, is zijn schaduw, zij lacht nauwelijks, maar slaat Elio gade, als was zij zijn moeder.
N*A*O* vraagt zich daarom af of Di Rupo eigenlijk wel de grote PS strateeg is, die de gefascineerde misdienaars van de Belgische pers in hem zien? (3)
Traditioneel verdedigt de PS het best haar belangen vanuit de tweede positie in de federale regering met een sterke vice-premier, die onophoudelijk alle gemaakte afspraken verdraait. Maar de verkiezingsoverwinning van de Vlaams-nationalisten in 2010 – een rechtstreeks gevolg van de succesvolle Franstalige boycot van de regeringen Leterme I en II – verplichtte de partij om het geweer van schouder te veranderen, met de hulp van de S.P.a zich uit te roepen tot de grootste politieke familie en zo zelf niet langer stiekem, maar openlijk de leiding te nemen van het land.
Regeren in transparantie is tegennatuurlijk voor de PS en in zo’n netelige situaties doen instellingen vaak beroep op hun vrouwen: men spreekt dan van de “glazen afgrond.” John Bailey: “Je moet alleen een vrouw in stelling brengen als je er zo slecht voor staat dat niets minder dan een dramatisch gebaar een verschil kan maken.” (De Standaard, 22 mei 2010) En mislukt de strategie, dan heeft men ook geen man verloren…
Wat kon de PS-voorzitter - die als homo eventueel nog vrouwelijker dan vrouwelijk is indien hij het type is dat het vrouwelijke speelt – anders doen dan deze rol op zich nemen?
Terwijl de politiek correcte kranten vol staan van het paarse “postpolitieke”en moralistische gedweep met het fenomeen van de eerste (min of meer) openlijk homofiele premier, kon men in één ervan in een kaderstukje in een reeks over de onderhandelingen over de langste Belgische regeringsvorming onlangs het volgende relaas lezen, waaraan niemand verder nog aandacht besteedde.
«Zondag 4 september bezoeken Maingain en Michel formateur Di Rupo. De ontmoeting vindt plaats in het Brusselse privéappartement van de formateur, vlakbij de Keizerslaan. Anne Poutrain, de rechterhand van Di Rupo, is er ook. (..) “Jullie moeten de pijnlijke waarheid aanvaarden,” begon Elio Di Rupo daar. “Er zijn belangrijker zaken dan B-H-V, zoals de sociale zekerheid.” “Maar geloof je echt dat zulke toegevingen over B-H-V dit land zullen redden voor tien of twintig jaar?” repliceert Maingain. “Nee,” antwoordt Di Rupo, “maar we moeten een keuze maken. En na het institutionele akkoord, de dag erna, zullen de Franstaligen samen werken om over plan B (4) te praten. Dat is een zekerheid.”» (De Morgen, 12 december 2011)
Tenzij N*A*O* moet aannemen dat “De Morgen” zo’n zaken verzint, kan hij eruit afleiden dat Di Rupo niet bijster veel belang meer hecht aan de functie van Belgisch premier en eerder om persoonlijke redenen het eerste ministerschap opneemt, dat blijkbaar door het Franstalig Front onder leiding van de Parti Socialiste gereduceerd werd tot louter façade en derhalve veel minder verantwoordelijkheid vereist.
Waarom accepteerde hij anders die tijdelijke en historisch kleine rol?
Van de dezer dagen heftig bekritiseerde popanalyse leerde de Naamloze A*O* dat mensen met een perverte persoonlijkheidstructuur zich vaak aangetrokken voelen tot officiële functies om hun neiging tot moraliseren en tot het verdedigen van hun eigen gewoontes tegemoet te komen.
Zijn opname in de analen van de Belgische geschiedenis – hoe marginaal ook - zal natuurlijk wel zijn moedertje plezieren.
Elio was trouwens erg opgetogen mutti Merkel te kunnen opzoeken, die hem nochtans alleen maar liet “kennis nemen van zijn marsorders, opgesteld in Berlijn.” (Rik Van Cauwelaert in Knack, 7 december 2011)
Is Di Rupo wel geschikt om een complex land als België doorheen een economische recessie te leiden?
Het was zeer attent van de robuuste wever Bart om de Vlamingen aan te bieden het van de gecompliceerde Di Rupo over te nemen, en daarvoor zelfs het communautaire even opzij te zetten.
Een Belgische regering zonder de conservatieve Waalse socialisten zou dan een sterk welvaartsbeleid kunnen voeren, dat vooral de Vlaamse motor ervan zou pimpen.
Een regering zonder Waalse meerderheid moet toch even aanvaardbaar zijn als een zonder Vlaamse meerderheid, nietwaar?
Zoals alle Belgen, weet de Naamloze Achter Ons dat het ondertussen te laat is en dat ons lot in Di Rupo’s handen ligt.
En dat Di Rupo zeer voorspelbaar een “tegennatuurlijke” regering vormde van “links” met “rechts”, zoals Verafstoodt het hem voordeed in 1999. Dat Di Rupo hier - in tegenstelling tot de veel mannelijker Verafstoodt – nog eens veel, veel langer over deed, belooft natuurlijk weinig goeds.
Bij aankomst op zijn eerste Eurotop vroeg het moederskind Elio zich dan ook zeer verlegen af wat het niet moet zijn om tot een Europees compromis te komen tussen zevenentwintig partijen, als hij er al meer dan vijfhonderd dagen over deed met acht?
Hoelang gaat hij er inderdaad over doen telkens er een voor de PS onaangenaam Europees dictaat gegeven wordt door mutti Merkel?
Een Belgisch crisisbeleid kan uiteindelijk alleen in Vlaamse handen succesvol zijn, dat zegt ook vadertje De Croo: “Als men in dit land de belastingen met 1 miljard verhoogt, dan komt nu 700 miljoen ervan uit Vlaamse zakken. (..) Besparingen treffen vooral het zuiden van het land, nieuwe belastingen komen voor het overgrote deel uit het noorden.” (Het Laatste Nieuws, 26 november 2011)
Zelfs Béatrice Delvaux van de racistische anti-Vlaamse “Le Soir” komt tot dezelfde conclusie als Di Rupo bij Maingain en Michel: “Nous allons en arriver à cette conclusion: la séparation du pays s’impose. (..) Ce pays ne peut plus être.” (22 november 2011)
-3- -Nederlands
Het surrealisme heeft blijkbaar afgedaan en de buitenlandse pers begrijpt dan ook niks meer van ons land.
Niet alleen voor “The Washington Post”, maar ook voor “Le Monde” is het rampzalig Nederlands van Di Rupo zijn “principale faiblesse”, in de woorden van de Engelstalige “Associated Press”: “de communicatie met de meerderheid der Belgen in hun eigen taal.” (2 december 2011)
De Naamloze Achter Ons is akkoord met de voorspelling van “The New York Times” dat Elio’s Nederlands nooit zal verbeteren! (2 december 2011)
Nochtans weet een ernstige Franstalige professor uit Louvain-la-Neuve, zoals Olivier Luminet, dat Di Rupo’s Nederlands Vlamingen kwetst, omdat het hen herinnert aan de bespotting door de Belgische elite, die hen eertijds ten deel viel. (La Libre Belgique, 3 december 2011)
Zelfs Franstaligen die hun best doen om het hoogstaande Nederlands te leren, ter aanvulling van hun snobistisch apentaaltje, worden toch misselijk als ze Di Rupo horen zeggen: “Wij hebben een begroting gedaan met de geest om een serieuze oefening te doen en is voor mij een reden om meer vertrouwen te creëren in ons land van de markten”? (Het Laatste Nieuws, 28 november 2011)
Wetende wat Di Rupo weet over de toekomst van ons land (zie hoger), heeft Rik Torfs overschot van gelijk: “Als Di Rupo ooit enige liefde voor het Nederlands had gekoesterd, was die taal al vroeger en dieper in zijn leven doorgedrongen.” (De Standaard, 1 december 2011)
Over de twintig procent genetisch collaborerende Vlamingen met de S.P.a op kop, die Di Rupo’s lachwekkende Nederlands probleemloos aanvaarden – Bruno Tobback: “De maatregelen die hij neemt zijn belangrijker dan de manier waarop hij ze uitspreekt.” (Het Laatste Nieuws, 29 november 2011) – zegt Louis Verbeke: “Brave mensen, die Vlamingen.” (De Tijd, 29 november 2011)
Di Rupo’s dierengeluiden gaan regelrecht in tegen wat tachtig procent van de Vlamingen na de verkiezingen van 2010 verwachtten. Onze eerste minister begrijpt niet eens wat hij van zijn blad voorleest, laat staan dat hij een ernstig gesprek voert in onze nobele geestestaal.
