2019... Muss Es Sein Es Muss Sein

maandag 13 juni 2011

N*A*O*'s Brief aan Joël De Ceulaer



Beste Joël De Ceulaer,

Ik ben zo vrij u langs deze weg op enkele fouten te wijzen in uw open brief aan Bart De Wever.


Indien men – zoals alle ernstige politologen – ervan uitgaat dat we in ons land in twee democratieën leven, dan is het voor de vierde macht inderdaad alleen zinvol om de Vlaamse volksvertegenwoordigers in de gaten te houden.

Het is echter verkeerd om hen te beoordelen met betrekking tot hun vermogen om rechtstreeks een compromis te sluiten met de andere democratie, waarin zij niemand vertegenwoordigen. (Omdat het woord “compromis” een zeer pejoratieve betekenis kreeg stel ik voor er steeds het adjectief “eerbaar” voor te zetten.) Men moet hen op de rooster leggen met betrekking tot hun vermogen om binnen hun eigen Vlaamse democratie overeenstemming te bereiken over een strategie om het democratisch tekort op het Belgische niveau op te lossen.

Zo bekeken kan men stellen dat geen enkele Vlaamse politicus hiertoe in staat is, maar dat Bart De Wever wel de meeste moeite doet. (Het Vlaams Belang telt nog steeds niet echt mee.)

Naast deze fout, vind ik het vreemd dat u zoveel aandacht geeft aan de tegenstrijdigheden in zijn persoonlijkheid, hetgeen toch iets heel banaal is. Ook u zal daar wel last van hebben, tenzij u een waanzinnige bent?
Anderzijds is Bart De Wever daar zich zelf bewust van, aangezien hij er ons meermaals kond van deed.

Maar omdat ook ik u al voelde komen, ga ik ervan uit dat deze overdreven aandacht voor Bart De Wevers ambigue persoonlijkheid enkel een opstapje was voor het finale hoogtepunt van uw brief: de door u veronderstelde logische contradictie in – en daarmee de trivialiteit van - zijn conservatieve ideologie.

U beweert dat Bart De Wever geen echte conservatief is omdat hij de compromitterende Belgische constructies niet accepteert.
Dat is uw tweede fout. Aangezien nationalisme een “impliciete” ideologie is, is zij gemakkelijk combineerbaar met gelijk welke andere wereldbeschouwing. Op dit punt spreekt Bart De Wever zichzelf niet eens tegen!

Bart De Wever verweert zich ook niet tegen de hele Vlaamse culturele elite, maar slechts tegen dat deel ervan dat zijn nationalisme aanvalt, niet alleen om de verkeerde redenen, maar ook op valse wijze door hem ervan te beschuldigen een simplistisch identiteitsconcept te hanteren.
Het is niet Bart De Wever die over identiteit begon, maar de vele Naamlozen Achter Hem vroegen hem in deze mondiale crisistijden om dat middel om hun demoralisatie tegen te gaan.
Voor “Het Beschrijf” schreef Claudio Magris daarover trouwens het mooie “Scherven van hybriede identiteit”.

Beste Joël De Ceulaer, ofschoon u zich wel eens laatdunkend uitlaat over de psychoanalyse, is zij het die ons leert dat het zo gek nog niet is om een deel - bijvoorbeeld het meest genotzoekende en meest opportunistische - van onze eigen identiteit effectief te bestrijden.
Net als u en als bijvoorbeeld Tom Lanoye ben ik zelf (wellicht in mindere mate) een stuk van de Vlaamse identiteit, en net als u vergelijk ik Bart De Wever wel eens met Hamlet, maar in tegenstelling tot u weet ik dat Hamlet noch Bart De Wever twijfelaars zijn.
Wat beiden gemeen hebben is niet de twijfel, maar de stuntelige onervarenheid – de onbekwaamheid zo u wilt – om hun nieuwerwetse daadkracht uitgelegd te krijgen aan de angsthazen, die tegen beter weten in nog geloven in de oude (politieke) scène.
Wanneer Bart De Wever wel eens onzeker overkomt is dat gewoon omdat hij binnen ons geheel door de particratie en haar valse consensusspelletjes verziekte parlement niet gezegd krijgt dat het juist de democratie zelf is waarvoor hij vecht.

U wilt dat hij het op een akkoordje gooit?
Ik niet!

Met beleefde groet.

De Naamloze Achter Ons,
Triëst, 13 juni 2011