Omdat de Naamloze A*O* goed weet dat narcisten weinig last hebben van schuldgevoelens, maar des te meer van schaamte, vraagt hij zich af hoe het mogelijk is dat iemand als Di Rupo zich zo bespottelijk durft uit te drukken?
Tenzij hij in staat is om zijn beschamende optreden in zijn tegendeel om te keren, een grootheidswaan te ontwikkelen en vandaaruit een diepe minachting te voelen voor zijn Nederlandstalige gesprekspartners?
Neen, Di Rupo zal nooit Nederlands leren; integendeel zolang hij regeert blijft onze hoogstaande moedertaal een voorwerp van (internationale) spot.
Een interessante vraag is wel of er een verschil is tussen Di Rupo’s “pathologisch racisme” en dat van Hitler?
-4- -partijen
Paul Geudens: “Hoe moet Elio Di Rupo in schamel Nederlands gaan uitleggen dat dit geen Vlaams-onvriendelijke regering is? Er rust een zware hypotheek op deze ploeg, en op haar leiding in het bijzonder.” (Gazet van Antwerpen, 6 december 2011)
Het zal een socialist als Di Rupo worst wezen. Toen hem er tijdens de regering Verafstoodt II op gewezen werd dat het alleen maar democratisch zou zijn om B-H-V te splitsen, omdat er een meerderheid voor bestond, antwoordde hij: “dan zal die democratie het einde van België zijn.” (Het Laatste Nieuws, 26 februari 2005)
Elio bevestigde gewoon het bestaan van het Belgisch democratisch deficit.
En dat verdedigen de “staatsdragende” politieke partijen, waarvan de socialistische de grootste familie is, vandaag opnieuw: er moest immers een regering komen na de lange regeringsloosheid en onder druk van de markten.
Maar zo komen natuurlijk ook dictators en militaire junta’s aan de macht: de democratie moet “even” opzij gezet worden om de ontstane chaos te bedwingen.
Is dit overdreven? Toch niet méér overdreven dan het eeuwige demoniseren van het Vlaams-nationalisme als voorbode van het fascisme?
In elk geval wordt de regering Di Rupo gesteund door een Franstalige meerderheid en slechts door een Vlaamse minderheid.
Bart Maddens: “Die situatie heeft iets weg van hegemonie, een hegemonie van Franstalig België over Vlaanderen. Dat is des te meer het geval omdat het omgekeerde, een regering zonder meerderheid in Franstalig België, volstrekt ondenkbaar is.” (De Tijd, 3 december 2011)
Kan men de medewerking hieraan van de Vlaamse partijen nog anders dan als “genetische collaboratie” uitleggen?
Wat Open VLD betreft is zo’n uitleg vlug gevonden. De grote Alexander, die één en bijna een tweede keer “de stekker eruit trok”, blijft natuurlijk ook altijd de “kleine” van vadertje De Croo, die als vriend van onze honing zijn zoon tot gehoorzaamheid maande.
Dat CD&V over stag ging en door N-VA te laten vallen de Vlaamse meerderheid verspeelde is al moeilijker te verklaren. Per slot van rekening kende CD&V in 2010 haar grootste verkiezingsnederlaag ooit, juist omwille van haar eigen woordbreuk en haar deelname aan de regeringen van de “roestige vadsigheid”, die na de kartelbreuk met N-VA evenmin nog een Vlaamse meerderheid vertegenwoordigden.
Het antwoord is dat het de christelijke vakbond is die CD&V in 2008 beval om het kartel met N-VA op te blazen en vorige zomer om verder te onderhandelen op basis van de nota Di Rupo en N-VA opnieuw te laten vallen.
Zoals het Franstalig Front het einde van België vreest bij een teveel aan democratie, zo slaat het ACW in paniek bij de gedachte aan de mogelijkheid dat een Vlaamse meerderheid zijn voorrechten zou inperken. Behalve “Het Laatste Nieuws” verzwijgt de hele Vlaamse pers dat de ACV-betogers tijdens hun optocht begin december in Brussel het gebouw van de Vlaamse Gemeenschapscommissie aanvielen.
De collaboratie door de S.P.a is dan weer te verklaren door de algehele verdwazing waar die partij in terecht gekomen is.
Gedurende de regeringen Verafstoodt I en II zijn de Vlaamse socialisten ideologisch zo verloren gelopen op de “Derde weg” van Tony Blair, dat ze samen met de liberalen de belangen van de middenklasse gingen verdedigen. Ze werden daarbij zo corrupt dat hun imago helemaal naar de knoppen ging.
Voormalig partijvoorzitter Caroline Gennez verbloemt nauwelijks dat alleen cliëntelisme en meer bepaald een “inhaalbeweging” op het vlak van politieke benoemingen de socialisten nog aan wat stemmen kan helpen. (5)
De laatste tijd situeert de socialistische corruptie zich vooral in Limburg, waar de clan Claes (van het Augusta-schandaal) thuis is.
Recent ontsproten aan een Limburgse logetempel een aantal met elkaar verbonden onwelriekende zaakjes.
Er is het verzuim en het gepest in de politiezone “Hazodi”; er is de miserie van enkele “Sukkelpop”-slachtoffers, terwijl de organisator van dat festival slijk verdient, notabene bovenop de 75.000 euro die hij als Vlaams parlementslid verdient om wat te niksen; er is de politieke machtsgreep op enkele media (6); en er zijn tenslotte de strapatsen van de Vlaamse Dominique Strauss-Kahn (7), Steve Stunt.
Wie echt van het socialisme houdt zou bijna gaan verlangen naar de tijd dat Limburg nog extreem rooms was en de sossen er niet welkom waren.
Maar de geschiedenis zou zich dan natuurlijk gewoon herhalen, want om vrij te kunnen ademen zouden de Limburgse sossen opnieuw naar de loge trekken, waar ze opnieuw de liberalen zouden aantreffen, met wie ze weer de befaamde “loge-kartels” zou smeden.
De theorie van de “Eeuwige wederkeer” doet ons begrijpen dat Limburg en “loge-socialisme” onafscheidelijk zijn.
Het typische van “loge-socialisten” als Steve Stunt is dat ze naast hun kartel met de liberale vrijmetselaars, het vermogen hebben om tegelijk de afbrokkelende katholieke macht bij hun weg door de instellingen te betrekken.
Voor Luc van der Kelen is de situatie in Hasselt “enkel te vergelijken met de greep van de PS op Charleroi.” Het Limburgse loge-socialisme is een “kliek, die een hand heeft in het hele politieke en economische leven en zichzelf bedient met topfuncties. (..) een verregaande vermenging van belangen tussen de politiek, op lokaal en provinciaal niveau, de ambtenarij, publieke en semi-publieke bedrijven, het gerecht en de economie, met uitlopers naar de media en sociale organisaties.” (Het Laatste Nieuws, 8 oktober 2011)
Gelukkig beginnen die socialistische idioten op de duur naast hun schoenen te lopen, zodat ze ontmaskerd kunnen worden door allerhande “klokkenluiders”.
Had minister Lieten iets te maken met de pathetische en geheel onkritische berichtgeving door de VRT over de Sukkelpopramp van vorige zomer?
Zij probeerde in elk geval onlangs medelijden op te wekken met de arme Steve Stunt, die er compleet onder door zat en ontslag nam uit zijn zeventien goedbetaalde functies en mandaten, nadat hij dit jaar zijn vader en zijn broer verloren was.
Toevallig deed Steve deze nieuwe stunt nadat Humo – waar zijn beste vriend Guy Mortier toch nog altijd de plak zwaait – de klok durfde te luiden en een artikel publiceerde waarin de duistere affaires van Steve en zijn andere vriend, de profiteur en Sukkelpoporganisator Chokri Mahassine, nauwkeurig uit de doeken gedaan werden. (30 november 2011)
Wat Steve niet wist was dat de uitgever van Humo om de snel dalende verkoopcijfers te counteren toevallig Mortier tot mascotte had gedegradeerd.
Aangezien Steve nog altijd dacht dat men het van zijn vrienden hebben moet, is het begrijpelijk dat hij een inzinking kreeg…
Sinds de commanditaire loftsocialist, Yves Desmet van “De Morgen” Steve Stunt in 2003 uitriep tot “God” na de legendarische verkiezingsoverwinning van de S.P.a, deed “God” helemaal niets anders meer dan afscheid nemen.
Twee jaar later – dus één jaar na de veel minder goede verkiezingen van 2004 – nam hij afscheid als socialistisch partijvoorzitter en benoemde zichzelf tot gouverneur van Limburg. Die post vond hij plots niet meer interessant toen hij verrast merkte dat deze onverenigbaar was met zijn betaalde mandaten.
Etienne Joris schreef “De putsch van Steve”: “Een opvallende parallel kwam aan de oppervlakte: tussen de manier waarop Stevaert de zaken privé en publiek aanpakt. Zijn privébelangen, zo merkt een insider op, bracht hij onder in een hele resem vennootschappen, zodat het een kluwen werd waarin een kat haar jongen niet meer vindt. Voor publieke zaken werkte hij liefst via intercommunales, publiek-private samenwerkingsverbanden, een autonoom gemeentebedrijf en dergelijke zodat zelfs nauw betrokkenen het spoor bijster raakten en niemand nog het globale plaatje zag, zeker niet ‘de mensen’.” (De Morgen, 2 december 2011)
Gelukkig sleurde de “Keizer van Limburg” zijn protégé, “da wijf van de S.P.a”, Caroline Gennez in zijn val mee, en kon ze “nen toffe ministerpost” op haar buik schrijven!
-6- -syndicalisme
Volgens professor Arbeidsrecht Jelle Visser, van de Amsterdamse universiteit, waren vakbonden vroeger “aanjagers van verandering, nu verhinderen ze verandering (..) in heel Europa zijn vakbonden de laatste tien jaar conservatiever geworden.” In feite zijn ze “clubs geworden die bestaande belangen beschermen.” (NRC-Handelsblad, 22 november 2011)
Polleke Goossens probeert de vakbeweging tegen beter weten in nog te verdedigen (De Standaard, 24 december 2011), maar veel gezag zal ze niet meer hebben bij het Vlaamse volk na deze financiële crisis.
De lotgevallen van de ACW-holding “Arco” bewijzen duidelijk dat de vakbond alleen maar privileges tracht af te dwingen voor zijn eigen leden, en daar zeer ver voor durft te gaan, tot chantage toe.
Omdat de bazen van “Arco” zo stom waren al hun geld in “Dexia” te investeren, konden ze hun aandeelhouders natuurlijk niet terugbetalen toen die bank over kop ging. Dus liet “Arco” zijn vennootschappen noodgedwongen in vereffening gaan… behalve zijn om de Belgische fiscus te ontwijken in Luxemburg gevestigde depositobank “Arcolux” natuurlijk!
In plaats van zijn spaarders-aandeelhouders te laten vergoeden door “Arcolux” zal dat moeten gebeuren door de Belgische belastingbetaler, want ACW kreeg de federale overheid zover om op de valreep de staatswaarborg op spaargelden (tot 2500 euro) oneigenlijk te gebruiken. “Een duidelijke schending van het gelijkheidsbeginsel.” (Het Laatste Nieuws, 17 november 2011)
“Het is evident dat de waarborg verkregen werd dankzij de politieke invloed van de christelijke syndikaten.” (La Libre Belgique, 17 november 2011)
Jean-Marie Dedecker: “Alle Belgen zijn gelijk, maar de Belgen die aangesloten zijn bij het ACW, nog wat gelijker.” (Interventie in de Kamer, 17 november 2011)
Bart Sturtewagen: “De vakbeweging gedraagt zich niet minder berekenend dan de bankiers die ze zo vaak en terecht heeft verfoeid, en juist dat ruïneert haar moreel gezag.” (De Standaard, 17 november 2011)
Een onderzoek naar de ACW-corruptie moet men niet verwachten, want er wordt openlijk gezegd dat de staatswaarborg een compensatie was voor de redding van het socialistische “Ethias” door de overheid in 2008.
Integendeel, de vakbondstop doet of zijn neus bloedt. Arco-voorzitter Francine Swiggers: “Ik heb vaak gehuild.” (De Morgen, 19 november 2011) Of ACW-voorzitter Patrick Develtere: “Meer dan ooit is er een taak weggelegd voor organisaties die niet gericht zijn op winst, maar op de zorgen van gewone mensen.” (De Standaard, 17 november 2011) Hoe durft die man zijn gore…?
“De geloofwaardigheid van de hele christelijke werknemersbeweging, met inbegrip van de vakbond ACV en het ziekenfonds CM, ligt aan diggelen.” (De Tijd, 19 november 2011)
Om ongestoord hun corrupte gang verder te kunnen gaan is de vakbeweging in dit apenland tevens zo gekant tegen Vlaamse autonomie.
Want men weet dat aan de vele syndicale privilegies – waaronder het veel geld opleverende recht om werkloosheidsuitkeringen uit te betalen - een einde zou gemaakt worden in het zelfstandige Vlaanderen.
De mislukking van het -socialisme is iets wat de Naamloze Achter Ons zeer droevig stemt. Hij kan het niet nalaten om veel na te denken over een mogelijke uitweg uit de internationale crisis waarin het socialisme zich bevindt. (8)
N*A*O* is verheugd dat de nieuwe S.P.a voorzitter de eerste stappen zet weg van de corruptie en het “loge-socialisme” en eist dat iedereen die hij als minister aanduidt “onkreukbaar” moet zijn. (9)
Daarmee heeft hij natuurlijk de uitweg nog niet gevonden uit de penarie waarin alle Europese sociaaldemocraten terecht kwamen.
Maar het getuigt van lef dat Bruno Tobback voor twee van de drie van zijn S.P.a-mandatarissen in de regering Di Rupo het ministerie van Economie en het staatssecretariaat voor Fraudebestrijding bekwam. In feite onderwerpt hij daarmee het Vlaams socialisme aan zijn eindexamen, want juist op die twee domeinen moet de sociaaldemocratie aantonen dat haar herverdelende ideologie kan slagen en dat zij inderdaad het geld zal halen waar het zit.
Toch gaat Tobback niet ver genoeg. Hij stelde immers ook dat hij er totaal geen graten in zag dat zijn partijleden veel geld verdienen, zelfs naast hun mandaten…
Het blijft dus wachten op het ogenblik dat “links” inziet dat het méér moeite moet doen om het volk te vertegenwoordigen.
Menno Hurenkamp: “Om mensen het gevoel terug te geven dat ze bij die grote gebeurtenissen niet alleen staan, moeten politici en bestuurders hun nek uitsteken, hun baan wagen, hun dagelijkse leven opofferen. Het volstaat niet om te hopen dat binnenkort de PVV haar ware gezicht zal laten zien, en toch zal instemmen met harde ingrepen in de sociale zekerheid. Want waarom zouden de mensen die zich dan in de steek gelaten voelen, terugkeren tot de rode moederschoot?” (Socialisme & Democratie, maart 2011)
Iedereen is het er ondertussen over eens dat links weer nood heeft aan een groot, wervend verhaal. (10)
N*A*O* herlas daarom de linkse Italiaan Raffaele Simone die in “Le monstre doux. L’Occident vire-t-il à droite” tot de conclusie komt dat links overal in Europa achteruit gaat, zelfs in de sociaaldemocratische regio bij uitstek - Scandinavië -, omdat het geen antwoord biedt op de crisis, terwijl de nieuwe rechterzijde, het “monstre doux”, de tijdgeest wél verstaat en met steun van de massa de plaats van links inneemt.
Ondanks de vele verworvenheden van de sociaaldemocratie, kreeg links blijkbaar geen stabiele wortels en wordt nu meer en meer de welvaartstaat in vraag gesteld.
Als oorzaken hiervoor geeft Simone enerzijds het communistisch verleden, de hypocrisie daarover en de te late excuses daarvoor, en anderzijds de verburgerlijking van links, dat ofschoon het een elitair avant-gardegevoel ontwikkelde en politiek correct werd, intellectueel en creatief zeer middelmatig bleef en daarom blind voor de vele nieuwe maatschappelijke problemen, zoals de Europese integratie en de Duitse hereniging na de val van het communisme, de etnische factor in de politiek, het fundamentalisme, de ecologische en demografische catastrofe, enzovoort.
Maar misschien is de belangrijkste oorzaak voor het verval van links wel de gemankeerde analyse van de verandering van het kapitalisme ten gevolge van de mondialisering en van het consumentisme.
Links is aan de verliezende hand omdat het tegen de verleiding van de tijdgeest, het zachte monster van de consumptie nauwelijks iets in te brengen had.
De kloof tussen arm en rijk neemt zienderogen toe. Links vermocht niets tegen het financieel kapitalisme. De onderwijskansarmoede neemt overhand toe. Gemeenschapsonderwijs wordt minder en minder aantrekkelijk in vergelijking met elitair onderwijs. Arbeiders en bedienden worden nog steeds uitgebuit ; mannen en vrouwen blijven ongelijk. De burgerzin neemt gestadig af, de criminaliteit toe. De ecologische problematiek wordt niet beheerst…
De vraag is of links nog kán ingaan tegen de infantiliserende en gemediatiseerde tijdgeest?
Kan de aversie tegen en de desillusie in links nog gecounterd worden?
Want een linkse positie is toch altijd een artificiële positie van weerstand? Een kwestie van onthechting en opoffering? Van engagement en sublimatie?
Een linkse positie innemen is eigenlijk paradoxaal: omdat men zijn “natuurlijke” pulsies moet sublimeren is het een vorm van acrobatie.
De Spaanse cultuurfilosoof Ortega y Gasset zou het een “te moeilijke en te gecompliceerde oefening om te kunnen blijven duren” noemen.
Kan links dus het “zachte monster” van nieuw rechts bestrijden, zonder zelf masochistisch over te komen en opoffering te verlangen?
De Britse econoom Guy Standing beweert vol overtuiging: “Er is nog altijd ruimte voor een links beleid.” (Knack, 7 december 2011)
Links moet dan wel van de “Derde Weg” af, want dat was het “Endspiel” van de sociaaldemocratie, volgens Standing.
Zolang het kon, weerstond links de verleiding niet om vooral via vermindering van belastingen ervoor te zorgen dat de middenklasse de uitholling van de welvaartstaat niet voelde.
Omdat hij het “precariaat” niet als een homogene groep definieert, maar als een verzameling van verschillende sociale subgroepen, waaronder ook een steeds groter wordend deel van de middenklasse, spoort hij de sociaaldemocraten aan om van koers te veranderen en nu het geld te halen waar het écht zit: “Politici moeten lef hebben en creatief zijn. Lef, dat wil zeggen: een daadkrachtig beleid voeren. Niet tegen de werklozen, maar tegen de banken en de bedrijven.”
De Naamloze Achter Ons vermoedt dat hetgeen Guy Standing voorstelt - een moedig en daadkrachtig links – alleen mogelijk is vanuit de oppositie, waarin Labour zich momenteel in Groot-Brittannië bevindt. Standings ideeën kunnen gebruikt worden om het nieuw en wervend verhaal, dat links nodig heeft, te schrijven. Maar het moet eerst wel geschreven worden, en daarvoor lijkt N*A*O* een oppositiekuur nodig, de aanloop naar een verkiezingsoverwinning.
De Naamloze A*O* kan moeilijk aannemen dat de drie S.P.a-leden in de regering Di Rupo door de andere partijen toegelaten zullen worden om dapper de banken en de bedrijven aan te pakken.
Als N*A*O*’s vermoeden klopt dan is de S.P.a effectief aan haar eindexamen of aan haar “Endspiel” bezig…
In Vlaanderen legt de S.P.a zich er duidelijk bij neer dat zij een belachelijk klein partijtje geworden is, dat alleen nog kan standhouden door de PS-familie te vervoegen en door tegelijk mee te stappen in een anti-N-VA-front. De S.P.a hoopt dat op de lange, lange duur N-VA weer zo klein wordt, dat zij samen met Vlaams Belang niet meer dan een kwart van de Vlamingen vertegenwoordigt en dan middels een cordon sanitaire weer opzij gezet kan worden. Alleen zo denkt de S.P.a weer te kunnen groeien in concurrentie met de drie andere Vlaamse “staatsdragende” partijen, CD&V en Open VLD op de rechterflank en Groen! ter linkerzijde. (11)
Het lijkt erop dat we hierop nog lang zullen moeten wachten.
“Reculer pour mieux sauter” zou het actuele devies moeten zijn van de Vlaamse sossen, die zich beter in de oppositie zouden herbronnen met Standings “The Precariat” in afwachting van de grote sprong voorwaarts.
De extreem lange onderhandelingen na de verkiezingen van 2010 draaiden vaak om de vraag of en wanneer CD&V de N-VA zou lossen. Daarom zei toenmalig S.P.a-voorzitter Gennez: “Wij zijn allemaal CD&V-ers.”
Gelijk had ze. De Belgische regering Di Rupo zal zich als ”centrumregering” wellicht vooral op de (steeds kleiner wordende) middenklasse richten.
Is er dan echt geen mogelijkheid om vanuit haar positie in de regering Di Rupo toch linkse daadkracht te ontwikkelen? Om dus in voortdurende samenspraak met de rechtse liberalen en met conservatieven als PS en CD&V toch een links beleid te voeren?
Welnu, die mogelijkheid bestaat.
Wanneer we de samenleving grofweg in drie klassen verdelen - de rijke klasse, de middenklasse en de arme klasse – dan wordt het duidelijk dat de hele financiële last van de zogenaamde “welvaartstaat” op de schouders rust van de (steeds kleiner wordende) middenklasse. In de dienstenmaatschappij, die het Westen geworden is, maken de door de werkende middenklasse geproduceerde meerwaarde of winst en hun consumptie de nauwelijks belasting betalende rijken rijker, en wordt de door de werkende middenklasse betaalde belasting gebruikt om de staat te financieren en om de nauwelijks belasting betalende arme klasse te onderhouden.
Aangezien we van de S.P.a niet kunnen verwachten dat zij de arme klasse nog armer zou maken, en aangezien de Naamloze Achter Ons niet gelooft dat de S.P.a in deze tripartite de vrijheid zal krijgen om de rijke klasse aan te pakken, kan de S.P.a wel de revolutionaire daad stellen om de vooral door de werkende middenklasse betaalde belastingen compleet af te schaffen.
Op het eerste zicht lijkt deze maatregel extreem liberaal – waardoor hij vermoedelijk door de liberalen en de conservatieven in de regering gesteund zal worden -, doch in zijn extremiteit is hij revolutionair.
Enerzijds wordt de verzorgingsstaat ermee ontmanteld, maar anderzijds is de maatregel de uiting van de stelling dat de verzorgingsstaat geenszins rechtvaardigheid of gelijkheid impliceert, maar in eerste instantie zekerheid garandeert.
De staat bleek een interessant instrument om rust te brengen in het explosieve industriële kapitalisme van de vorige eeuwen en om de toenmalige “gevaarlijke klassen” te neutraliseren, maar de staat is in die optiek geen waarde op zichzelf!
Door de staat niet meer te laten financieren door het belastinggeld van de middenklasse, zou deze zekerheid biedende buffer tussen de nieuwe “gevaarlijke klasse” van het “precariaat” en de rijke klasse wegvallen. Hierdoor zou eindelijk een nieuwe klassenstrijd ontstaan.
De rijke casinokapitalisten zouden dan zelf uit hun pijp moeten komen en voor het geld moeten zorgen om zowel de staat draaiende te houden, als het “precariaat” te onderhouden.
De Duitse filosoof Peter Sloterdijk meent trouwens dat we op weg zijn naar een grootse “gavenethiek”.
De eerste stap daartoe is de verduidelijking van het onrecht dat de (steeds kleiner wordende) middenklasse voor alles opdraait.
Om het vervolgens gemakkelijk te voorspellen protest te bedaren zal onze samenleving in de richting van een genereuze gavencultuur evolueren en zal dwangbelasting vervangen worden door vrijwillige gave.
In plaats van steeds weer de hypocriete “goed nieuws show” rond de (gedwongen) “solidariteit” te brengen (12), zou links beter zijn stiekeme misantropie en zijn dogma van het tekort laten varen en eindelijk weer geloven in de trotse mens en zijn prachtige neiging tot geven!
Filantropie hoeft niet altijd het resultaat te zijn van een slecht geweten ; filantropie is ook mogelijk op basis van ongedwongen en echte solidariteit!
Wat met “Europa”?
Terwijl de Europese muntunie dreigt in te storten blijven de verdedigers beweren dat dankzij de euro onze welvaart toenam.
Onze welvaart steeg echter omdat de economische activiteit toenam door de afschaffing van de binnengrenzen van de eengemaakte Europese markt. De welvaart steeg zelfs meer in de landen die niet tot de eurozone behoren.
Aan de euro ligt geen economische, maar een politieke logica ten grondslag. Luuk van Middelaar: “De euro is ingevoerd na de grootste klap die Europa meemaakte sinds de Tweede Wereldoorlog: de val van de Berlijnse Muur in 1989. De D-Mark is door toenmalig bondskanselier Helmut Kohl geofferd om bij de Duitse buurlanden de schrik voor de Duitse hereniging weg te nemen.” (De Morgen, 26 november 2011)
Allemaal goed en wel, maar hoe lost men nu de problemen met een “politieke” munt op?
Dezelfde politieke redenen die de euro deden ontstaan, verhinderen nu dat de eurozone kan ontbonden worden. Die ontbinding zou bovendien onze welvaart pas echt zwaar bedreigen.
De Britse historicus Timothy Garton Ash is een pleitbezorger voor Europa. Over het Britse “neen” tegen het nieuw Europese pact - waarin de overige zesentwintig landen aanvaarden om hun belastingen en uitgaven te onderwerpen aan gemeenschappelijk toezicht, en waarin de zestien landen van de eurozone zelfs automatische sancties accepteren als hun tekort de drie procent overstijgt – zegt hij: “Cameron (..) zegt nu: ‘Beste vrienden van de eurozone, ga jullie gang en red het zaakje maar. Wij zullen toekijken en applaudisseren. Bonne chance, Napoleon!’ Toen de Fransen in 1940 de wapens neerlegden tegen Hitler, tekende David Low een beroemd geworden cartoon: een eenzame Britse soldaat staat in de branding en schudt uitdagend zijn vuist naar dreigende onweerswolken: ‘Goed, dan maar alleen!’ Maar dit is een ander verhaal. Die Britse soldaat zwoer dat hij voor een betere toekomst van heel Europa zou vechten. Deze keer zeggen de Britten: ‘Goed, laat ons dan maar met rust, wij willen een offshore Zwitserland zijn.’” (De Standaard, 12 december 2011)
Dat is nog maar de vraag: misschien is het wél hetzelfde verhaal? Misschien is “Europa” helemaal niet goed voor de toekomst van de Europeanen.
Garton Ash is wel zo eerlijk om ook te stellen: “Dit is slecht voor het Verenigd Koninkrijk maar ook voor Europa,” waarmee hij eigenlijk toegeeft dat wanneer Engeland de fout maakte om het nieuwe fiscale pact niet te ondertekenen, Europa evengoed verweten kan worden dit te hebben laten gebeuren.
Een kleine week eerder beantwoordde Garton Ash de vraag of we niet moeten streven naar de oprichting van een Verenigde Staten van Europa als volgt: “Het ontbrak Europa nooit aan dat soort van fraaie bedenksels.” (Knack, 7 december 2011) Hij doet daarmee een oproep voor meer pragmatisme en realiteitszin.
Die realiteitszin vinden we bij de Brits-Amerikaanse politieke filosoof Larry Siedentop. In tegenstelling tot de uiteindelijk toch door Timothy Garton Ash gewenste “stap van confederaal naar federaal” Europa, zegt Siedentop: “De publieke opinie moet worden voorbereid op mínder integratie.” (Knack, 21 december 2011)
'De Europese integratie van bovenaf opleggen is mislukt', zegt de Brits-Amerikaanse politieke filosoof Larry Siedentop. 'Europa moet een nieuw denkraam ontwikkelen.'
'Martin Feldstein, de Harvardeconoom die altijd zeer kritisch is voor de Europese Unie, voorspelde ooit dat de invoering van de euro tot oorlog in Europa zou leiden', grinnikt Larry Siedentop. 'Overdreven natuurlijk, maar de verbale oorlog, die is alvast begonnen.'
Politiek filosoof Larry Siedentop, 75, is emeritus van Keble College in Oxford. Hij komt er nog een drietal keer per week in Oxford. Wonen doet hij in Londen, in de buurt van Holland Park, waar hij zich graag gaat vertreden. Te midden van het park staat Holland House, waar politicus Henry Holland bij het begin van de negentiende eeuw verblijf hield en een uitgelezen groep van jonge liberalen (Whigs) rondom zich verzamelde.
Larry Siedentop werkt momenteel aan de drukproeven van zijn volgende boek, een geschiedenis van het liberalisme. Maar zijn academische reputatie heeft hij bijna twaalf jaar geleden gebeiteld met het klassiek geworden Democracy in Europe, waarin hij de democratische legitimiteit van de Europese Unie onder de loep nam. Het boek werd geïnspireerd door het voorbeeld van Alexis de Tocqueville, de negentiende-eeuwse Franse politicus, politiek filosoof en auteur van Over de democratie in Amerika.
'Mijn familie emigreerde van Oost-Europa naar de Verenigde Staten, waar ik geboren werd', vertelt Siedentop, die twintig jaar geleden een biografie van Tocqueville schreef. 'Ik heb intussen de dubbele Brits-Amerikaanse nationaliteit. Het leek me wat om als Amerikaan de staat van de democratie in Europa te gaan opnemen.'
In Brussel, onder eurocraten, wordt Siedentop afgedaan als een euroscepticus. Wat niet wegneemt dat hij nog steeds op tal van academische samenkomsten en symposia een veelgevraagde gastspreker is.
In Democracy in Europe legde Siedentop al de vinger op tal van voze plekken in de Europese constructie. Die plekken zijn nu, met de eurocrisis, in het volle licht gekomen.
Larry Siedentop: Een enthousiaste lezer van Democracy in Europe was de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer. Hij stuurde me enkele mooie reacties. Maar de meest verrassende reactie kwam van een Duitse topambtenaar. Die zei me: 'De Fransen verstaan niet wat federalisme is.' Europa heeft inderdaad iets etatistisch. Als ze in Brussel over federalisme praten, dan bedoelen ze eigenlijk centralisme. Terwijl federalisme er precies op gericht is centralisme tegen te gaan.
Het aanvankelijke Europese project was door de Fransen gemodelleerd. Maar intussen is de macht binnen de EU gaan schuiven. De invloed van de Fransen is sterk afgenomen. De Duitsers waren nooit zo machtig. Maar de Duitsers zijn vreemd genoeg zeer terughoudend om hun nieuwe macht aan te wenden. Ze verwonderen er zich zelfs over dat ze die macht hebben.
In een recent artikel in het maandblad Prospect schreef u dat het Europese integratieproces op zijn limieten stuit, namelijk die van de nationale identiteiten. Er is dus meer aan de hand dan alleen de eurocrisis?
Siedentop: De Europese Unie worstelt met een systemische crisis, zowel politiek als economisch. Europa evolueert naar bureaucratische bestuursvormen, zowel op het Europese als op het nationale niveau. Dat is een gevaar dat Europa al langer bedreigt. Het begon allemaal fout te lopen met het overhaaste invoeren van de rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement. Die rechtstreekse verkiezing moest de Europese integratie een zekere legitimiteit verlenen. Maar dat is jammer genoeg niet het geval.
Het gevolg is wel dat de nationale politiek afgesneden werd van het Europese project. Aanvankelijk zaten in het Europees Parlement vertegenwoordigers van de nationale parlementen. Zodat nationale bezorgdheden naar het Europese centrum werden gehesen.
Het is, uiteraard, een illusie te denken dat die rechtstreekse verkiezing kan worden teruggedraaid. Maar de vaststelling blijft dat het Europees Parlement niet kan mobiliseren, geen enkele invloed heeft op de publieke opinie en zelfs niet in staat is een grote Europese consensus te bewerken. Het verdrag van Lissabon heeft daar weinig of geen verandering in gebracht. De europarlementsleden worden nog te veel gezien als klanten van de Europese Commissie.
Maar die rechtstreekse verkiezing voor het Europees Parlement heeft wel als kwalijk gevolg gehad dat de nationale politieke klasse, als het haar uitkomt, zich van het Europese project kan distantiëren. En dat is funest voor de nationale én voor de Europese politiek. Want vandaag hebben de nationale parlementen legitimiteit maar geen macht, het Europese niveau heeft dan weer weinig legitimiteit, maar trekt wel alle macht naar zich toe. Voor de democratie in Europa kan dat ernstige gevolgen hebben.
Kennelijk heeft de eurocrisis het constitutionele probleem nog scherper gesteld? Daar hebben sommigen nochtans voor gewaarschuwd, nog voor de invoering van de euro.
Siedentop: De Harvardeconoom Martin Feldstein was een van hen. Hij waarschuwde dat de invoering van de eenheidsmunt tot oorlog in Europa kon leiden, omdat de eenheidsmunt niet spoorde met de bereidheid van de lidstaten tot machtsdeling. Overdreven? Wellicht. Maar de verbale oorlog, die is al bezig. En we hebben intussen ook de volkswoede gezien in de straten van Athene en van Madrid.
De publieke opinie is, als het over Europa gaat, helemaal omgeslagen. Nederland, waar ik vaak kom, stond vroeger in de Europese voorhoede, vandaag niet meer. Het gevolg van die omslag van de publieke opinie is dat het Europese project het project van een politieke elite is geworden.
Vandaag zegt zelfs Jacques Delors, oud-voorzitter van de Europese Commissie, dat er zware fouten werden gemaakt bij de invoering van de euro. Volgens oud-commissaris Frits Bolkestein is een van de problemen dat de Europese leiders niets begrijpen van wat er zich op de markten afspeelt. Volgens hem zijn alleen de centrale bankiers echt op de hoogte.
Siedentop: Bolkestein zou wel eens gelijk kunnen hebben. Het valt me ook op dat er uit Brussel voorstellen komen die twintig tot dertig jaar geleden nog gangbaar waren, toen welvaart niet in twijfel werd getrokken en de concurrentie met andere blokken niets urgents had.
Daarom ook begrijp ik de Duitse weerstand tegen het aangaan van nog meer schulden en tegen het uitschrijven van eurobonds.
De Fransen hebben de Duitse hereniging pas aanvaard nadat de Duitsers instemden met de invoering van de eenheidmunt. Maar de Fransen begrijpen niets van de markt. En alles wat zij niet begrijpen, willen ze reglementeren. Zo hebben zij er in Brussel mee voor geijverd om Standard & Poor's en andere ratingbureaus te verbieden nog langer kredietwaarderingen voor landen op te stellen. Kan het nog gekker? Daar is gelukkig niets van gekomen.
Intussen evolueert die eurocrisis zoals in American football. De bal wordt voortdurend doorgegeven: eerst was het een bankencrisis, dan een schuldencrisis en nu weer een bankencrisis.
U bent er ook van overtuigd dat het Europese project helemaal opnieuw moet worden bekeken?
Siedentop: De Europese bevolking ontdekt dat de Europese integratie een hoge politieke en democratische kostprijs heeft. Mij lijken de meeste Europeanen niet bereid hun nationale identiteit af te leggen. Bovendien worden ze steeds meer bevangen door een gevoel van machteloosheid. En het gaat hier echt niet om onversneden nationalisme, maar om een oprechte zorg om zelfbestuur.
De immigratie vanuit Afrika en vooral Noord-Afrika, de ondoordachte uitbreiding van de Europese Unie naar Oost-Europa, en nu de schuldencrisis hebben die onvrede nog aangewakkerd.
Waar vroeger werd gesproken over een gedeelde soevereiniteit, krijgt men nu in de gaten dat het hier om verlies van soevereiniteit gaat.
Je merkt dat stijgende ongenoegen ook in de peilingen. Volgens de Eurobarometer twijfelt de helft van de EU-burgers aan de goede zin van het Europese project.
Het neen van de Fransen en de Nederlanders tegen het ontwerp van de Europese grondwet en later van de Ieren tegen het Verdrag van Lissabon waren al belangrijke alarmsignalen die keer op keer door Brussel werden genegeerd.
Er zijn natuurlijk verschillen tussen de verschillende lidstaten. De Italianen en de Belgen lijken enthousiastere voorstanders van een verdere integratie. Maar dat is alleen maar omdat ze eigenlijk van hun eigen staat af willen. Dat geldt ook voor de Spanjaarden. Voor hen is het Europese lidmaatschap een soort van rehabilitatie na de dictatuur van Franco. Ook de Oost-Europese landen vonden aanvankelijk tal van voordelen in de aansluiting bij de Europese Unie. Maar vandaag maken ze zich zorgen over het verlies van soevereiniteit. En ik vraag me af wat gaandeweg het effect zal zijn van de eurocrisis op het separatisme in Schotland, Catalonië en België. Een regio als Schotland in de eurozone brengen zou wel eens heel riskant kunnen worden.
Hoe belangrijk zijn de uitspraken van het Duitse Grondwettelijk Hof die duidelijk een rem zetten op de verdere Europese integratie?
Siedentop: Het Duitse Grondwettelijk Hof is een doeltreffende rem op het Europese centralisme. In elk geval veel doeltreffender dan het Britse optreden en de instellingen van het Verenigd Koninkrijk. De Britten slagen er niet in constitutioneel te denken en leveren daarom geen wezenlijke bijdrage tot de Europese discussie. Voor hen is de Europese Unie niets anders dan een grote handelszone.
We kunnen veel leren van het Duitse federale systeem. Maar Brussel onderschat voortdurend de kracht van lokale principes, gewoonten en praktijken. De Europese natiestaten zelf kwamen ooit met veel moeite tot stand. Sommige landen hebben nog altijd af te rekenen met separatistische bewegingen. Zelfs in de Verenigde Staten heb je na al die jaren nog grote verschillen van staat tot staat, zeker in belangrijke kwesties als de doodstraf. De Amerikaanse federale staat wacht zich wel tussenbeide te komen als de staat Californië of een van de grote steden failliet gaat.
De begrotingsunie zal, volgens u, leiden tot een nog bureaucratischer bestuur?
Siedentop: Ongetwijfeld. Je ziet dat al gebeuren in Griekenland en Italië, waar twee verkozen regeringen zonder meer opzij werden gezet en vervangen door een ploeg van technocraten. Al gaat dat in tegen alle politieke en economische noodwendigheden.
De publieke opinie moet worden voorbereid op mínder integratie. Trouwens, waar je ook komt in Europa, overal wordt Brussel nu al vereenzelvigd met regeltjes en bedilzucht. Er moet heel langzaam een nieuw constitutioneel denkraam worden uitgewerkt dat van onderen naar boven werkt. Integratie kan onmogelijk van bovenaf worden opgelegd.
De eersten die van de huidige crisis zullen profiteren zijn de extreme politieke partijen, en dan vooral extreemrechts. Je zult maar jong zijn in Griekenland, Spanje of Portugal. De toekomst van die jongeren is weinig rooskleurig. Er volgen ongetwijfeld nog tal van heftige reacties. En intussen speelt de Europese Unie extreemrechts in de kaart.
(Knack, 21 december 2011)
Larry Siedentop merkte in feite op dat het oorspronkelijke Europese project door de Fransen gemodelleerd was naar de centralistische en etatistische visie van generaal De Gaulle. Sarkozy is inderdaad een echte “gaullist”.
Nog gedurende zijn verblijf in Londen tijdens de Tweede Wereldoorlog begon De Gaulle in te zien dat echte vijand van Frankrijk “le monde anglo-saxon” was. En wanneer premier Macmillan na de oorlog - niet uit liefde voor het Europese continent, maar uit eigenbelang (13) - een aanvraag indiende om lid te worden van de Europese instellingen, stelde De Gaulle daar zijn veto tegen.
Engeland vecht immers al gedurende heel zijn bestaan tegen de Franse overheersing van Europa, omdat het eiland nooit sterk genoeg kan zijn om tegen een verenigd Europa op te tornen. Pas na de vorming van het Britse Rijk kon Engeland Frankrijk definitief verslagen te Waterloo en werd het continent in een aantal evenwaardige mogendheden verdeeld, zodat Engeland rustig verder kon genieten van zijn “splendid isolation”.
Jammer genoeg verstoorde Duitsland in de vorige eeuw twee keer de rust.
Men mag in dit verband niet vergeten dat Hitler naar buiten toe het door hem gewenste “Derde Rijk” verkocht onder de Europese vlag. Omdat ze hem op de radio telkens over de “Europeanen” hoorden oreren, associëren de Britten “Europa” steeds met vijandigheid.
Om deze nieuwe Duitse dominantie over het vasteland te bestrijden zocht Engeland de steun van Amerika.
Na de oorlog wilden de Britten wel met Europa en het verslagen Duitsland meewerken om de koude oorlog tegen de Sovjetunie te winnen, maar toen De Gaulle in 1958 een bondgenootschap afsloot met Duitsland ervoeren zij dat als een tegen hen gericht complot… wat het ook was.
Daarom wilde Macmillan toetreden tot “Europa” en daarom weigerde De Gaulle in 1963.
Engeland werd dus zeer wantrouwig tegenover de Europese integratie, en meer en meer Engelsen worden eurovijandig.
Zelfs al is het politiek huwelijk van Frankrijk en Duitsland ingegeven door de mislukking van de euro, en al dient het nieuwe Europese pact om de eurozone te redden en niet om dat huwelijk te bekrachtigen, dan nog vrezen de Britten het ergste.
Wanneer het Engelse verzet tegen het pact zou impliceren dat hun invloed in de Europese Unie zou afnemen, dan zal het Verenigd Koninkrijk op de duur ook zijn lidmaatschap opgeven en zitten we in een internationaal conflict…
Dan is het natuurlijk wel schrikken wanneer een “senior writer” als Pierre Huytebroeck schrijft: “In een meer centraal geleid Europa (..) is geen plaats voor de Britse mentaliteit.” (De Tijd, 10 december 2011)
Dit lijkt wel oorlogstaal.
De “senior” lijkt te vergeten dat het nieuwe Europese verdrag – de Europese “mentaliteit”, zoals hij dit ongetwijfeld zou noemen – niet meer is dan de Duitse voorwaarde om door te gaan met de euro en de eenheidsmunt niet te splitsen in een noordelijke “neuro” en een zuidelijke “zeuro”; hij lijkt te vergeten dat Duitsland deze voorwaarde stelt omdat het geen vertouwen heeft in de niet-Duitse Europese “mentaliteit”.
Groot-Brittannië had het Europese recht aan zijn kant en premier Cameron mocht dan ook zijn veto gebruiken tegen een pact waarin de deelnemende landen hun soevereiniteit afstaan aan een onduidelijke Europese constructie.
Men kan het Verenigd Koninkrijk toch niets verwijten met betrekking tot het teloorgaan van een door Frankrijk opgedrongen politieke munt, die de euro wel degelijk is, omdat hij diende om de sterke Duitse Mark onder controle te krijgen?
Men kan het Engeland toch niet kwalijk nemen dat Frankrijk labiele landen uit Zuid-Europa en zijn corrupte vazalstaat België tot de eurozone liet toetreden om over een eigen invloedsfeer binnen de eurozone te beschikken?
Brittannië heeft bovendien juridisch gelijk, omdat geen enkel Europees verdrag, ook niet het laatste verdrag van Lissabon, voorziet in een federaal Europa dat essentiële nationale bevoegdheden (die begroting en sociaaleconomisch beleid nu eenmaal zijn) zou overnemen.
Engeland heeft het hier bij het rechte eind. Als men zo’n federaal Europa wil, dan moet men ook maar zo’n nieuw verdrag afsluiten. En daar heeft Frankrijk natuurlijk schrik voor: uit hoeveel en welke landen zou Europa dan nog bestaan?
Binnen het bestaande verdrag zal Engeland echter van zijn wettelijk vetorecht blijven gebruik maken.
-10- -roddels 1
Juist omdat gidsland Nederland na het Verenigd Koninkrijk het tweede meest eurosceptische land is, worden de Nederlands-Duitse betrekkingen voortdurend versterkt, tot groot genoegen van Geert Wilders’ PVV, die het minderheidskabinet gedoogt.
De Nederlandse regering introduceerde in haar buitenlandse politiek een nieuwe zakelijkheid en verdedigt nu in de eerste plaats de Nederlandse belangen in de wereld, omdat zij meer luistert naar wat het Nederlandse volk zelf verlangt en omdat volgens Syp Wynia “de buitenlandse politiek minder dan vroeger is voorbehouden aan een kleine Haagse kern van ministers, Kamerleden en ambtenaren.” (Elsevier, 23 april 2011)
Vooral de invoering van de tegen de Duitse Mark gerichte euro deed het Hollandse euroscepticisme groeien. Sinds Nederland zich in 2005 in een referendum uitsprak tegen de Europese Grondwet, maar desondanks “een cosmetisch gewijzigd Verdrag” in de maag gesplitst kreeg, is er zelfs sprake van eurocynisme bij onze noorderburen. (NRC-Handelsblad, 24 november 2011)
De Nederlandse premier Rutte staat er in Brussel voor bekend dat hij zowel de betrekkingen met Duitsland als met het Verenigd Koninkrijk veilig wil stellen.
* 2 *
Uit een onderzoek van “De Standaard” en “Le Soir” blijkt dat premier Di Rupo tijdens zijn eerste ministerraad van 6 december de Franstalige regeringspartijen opriep om ‘alles te doen’ om hun Vlaamse partners ‘de volgende verkiezingen te laten winnen’ en N-VA zo af te blokken. (De Standaard, 26 december 2011)
Bart Sturtewagen: “De impliciete stelling die erachter steekt, is dat het eigenlijk allemaal om een uit de hand gelopen misverstand gaat, op de spits gedreven door kwaadwilligen die slechts op eigenbelang uit zijn.” (De Standaard, 26 december 2011)
Natuurlijk weet Di Rupo wel beter en is hij er zich van bewust dat om het verlangen van de niet collaborerende Vlamingen af te blokken eigenlijk het onmogelijke gedaan zal moeten worden, namelijk de ombouw van België van een corrupt Franssprekend snobstaatje tot een Nederlandssprekende welvaartstaat.
Di Rupo probeert enkel tijd te winnen – hetgeen vooral Vlaanderen veel geld kost - om zijn plan B beter te kunnen voorbereiden…
De verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn nu eenmaal te groot. Om dat aan te tonen hoeft men maar zijn keuze te maken uit de onophoudelijk stroom van anecdoten.
Voorbeelden?
Het aantal zelfstandigen dat wegens financiële problemen een tijdelijke vrijstelling van het betalen van sociale bijdragen krijgt is drie keer hoger in Wallonië. Dat is opnieuw een transfer van 80 miljoen euro van Vlaanderen naar Wallonië.
* 3 *
Wallonië en de Franse Gemeenschap (“Wallobrux”) stemde een benoemingsdecreet voor vier ambtenaren die de titel mogen voeren van “hoog vertegenwoordiger” van de Franse Gemeenschap in het buitenland. Hun benoeming zal zuiver politiek zijn, want ze hoeven noch afkomstig te zijn uit de administratie, noch examens af te leggen.
Men gaat ervan uit dat het om professoren zal gaan, die de eventuele onafhankelijkheid van “Wallobrux” moeten voorbereiden door middel van het leggen van buitenlandse contacten.
* 4 *
De Franstalige partijen vormen een blok ter verdediging van de syndicale voorrechten, waaronder dat van het “syndicaal verlof”, dat het mogelijk maakt dat bijvoorbeeld elke dag vijftig cipiers afwezig zijn op hun werk om tijdens hun uren voor de vakbond te werken.
Het aantal syndicale verlofdagen van cipiers steeg ondertussen van 6000 in 2009, naar 7800 in 2010 en 9130 in 2011.
* 5 *
Waarom eigenlijk verdienen Waalse ministers met een maandwedde van 11.020 euro gemiddeld 1000 euro méér dan Vlaamse met een maandwedde van 9.730 euro ?
* 6 *
De socialistische vakbonden onderzochten de prijsverschillen bij opname in Belgische ziekenhuizen en ontdekten dat opnames het duurste zijn in Brusselse ziekenhuizen, gevolgd door de Waalse, en de Vlaamse, die veruit het goedkoopste zijn.
(Ziekenhuisbarometer 2011: http://www.socmut.be/SocMut/FAQ/Zoek/Kost+ingreep+ziekenhuis/achterliggendeStudie.htm.)
Opnieuw een RIZIV-transfer naar het zuiden.
De ereloonsupplementen voor een éénpersoonskamer bedragen in Vlaanderen gemiddeld 105 % extra, tegen 168 % in Wallonië en 286 % in Brussel.
* 7 *
Het is niet onlogisch dat de in het regeerakkoord van Di Rupo voorziene pensioenhervorming door middel van uitzonderingen rekening hield met de ontslagen bij het Luikse Cockerill-Sambre (ArcelorMittal), dat zijn warme lijn afsluit.
Maar waarom was het personeel in de Waalse vestigingen van AB Inbev, bijvoorbeeld bij Jupiler, al op 52-jarige leeftijd pensioengerechtigd en in de Vlaamse pas op 55 jaar?
* 8 *
Naast al deze structurele verschillen zijn er voorwaar ook vele mentaliteitverschillen.
De Belgische francofonië is namelijk, in tegenstelling tot het overdreven solidaire Vlaanderen, zeer onverdraagzaam.
Onlangs nodigde een oudstudentenvereniging van Louvain-la-Neuve de Vlaamse wever Bart uit om te komen spreken, maar dat was zonder de raad van bestuur van de universiteit gerekend: die gebood de uitnodiging, die Bart al aanvaard had, weer in te trekken omdat De Wever een te grote verantwoordelijkheid draagt voor “de politieke chaos” in België.
* 9 *
Niet alleen Vlamingen zijn niet welkom in bepaalde Franstalige kringen: ook Parijzenaars delen datzelfde lot.
De raad van bestuur van de Cercle de Wallonie trok de uitnodiging van de Parijse advocaat Gilbert Collard om te komen praten over de evolutie in het Franse strafrecht weer in, toen bekend werd dat de man tot het aanbevelingscomité van Marine Le Pen behoort.
Achter het verbod zit PS-minister Paul Magnette. (Le Soir, 22 september 2011)
* 10 *
De Franstaligen ergeren zich ten zeerste over de “communautaire” verdeling van sterren in de nieuwste editie van de Michelin-gids.
Niet alleen bevinden de drie Belgische toprestaurants zich blijkbaar in Vlaanderen (twee in Brugge en één in Kruishoutem), maar op twee na (in Brussel en in Bergen) zijn ook alle restaurants die een ster bijkregen Vlaams!
“Le Soir” vermeldt deze tien Vlaamse etablissementen natuurlijk niet, maar somt wel een aantal Waalse zaken op die eigenlijk een bijkomende ster hadden moeten krijgen. (Le Soir, 22 september 2011)
Aldus sprak N*A*O*:
‘Hoe onwetender hoe dogmatischer (XXXXIV)’,
Brussel, 26 december 2011
[1] “Merkely” is de samentrekking van Merkel en Sarkozy. Doorgaans trekt men de namen van de presidenten van de twee grootste Europese landen - Duitsland en Frankrijk - samen tot “Merkozy”, maar sinds de rol van de Franse president beperkt werd tot het organiseren van persconferenties voor de Duitse kanselier, is beter om te spreken over “Merkely”.
[2] België en Frankrijk onderhandelen verder over hun respectieve staatswaarborgen voor Dexia. Vorig weekeind (18 december) werd die waarborg verlaagd tot 45 miljard euro, maar het bleef onduidelijk hoe groot het Belgisch aandeel daarin was en hoelang hij geldig bleef.
[3] Herlees hoofdstuk 5 in: http://de-naamloze-achter-ons.blogspot.com/2011/11/naos-questions-aux-belgicistes-xxxxiii.html.
[4] Plan B betekent voor het Franstalig Front de splitsing van België.
Bovendien blijkt nu dat Verafstoodt een belangrijke speelde in het slagen van Di Rupo’s regeringsonderhandelingen: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20111223_158 .
[5] Is een “inhaalmanoeuver” wel verdedigbaar voor een corrupte partij? Het zou immers samenvallen met de onthullingen over de Hasseltse politie, die geleid werd door het netwerk van Steve Stunt, waar 456.000 euro scheef geslagen werd. Korpschef en loge-socialist Michel Beckers was verantwoordelijk voor vervalsing van de boekhouding, voor het toekennen van onterechte loonsverhogingen en verlofdagen, enzovoort. Koen Meulenaere stelt terecht dat: “de corruptie van Vlaamse socialisten in heel Europa haar gelijke niet kent, niet eens in Wallonië.” (Knack, 17 december 2011)
[6] “Het Belang van Limburg”, de krant van de “loge-socialisten”, nam de “Gazet van Antwerpen” over en maakte Luc Rademakers er hoofdredacteur van. Nadat de zogenaamde “Gazet van Janssens” vervolgens 25 % van zijn lezers verloor, benoemde Ingrid Lieten (van de Limburgse sossen) hem als dank tot baas van de VRT- nieuwsredactie…
[7] “Le Monde” beweert dat ook in de kring rond Dominique Strauss-Kahn “tout le monde est franc-maçon.” (7 november 2011)
[8] De Parti Socialiste van Di Rupo behoort ondanks haar naam niet tot het socialisme en is dan ook de enige “socialistische” partij in Europa die niet achteruit boert. Socialisme is uiteindelijk altijd een kwestie van herverdelen en daarvoor moet men het geld halen waar het zit. De Waalse PS haalt het geld niet daar waar het zit, maar wel in Vlaanderen.
[9] Voorlopig is dit nog geen probleem voor John Crombez. En voor Johan Vande Lanotte? Ann Peuteman: “Geen probleem voor Johan Vande Lanotte. Die is zijn partijgenoten, zoals steeds, al minstens tien stappen voor.” (Knack, 7 december 2011)
[10] Zelfs rechts vindt dat tegenwoordig. Beluister Karel De Gucht maar: “Ik denk dat de politieke wereld behoefte heeft aan een stuk meer ideologie. Eén van de redenen dat het verhaal van de N-VA aanslaat, is dat er op dit moment geen ander verhaal is.” (De Morgen, 17 december 2011)
[11] In Zwitserland zijn er ook liberale, dus rechtse groenen, die daar eind oktober trouwens de verkiezingen wonnen (12 zetels), niet alleen ten koste van de linkse groenen, maar ook van de andere partijen. Rechts groen heeft er vooral succes bij universitairen en intellectuelen en beroept zich op het denken van Martin Heidegger. De “Grünliberale Partei” wil de BTW vervangen door een belasting op niet-hernieuwbare energie en wil “economisch niet nuttige vreemdelingen” eerder in hun eigen land helpen, dan in Zwitserland.
[12] Over “solidariteit” wordt door studentikoze sossen als voormalig partijvoorzitter Caroline Gennez of Animo-voorzitter Maite Morren tergend veel geluld. SP-schepen van Sint-Joost-ten-Node, Beatrice Meulemans, zei onlangs dat “de Vlaamse cultuur altijd op haar sterkst is geweest als ze openstond voor vreemde invloeden.” (Brussel Deze Week, 3 november 2011) Welke invloeden bedoelt ze dan wel?
Maite Morren vergeleek in een interview België en Europa: “Niet toevallig twee entiteiten die ontstaan zijn vanuit het idee dat samenwerken de enige weg vooruit is.” (http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=0H3I5AGE) Luc Van Doorslaer: “Kan iemand de jongedame vertellen dat België het resultaat was van predemocratisch separatisme in plaats van samenwerking?” (http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=8O3J77BP).
[13] Op zijn Engels: “If you can’t beat them, join them.”